Bestemmingen

Havenontlopers: eigen paleisje op het water

12:00

Niet iedereen wordt blij van een haven. Een plek aan de steiger biedt weliswaar comfort, maar in de zomer kan het er behoorlijk druk of zelfs vol zijn. Buiten de haven – op een zandbank, ankerplek of aangemeerd bij een eilandje – is er de rust, ruimte en vrijheid om te doen en laten wat je wilt. Droogvallen en ankeren hebben een licht verslavende werking. Enkele havenontlopers vertellen: waarom zijn zij fan en hoe werkt het precies? Deze week lees je deel III.

Over de havenontlopers:

Naam: Thijs Oude Munnink (40) en Marijke Koolman (40)
Boot: DOEN, een Dehler 41CR
Vaargebied: IJsselmeer, Waddenzee, Noordzee, Zeeland, het Kanaal, Oostzee (en een rondje Atlantic)

Thijs en Marijke vieren zomervakantie als we hen interviewen. “Al ankerend scharrelen we momenteel twee tot drie weken door Zeeland. Dat ankeren is voor ons echt vakantie. Het past ook helemaal in deze tijd. Enkele maanden geleden besloten we dat we onze vakantie zouden doorbrengen in Nederland. Vanuit onze thuishaven Makkum is Zeeland maar een klein stukje varen.
Zo’n tien jaar geleden overnachtten we voor de eerste keer achter het anker. Die eerste nacht was natuurlijk spannend en het was ook nog eens met flinke wind. Maar zo groeide wel snel het vertrouwen. Inmiddels is ankeren voor ons eigenlijk de standaard geworden. Zeker dit jaar hebben we ondanks alle beperkingen net zoveel kunnen zeilen als anders, doordat we gewend zijn om niet afhankelijk te zijn van havens of voorzieningen. Ook in de koude weekenden van dit voorjaar lagen we te ankeren en ging ’s avonds de kachel aan. Zo creëerden we ons eigen warme paleisje in de koude avonden op het water. Afgelopen zomer lagen we in een prachtige baai aan de zuidkust van Guernsey, een van de Kanaaleilanden. Het verval was daar op dat moment ruim acht meter. Het is een behoorlijke kick als met laagwater blijkt dat je, met nog 1,4 meter onder de kiel, de berekening goed hebt gemaakt.

Tip voor beginners

Overigens zijn we ook wel een keer de tij­ berekening vergeten, bij het Franse eiland Ouessant. We verlieten de boot een uur na hoogwater voor een wandeling en toen we na vier uur terugkwamen, lag onze bijboot hoog en droog op de rotsen.
Een tip voor de beginnende ankeraar? Gewoon een keer doen! Kies een nacht met weinig wind om die eerste keer wat minder spannend te maken. We besteden altijd zorg aan het ingraven van het anker, zeker bij onbekende ankergrond. Om de anker­ grond te testen graven we in met circa drie keer de diepte aan ketting. Als het anker zo houdt, lig je goed (na het ingraven geven we nog wat ketting tot zo’n vijf keer de diepte). Pakt het anker nog niet, dan proberen we het iets verderop gewoon opnieuw. Nog nooit meegemaakt dat het niet lukte. Om de accu’s vol te houden leggen we onze twee dunne zonnepanelen op de giek als we voor anker liggen. Zo zijn we onafhankelijk van walstroom.”

Plussen en minnen

+ Er is geen gesleep en gedoe met stootwillen en landvasten.
+ De kuip is altijd heerlijk uit de wind.
+ Je hebt mooi en ver uitzicht en prachtige zonsondergangen (zonsopkomsten missen we vaak).
+ Dat gevoel van vrijheid bij het opstaan als je in de kuip zit met je eerste kop koffie.
+ Met het bijbootje naar de kant voor boodschappen of een wandeling heeft iets avontuurlijks.
– Als de wind toch anders draait dan verwacht kan het een onrustige nacht worden.
– Een anker en ketting vol met zwarte blubber: daar hebben we een hekel aan.

In de volgende weken laten we de andere havenontlopers aan het woord! Lees hier deel I en hier deel II over de havenontlopers.

Omslagfoto en foto’s: © Thijs Oude Munnink
Tekst:  Bertine van Dijk en Marinus van Sijdenborgh de Jong

Last modified: 9 augustus 2021
Sluiten