Reisverhalen

Blog Anna Noord: hitte en ijs

de gletsjer komt langzaam maar zeker in zicht

08:00

Blog Anna Noord
De kleine haven van Sørfugløya

“Ik voel me niet zo lekker” zegt Wietze met een zucht. We zitten onder de buiskap te genieten van het prachtige uitzicht. In het haventje van Sørfugløya is plek voor maar zes boten. Met een beetje passen en meten konden we er nog nét bij. Het stralende weer zorgt voor spectaculaire kleuren in het glasheldere water. Bezorgd kijk ik naar Wietze. Hij is rood en lusteloos; het zweet parelt op z’n bovenlip. Plotseling schiet ik in de lach, wat me op een geërgerde blik van Wietze komt te staan. “Wat is daar nou zo grappig aan?” Hikkend van het lachen ga ik naar binnen.

Twee tellen later mik ik een T-shirt en een korte broek op z’n schoot. “Je hebt het warm. Het is zomer hier. Uittrekken die fleece truien, het is eindelijk tijd voor een korte broek.” Grinnikend kleedt hij zich om en knapt snel weer op. “Kom op, we gaan een strandwandeling maken.”

Het allermooiste

Voor veel mensen zijn de Lofoten de parel in de kroon van al het moois dat Noorwegen te bieden heeft. Dat klopt ook: het is een fenomenaal mooi gebied. Als je naar de kaart van Noorwegen kijkt, steekt er een soort ‘hand’ naar buiten met een gestrekte vinger eraan. Die vinger, dat zijn de Lofoten. De hand is de Vesteralen archipel en, in dezelfde vergelijking, de pols zijn de Ofoten. Allemaal prachtig, elk op zijn eigen manier. Maar net iets zuidelijker ligt Helgeland. Elke watersportende Noor die we ontmoeten, is erg stellig: “dit is het allermooiste gebied, mooier dan de Lofoten.”

Blog Anna Noord

Op elk moment van de dag is het prachtig

En ze hebben gelijk: het is een enorm gebied dat bezaaid is met prachtige eilanden. Het merendeel heeft een forse berg in het midden staan, een groene rand er om heen en ook nog een fijn haventje waar jachten aan een gastensteiger kunnen liggen. Op veel plekken is het ondiep genoeg om te ankeren; tussen de eilanden die het erg diep. Ons geluk met het weer houdt aan en we genieten met volle teugen van de schitterende zomer. Van veel Noren krijgen we een lijstje met hun favoriete eilanden. Je zou hier een leven lang rond kunnen varen en nog niet alles gezien hebben.

Vloedlijn

Van de haven van Sørfugløya naar het strand is een wandelingetje van vijf minuten. Als we het lage duin overgestoken zijn, valt mijn mond open. Wat een prachtig strand! Zeker met de strenge berg die er pal naast staat. Hier en daar hebben mensen op het zand kleden uitgespreid waar ze op liggen te zonnebaden, te kletsen of te lezen. Kinderen spelen met schepjes en emmertjes.

“Ongelofelijk, we zitten hier boven de poolcirkel” mompel ik. Een jong gezin met kleine kinderen komt aangeslenterd langs de vloedlijn. “Valt je niks op?” vraagt Wietze met een lach. “Wat dan?” “Niemand gaat het water in. Nog geen teen steken ze erin. Kinderen spelen niet op de vloedlijn.” Ik schiet ook in de lach: “Veel te koud.” De jonge vader bevestigt het: “zonder dik neopreen pak ga je er echt niet in voor je plezier!” Grinnikend lopen we verder, terwijl ik weer aanvullingen voor mijn immer uitdijende schelpencollectie opraap.

Even controleren

De volgende dag rukken we ons met moeite los en varen naar Rødøya. Weer zo’n pareltje. Een oud schooltje is tot hotel en restaurant omgebouwd en het terras zit afgeladen. We pakken één van de wandelpaden en klauteren de steile helling op. Het uitzicht is adembenemend: eilanden, zo ver het oog reikt. Stralend in de zon, de schapenwolkjes reflecteren in het bladstille water. Genietend wandelen we weer terug naar beneden, waar het terrasje lokt.

Blog Anna Noord

Het uitzicht vanaf de berg van Rødøya

We zien in de verte mensen bij onze boot staan, dus we lopen er even heen. Het is een stel zeilers die we al eerder in Nordskot ontmoet hadden. Ook van hen kregen we een lijstje met eilanden die we zeker moesten gaan zien. “En, vonden jullie dat we gelijk hadden?” De trots spat er van af en we kunnen niet anders dan ze gelijk geven. “Dus de volgende wordt…” pakt hij de kaart erbij. “Svartisen” zeggen Wietze en ik in koor.

Mist en ijs

In alle vroegte gaan we op pad naar één van de hoogtepunten van dit deel van onze reis: de Svartisen gletsjer. Het is één van de grootste gletsjers van Noorwegen; als een grote klodder slagroom ligt hij uitgespreid over een tamelijk groot berggebied. Op twee plaatsen kwam hij vroeger tot op zeeniveau. De ‘neus’ van de gletsjer is nu een stuk teruggetrokken, maar nog steeds kun je er dichtbij komen.

Blog Anna Noord

De Svartisen gletsjer met een geankerde zeilboot ervoor

Mistboog

In de vroege ochtend is het bladstil en mistig. “Hopelijk klaart het snel op” mompelt Wietze, ingespannen turend naar de volgende ton. Ik ga snel naar binnen om ontbijt te maken, maar een tel later zet Wietze de motor in z’n vrij en roept me naar buiten. “Gauw, kom kijken!” Ik beloof m’n ogen niet: naast de boot zien we een mistboog, die perfect reflecteert in het vlakke water. Wát een belevenis! Binnen tien minuten heeft de zon de mist weggebrand en is het spektakel voorbij.

Blog Anna Noord

Een mistboog

Een paar uur later varen we een diepe fjord in. Aan het einde ligt een steigertje waar we nog net een plekje vinden om Anna Caroline vast te knopen. Het was een prachtig gezicht om de gletsjer langzaam maar zeker in zicht te krijgen. We staan te popelen om erheen te gaan. Met gehuurde fietsen leggen we de eerste kilometers naar de gletsjer af; de weg loopt langs een meer met smeltwater. Daarna begint de klauterpartij over de rotsen die door het ijs tot ronde vormen gesleten zijn. Almaar omhoog, terwijl de zon op ons brandt en we lopen te hijgen als werkpaarden.

Blauwe muur van ijs

En dan is het zover: we staan vlak bij de tien meter hoge blauwe muur van ijs. Het is ongelofelijk mooi en beangstigend tegelijk. De knallen van losbrekende stukken ijs, het ruisen van het smeltwater en het loeien van de wind die over het ijs tolt. Stilletjes staan we te kijken en te luisteren. Heel in de verte zien we Anna Caroline liggen.

Blog Anna Noord

De Svartisen gletsjer is indrukwekkend

Zuid

Eenmaal terug aan boord, blijven we zo lang mogelijk in de kuip zitten, met uitzicht op de gletsjer. De zon gaat langzaam naar beneden en kleurt het ijs zachtroze en dan oranje. Adembenemend mooi. Wietze maakt nog een paar foto’s en kijkt me dan peinzend aan. “Je zou willen dat dit nooit ophoudt hè?” Ik knik. “Weet je hoever het nog is naar Nederland?” Ik grijns: “ver, heel ver.” “Wanneer beginnen we dan écht serieus aan onze terugreis?” “Overmorgen. Ik wil eerst nog naar de Vega archipel. Unesco Wereld Erfgoed vanwege de eidereenden en hun dons. Kunnen we niet aan voorbij varen”, probeer ik het onvermijdelijke nog even uit te stellen.

Svartisen, Noorwegen, augustus 2023

Tags: Last modified: 5 september 2023
Sluiten