Wie heeft er nog een leuverfok? Ik niet. Dat kwam zo uit. Toen ik de 6,5 meter lange Spica kocht, zat er een welgevormd Bamar rolprofieltje op. Inmiddels beschikt Seldén alweer over slankere profielen om de fok mee in te rollen. Voor een nog betere aanstroming in het zeil.
Het is vlak voor de middag in de haven van Colijnsplaat als ons een grijsbebaarde zeiler treft bij de voorbereidingen voor vertrek. “Die roller heb jij toch niet nodig,” stelt hij vanaf de steiger vast. Nu is voor zo’n 8 vierkante meter zeil inderdaad niet echt een rolinstallatie nodig, maar het is, laten we zeggen, verdraaid handig. Bovendien moet ik heel dat zeil dan weer voorzien van leuvers. Draaien doet het gratis. “Hm, het is wel handig,” is mijn repliek. “En heel wat sneller te strijken dan een leuverfok.” Er klinkt een zuinig lachje vanaf de steiger. “Ik kan mijn fok minstens even snel strijken als jij hem kan inrollen.” Ik lach. Dat wil ik wel zien, maar het is tijd om te gaan. “Waarheen voert de reis?,” vraag ik hem. Hij kijkt even naar de havenhoofden. “Bruinisse.” Dat komt mooi uit.
Lijn tussen duim en wijsvinger
Vlak nadat we onder de Zeelandbrug doorzeilen, voegt een goed onderhouden, maar niet overmatig blinkende houten volksboot zich bij ons. Slechts één man aan boord. Met baard. We zeilen een paar uur met elkaar op richting Bru. Al kruisend ontwaar ik aan zijn fok een lijn die ik niet kan plaatsen. Ook met de verrekijker komen we er niet uit. Het vlakke water en de matige wind maken het een prachtige middag. Honderd meter voor de sluis strijkt hij het grootzeil. Op de fok zeilt hij langzaam naar de wachtsteiger. Ik rol mijn fok in vanuit de kuip en volg hem op de voet om zijn toverkunsten van dichtbij te kunnen aanschouwen. Hij staat in de kuip en houdt, duidelijk voor mij, een lijn tussen duim en wijsvinger omhoog. Ik volg de lijn naar voren. Naar de halshoek van de fok, terug naar de schoothoek, naar een ring om een leuver halverwege en naar de tophoek van het zeil. Dan lost hij het val en strijkt met drie flinke halen de fok. Die kruipt als een omgekeerd duveltje snel naar de voorstag toe, waar hij stevig opgerold aan dek blijft liggen. Nee. Ik heb geen roller nodig.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 01/2018
Last modified: 15 oktober 2023
Klopt. Dat is niet het gemak van een roller. Zo’n strijklijn werkt prima. Ook voor grotere zeilen. Sterker nog: was ook op de zeilende zeevaart helemaal niet raar.
Maar nu: de meeste rollers kun je behoorlijk goed je zeil me reven in 10 seconden. (ja, zeilvorm etc). Dat is voor mij de belangrijkste reden. En ik heb maar 1 zeil nodig voor een grotere range.
Ja en al in de haven je fok/ genua uitzetten, en tot in de haven zeilen. Heerlijk
Een “roller” kan en heel gevaarlijk ding blijken als die vast loopt maar bij een groter jacht traditioneel topgetuigd, zoals een Victoire 1200 kan je niet zonder. Wel of geen “roller” is wat mij betreft afhankelijk van de grootte van je genua. Maar als het kan liever leuvers, makkelijk en bedrijfszeker. Wel link bij zwaar weer voorzeil wisselen.
Verleden jaar rolfok vervangen voor leuvers. Masthoogte 13 m. De genuafok kan nu in 2 seconden gestreken zijn. Werkt altijd.
shpwwz