Reisverhalen

Column Anna: een oude vriend

08:52

Met een krik blijft de motor op zijn plaats

Toen onze boot in 1988 gebouwd werd, koos de bouwer voor een oerdegelijke aanpak. Alles is vrij zwaar uitgevoerd, waardoor veel dingen het ook heel lang volhouden. Een van die stoere dingen is de ankerlier. Een trots Nieuw-Zeelands product, onverwoestbaar. Althans, zo ziet hij er uit. Maar toch zou je af en toe wat onderhoud willen doen of eens kijken hoe het er van binnen bij staat. Maar dat kon niet. De behuizing zat muurvast en vrijwel alle bouten waren verroest. Hij liep echter als een zonnetje en we bleven maar hopen dat hij het tot Nieuw-Zeeland vol zou houden. De rem deed het niet altijd meer en af en toe liep de kaapstander vast. Maar dat waren kleinigheden. We durfden er niet aan te gaan prutsen uit angst dat we hem niet meer in elkaar zouden kunnen krijgen en tot Nieuw-Zeeland zonder lier zouden zitten.

Leuk! Een V3000…

Opgelucht constateren we dat hij het volgehouden heeft. In de stokoude technische beschrijving die we van de vorige eigenaar kregen, lees ik dat de lier bij een bedrijf ten noorden van Auckland gemaakt is. Even zoeken op internet en ja hoor: Nilsson bestaat nog steeds. Verwachtingsvol draai ik het nummer. Een vriendelijke mevrouw neemt op. Ik leg uit dat we een hele oude lier van hun bedrijf hebben en dat we die graag voor onderhoud zouden willen brengen. Zonnig vraagt ze: “welk type is het?” Ik beken dat we geen typenummer hebben kunnen vinden en dat dat waarschijnlijk ergens verborgen zit onder de verf op de motor. Ze lacht en begint me allerlei detailvragen te stellen. Horizontale of verticale kaapstander? Positie van de tandwielkast ten opzichte van de motor? Ik ben blij verrast dat ze er zoveel van af weet; in mijn naïviteit had ik haar aangezien voor een telefoniste die eerstelijns klantcontact afhandelt. Als ik de antwoorden gegeven heb, zegt ze blij verrast: “Oh, wat leuk. Een V3000”. Wat daar leuk aan is weet ik niet, maar ik heb het gevoel dat ik haar een plezier gedaan heb met mijn vraag. “Ja hoor, haal hem maar los en kom maar brengen. Die kunnen we prima servicen”.

Bovendeks losmaken lukt nog wel

Onvermurwbaar

Zo gezegd, zo gedaan. Althans: dat dachten we. De ankerlier heeft het vreselijk naar z’n zin op z’n plekje voorop en is niet van zins om zich zonder verzet los te laten halen. De kaapstander en kroonwiel zitten bovendeks en de tandwielkast en motor onderdeks. De bovendekse onderdelen zijn er nog redelijk makkelijk af te halen. De kale as steekt na een halve dag demonteren uit het dek. Nu de zaak onderdeks nog loskrijgen. We kunnen onze kettingbak niet vanaf het dek bereiken, dat moet via een deurtje aan het voeteneind van het puntbed voorin. Wietze zit daar op z’n knieën in een rare hoek van alles los te schroeven en te duwen. Maar er is geen beweging in te krijgen. Ik loop naar Noel, die zijn houten Sina zelf gebouwd heeft. Sina heeft zo’n zelfde ankerlier als wij. Als ik hem om raad vraag, grijnst hij en kruipt even later bij Wietze in de voorpiek. De lier blijft onvermurwbaar. Een uurtje later is Noel terug met hardhouten wigjes. Voorzichtig tikt Wietze die tussen de motor en het dek. Om te voorkomen dat de zaak in één keer de kettingbak in valt, staat de lier gestut met een krik. Ik vraag me iedere keer weer af waarom wij een hydraulische krik aan boord hebben. Maar nu weet ik het weer.

De wigjes werken en langzaam kunnen we de hele zaak laten zakken. Opgelucht laden we alles in plastic bakken en bellen de vriendelijke mevrouw nog maar eens op. “We komen hem brengen”. Ze geeft nog een routebeschrijving en daar gaan we.

in de fabriek

Net op tijd vervangen

Van vóór 1983

Twee uur later staan we voor een oud bedrijfsgebouw. Door de open deur van de hal zien we nagelnieuwe machines naast prachtige historische exemplaren staan. Via een klein deurtje komen we een kantoortje binnen. “Ah, daar zijn jullie met de V3000!” zegt de vriendelijke mevrouw. Een jonge man loopt meteen binnen en begint waarderend te frummelen met de onderdelen in de plastic bak. Samen bekijken ze alles waarderend. Alsof een oude vriend weer teruggekomen is. “Weet je, we maken deze niet meer sinds 1983” zegt ze vol enthousiasme. Ik sta paf. Wietze raakt meteen met Mitchell aan de praat en samen zitten ze in een mum van tijd onder het vet van de losse onderdelen van de lier. Alles wordt geanalyseerd en Mitchell komt met allerlei ideeën om het weer op te knappen. Voorzichtig vraag ik aan Debbie of dat allemaal nog wel betaalbaar is. “Een nieuwe kopen?” zegt ze verbaasd. “Welnee, die zijn hartstikke duur. Deze is veel mooier en het is echt goedkoper om hem op te knappen.” Ik geloof haar op haar woord. We raken aan de praat en binnen de kortste keren vallen de puzzelstukjes op z’n plek. Dit is een, naar Nieuw-Zeelandse begrippen, heel oud familiebedrijf. Opa Jim begon met het maken van lieren uit wasmachine onderdelen. Zoon Grant nam het over. Debbie is zijn vrouw en de moeder van Mitchell die als derde generatie ook alles over lieren weet. Vol trots wijst ze op de glazen vitrine met al hun glimmende nieuw producten.

kan weer jaren mee

De V3000 weer als nieuw

Afscheid

Een week later stuurt Mitchell een berichtje dat de lier klaar is. Opgetogen rijden we er heen. De motor is vervangen en er zijn wat onderdelen opnieuw gefreesd uit massief brons. Hij heeft de oude motor opengemaakt om hem aan Wietze te laten zien. Wietze bijt op zijn lip. Aan zijn gezicht kan ik zien dat we mooi op tijd zijn geweest met deze servicebeurt. “Nou, jullie kunnen er weer een hele tijd tegenaan” zegt Mitchel waarderend. Als de creditcard piepend afscheid heeft genomen van een stapel Nieuw-Zeelandse dollars, laden we alles weer in de plastic bak. Tien minuten later zitten we in de auto en rijden weg. Ik kan het niet laten om nog even om te kijken om te zien of Mitchell misschien staat te zwaaien. Afscheid van een oude vriend.

Whangarei, Nieuw Zeeland, januari 2018

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten