Reisverhalen

Columna Anna: Komt goed

10:14

“Morgen komen jullie allemaal bij mij thuis lunchen!” roept Ricardo enthousiast. Leuk! We zitten met een groep van zo’n twintig man bij elkaar aan een lange tafel. In een grote feestzaal is een festival gaande. Leuke muziek, lekker eten. Het is een gezellig rommeltje aan onze tafel. Allerlei talen vliegen heen en weer, leuke ontmoetingen. Vijf bootjesmensen en verder mensen die hier op de universiteit werken of een project doen. Ricardo spreekt goed Engels, evenals zijn twee volwassen dochters. De dochters kijken ook opgetogen. “Ja, jullie komen allemaal. Nemen jullie wat te drinken mee? Wij zorgen voor het eten.” Ik kijk op mijn horloge. Het is half twaalf ’s avonds. Over iets meer dan twaalf uur is de lunch. Als vooruit-plannende-Nederlandse kreun ik inwendig en heb medelijden met de vrouw van Ricardo die vannacht gaat horen dat er morgen een kleine invasie van hun huis gaat komen.

Maar mijn zorg is onterecht. De volgende dag is de lunch enorm gezellig, niks gaat mis en men improviseert er op los. ‘Het komt goed’ is de belangrijkste les die ik hier in Zuid-Amerika iedere keer weer leer. Agenda? Afspraken vooruit plannen? Kom op zeg. Vanavond bellen en morgen een gezamenlijke superbarbecue. Alles is op dit enthousiasme ingesteld: winkels hebben ellenlange openingstijden en van alles kan op het laatste moment nog gehuurd of geregeld worden. Wij genieten er enorm van, zeker omdat we in ons huidige leventje zo flexibel zijn als een blad in de wind.

Maar deze joie de vivre heeft ook een andere kant. Als men werk moet verrichten, is het gebrek aan planning ineens minder pittoresk. Zeker als er werk in jouw opdracht moet gebeuren. “Maak je geen zorgen, het komt goed”, gaat na een paar weken irriteren. Het grappige is, dat de dingen die je logisch vindt of waar je aan gewend bent, niet helpen.  Mailen of bellen om afspraken te maken werkt bijvoorbeeld niet. Het mondelinge overleg met de ‘maestro’(vakman) leidt tot het beste resultaat.  Omdat ze hun werk niet plannen, krijgt degene die de meeste aandacht vraagt vaak voorrang. Mailen of bellen is ‘onzichtbaar’ en krijgt dus minder voorrang. Chilenen zijn standaard erg vriendelijk, dat draagt ook bij aan deze werkvolgorde. ‘Nee’ zeggen komt niet snel voor.

Wij trapten in dezelfde val met onze yankee (type voorzeil red.). Al meteen bij aankomst in Valdivia haalden we hem eraf, want de UV-strip moest nodig vervangen worden. Toen we destijds in Nederland onze zeilen lieten maken, kozen we voor een zeilmaker met een internationaal netwerk. Het leek ons handig om steeds binnen dat netwerk zaken te doen. Achteraf een heerlijke misvatting, omdat je je elke keer weer vergist in de enorme omvang van de landen hier in Zuid-Amerika. Dus toen we lokaal informeerden, bleek dat de dichtstbijzijnde zeilmakers in Santiago zitten. Ruim 1000 kilometer hiervandaan!

We konden ons geluk dan ook niet op toen we op een dag een auto met het logo van de netwerk-zeilmaker zagen staan op het parkeerterrein van de jachthaven in Valdivia. We maakten kennis met Rodrigo, die partner bleek te zijn in een zeilmakerij. “Maak je geen zorgen, geef mij het zeil en ik regel het voor jullie.” Hopla, het zeil in de auto en per mail maakten we afspraken met zijn maatje Carlos over de werkzaamheden en de (torenhoge) kosten. Vol vertrouwen zagen wij de resultaten tegemoet.

Een maand verstreek. En nog een. En nog eentje. Na vier maanden gingen we wat dringender aan Rodrigo vragen of we ons zeil nog eens terug zouden gaan zien. Ja, het kwam allemaal goed. Ze konden niet aan de stof komen. Een maand later bleek de naaimachine in Valparaíso te staan. Maar het komt allemaal goed, verzekerde hij ons. We konden aan zijn gezicht zien dat zijn vertrouwen in de ‘maestro’s’ in Santiago wat af aan het nemen was. En ineens was hij weg. Zijn project in Valdivia was klaar en hij ging terug naar Santiago. We appten een zorgelijk bericht naar hem over ons zeil. “Komt goed” was het antwoord. We kregen nog een bevestiging van de kosten. En of we ook de telltales wilden vervangen? Néé! Voor we het weten, moeten ze die bestellen en kost het weer maanden.

En uiteindelijk komt het verlossende bericht. Het zeil is met een transportbedrijf onderweg en iemand gaat het afhalen op het depot in Valdivia. Trots komt hij het afleveren bij de boot. Het zeil is ingepakt alsof het van goud is. We zijn een half uurtje aan het snijden en knippen voordat we het bevrijd hebben. We rollen het uit op het gras bij de club en lopen alles goed na. Een zucht van opluchting: het ziet er goed uit. Wietze gaat meteen aan de slag met de restauratie van de telltales: ouderwets met een bolletje wol en een naald. “Zal ik je zo even helpen om het zeil te draaien?” vraag ik. Wietze grijnst. “Komt allemaal goed”. Lachend loop ik terug naar de boot.

Valdivia, Chili, december 2015.

 

 

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten