Reisverhalen

Column Anna: een diepe zilte zucht

08:00

De Brandaris zwaait z’n armen van licht geruststellend in het rond. Om de beurt wordt het duin, de Zeevaartschool, het mastenwoud in de haven en West-Terschelling verlicht. De lucht is helder en de sterren twinkelen als vanouds. “Kun je niet slapen?” komt Wietze zachtjes in de kuip. Ik knik in het donker en schuif tegen hem aan. “Wat is er?” vraagt hij terwijl hij z’n arm om me heen slaat. Ik zucht. “Kweenie. Vol hoofd”. Hij grinnikt en trekt me overeind. “Kom, mee naar binnen. Daar is het warmer”.

Column Anna

Eindeloos wandelen op Terschelling

De volgende dag sjouwen we heerlijk over het strand. Bij laag water kijk je de wereld uit. We lopen om de westpunt van Terschelling in de stevige bries. Ik geniet van de vogels, het zeehondje in de verte en de ruige natuur. De Waddenzee is schitterend in het volle zonlicht. Een paar boten liggen op het Groene Strand te wachten op het water dat al langzaam terug aan het komen is. Wietze grijnst naar me; ik zie dat hij er net zo blij van wordt als ik. Ik neurie het liedje van Bløf: “De zoute zee slaakt een diepe zilte zucht..”

Column Anna

Weer vertrekken of blijven…

Langzaam gaan we naar het noorden en staan een dik uur later uit te kijken over de Noordzee waar containerschepen en autoboten in een gestage rij voorbij komen. “Daar, nog geen drie dagen varen. Peterhead” wijs ik. “En daar, linksaf. In tien dagen kunnen we in A Coruña zijn. Dat gaat nog prima in september”.

Ratelend rollen daarna de woorden uit mijn mond. Ik schets vergezichten van opnieuw beginnen, gewoon wegvaren. Of een winter in Galicië. Of nee, nog beter: een winter in zuid-Spanje. En dan via de Canarische eilanden en Azoren weer terug naar Nederland. Of nee, nóg beter: via de Carieb terug. Nu ik het er toch over heb: waarom niet gewoon nog een rondje wereld? Wietze laat me uitrazen en glimlacht zijn verstandige glimlach.

Onderhandelen met het onvermijdelijke

“Je bent aan het onderhandelen met het onvermijdelijke” zegt hij uiteindelijk. “We hebben negen landen in corona tijd gedaan en je weet hoe ingewikkeld dat was. En daar wil je je nu weer gewoon in storten? Weet je wel hoeveel plekken nog dicht zitten? We zouden gaan concurreren met lokale bevolking om eten en medische zorg als het misgaat. Je hebt toch zelf gezien wat voor problemen dat oplevert?” Ik knik en geef hem natuurlijk helemaal gelijk.

“Ik wil het zeilzwerven gewoon niet opgeven” zucht ik. “Dat snap ik en met de huidige huizenmarkt hoef je je daar geen zorgen over te maken” schaterlacht Wietze. “En los daarvan, we moeten nog voor de winter de kant op. Ik wil wat huiddoorvoeren vervangen en ik ben niet helemaal gerust op de speling die we op de schroefas zagen toen we de laatste keer op de kant gingen in de Seychellen”. Met een wijds gebaar zegt hij: “kijk om je heen, geniet van dit moois. De zee gaat niet weg. Sneller dan je denkt is het weer voorjaar en varen we een paar maanden in Scandinavië”. Ik haal diep adem en land weer op het strand.

Na een urenlange wandeling ploffen we op het terras van de Walvis neer en ga ik in de regel-stand. Een rits telefoontjes later is alles geregeld: nog voor de winterdrukte kunnen we in Andijk voor twee weken de kant op. Wietze zit al een lijstje te maken van de klussen die hij aan wil pakken. Ik bestel wat te drinken en een portie garnalenkroketten; even later proosten we op deze verstandige nieuwe stap.

Lange slag

Column Anna

Op een bladstille dag naar Terschelling

Het is schitterend nazomerweer: de haven van Terschelling blijft redelijk vol liggen met mensen die allemaal net zo genieten als wij. Het is grappig om te zien hoe er op de steiger naar elkaar gegroet wordt: niet zo van ‘hoi’ of ‘goedemorgen’, maar met ‘lekker weer hè?’. We wandelen ons een slag in de rondte en gaan zelfs een dag op pad met elektrische fietsen. Weer een heel nieuwe belevenis en weer een dag om in te lijsten.

We rekken ons verblijf zo lang mogelijk, maar dan komt de hijsdatum toch echt snel dichterbij. “Overmorgen dan maar in één keer naar Andijk?” stel ik de onnodige vraag. Wietze lacht: “maar liefst 52 mijl!” Het wordt een schitterende zeildag. De matige oostenwind geeft ons op het Wad handen vol werk; zeker het kruisen door de Blauwe Slenk en langs wat wij altijd gekscherend ‘het Harlinger rif’ noemen is pittig. Al gauw gaan de jassen uit en even later volgen de fleece vesten. Met rode koppen maken we slag na slag, maar krijgen het helemaal voor elkaar. Hijgend draaien we de Boontjes op en pakken er een glaasje fris bij.

Hoe zwaar?

Column Anna

Wladimir en Jan klaren de klus

In Andijk worden we opgewacht door Wladimir en Jan, die wat schattend naar onze Anna Caroline kijken. “Hoe zwaar?” is de kernvraag. “Euh, leeg is ze 14 ton volgens de papieren van de vorige eigenaar” zegt Wietze. “Maar we wonen aan boord en hebben nogal wat reserve onderdelen en zo bij ons. Ik schat dat ze zo’n 16 of 17 ton is”. De beide mannen knikken en gaan aan de slag.

Ik krijg altijd de zenuwen als je hele hebben en houden zo in de takels gaat, maar de geruststellende geluiden van de beide havenmeesters helpen wel. Er zit een digitaal display op de kraan waarop het hijsgewicht te zien is. Langzaam loopt het op: 11 ton, 13, 15, 16, 17. Oei, we tikken bijna 18 ton aan. Wietze grimlacht naar me terwijl hij naar het display wijst. Ik knik terug. Als we eenmaal een opslag geregeld hebben, gaan we daar heel veel naar toe verhuizen.

Als we keurig opgebokt op een camperplaats staan, komt Pieter breed lachend naar ons toegelopen. Het is een hartelijk weerzien; onze ‘motorgoeroe’ heeft ons onderweg met raad en daad bijgestaan. Het is alweer ruim 15 jaar geleden dat Wietze samen met hem een nieuwe motor in de boot gezet heeft. “Dat motortje doet het fantastisch” knikt hij goedkeurend. “Bijna 7000 draaiuren toch?” Wietze knikt. Samen buigen ze zich over het schroefaslager. “Te veel speling. Moet eruit” is het oordeel. Wietze haalt z’n lijstje uit z’n zak en loopt daarna samen met Pieter de andere klussen door. Terwijl ze zo bezig zijn, ga ik binnen aan de slag.

Column Anna

Dat lager moet eruit, zegt Pieter

Na een uurtje komt Wietze binnen. “Hoe gaat-ie bij jou?” vraagt hij. “Goed” zeg ik. “Ik ben een column aan het schrijven”. “Leuk” zegt Wietze terwijl hij zich kop thee inschenkt uit de thermoskan die naast de laptop staat. “En hoe gaat het bij jou?” vraag ik. Wietze kijkt me peinzend aan en zegt: “Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws”.

Andijk, Nederland, september 2021

 

 

Bekijk HIER de vorige columns

Meer vertrekkersverhalen? Lees alles van Sailors for Sustainability, Black Moon en bekijk de vlog van Yndeleau.

Tags: , Last modified: 29 september 2021
Sluiten