Mist is niets anders dan een wolk die ons blind maakt. Je ziet niet waar je vaart en anderen zien je niet. Dat maakt onzeker. De volgende 12 tips voor het varen bij mist en daarnaast een goede voorbereiding, kennis en ervaring verminderen de angst voor een aanvaring, stranding of om te verdwalen.
Varen bij mist
1. Bepaal je positie
Zodra je merkt dat het zicht terugloopt, bepaal dan zo snel mogelijk je positie. Deze verwerk je in het logboek en plot je in de kaart. Mocht de elektronische plaatsbepaling om een of andere reden haperen, dan kunt je later via gegist bestek altijd nog je meest waarschijnlijke positie berekenen.
2. Vermijd aanvaringen
Vermijd risico op aanvaring. Blijf buiten drukke scheepvaartroutes en zoek als dat kan ondieper water op. Bij een waterdiepte van vier meter kom je geen grote scheepvaart tegen. Er zou natuurlijk wel eens een vissersschip of ander jacht kunnen varen, maar de overlevingskansen na een aanvaring zijn aanzienlijk groter dan bij een confrontatie met een snelle ferry of een bulkcarrier. Een visser die aan het vissen is, vaart in het algemeen niet harder dan vier knopen. Dat geeft je dus – vergeleken met een containerschip met een vaart van twintig knopen – meer tijd om uit te wijken.
3. Buiten blijven
Een van de meest bekende tips is om de bemanning met reddingvest buiten te laten zitten. Bij een langere tocht is dit in de praktijk toch lastig. De bemanning die er net een wacht op heeft zitten en van de welverdiende rust geniet, moet wakker worden en aan dek komen. Evident dat je zo de meeste overlevingskansen hebt bij een aanvaring. Maar als het risico erop gering is, omdat je bijvoorbeeld niet in de buurt van een scheepvaartroute bent, is het een overweging om de mensen hun rust te gunnen. Zo blijft je bemanning het langst fit. Het houden van een goede uitkijk bij mist vraagt immers veel concentratie en energie.
4. Signalen
Naast een verscherpte uitkijk en het voeren van navigatieverlichting, ben je volgens de Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op zee bij slecht zicht verplicht geluidssignalen te geven. Dat je met dit laatste de grote scheepvaart op zee alarmeert, lijkt een illusie. Ook de bemanning van een olietanker van driehonderd meter lang heeft formeel de plicht een goede uitkijk te houden, maar als dat niet op de brugvleugel van het schip gebeurt, is de kans nihil dat ze je scheepstoeter horen. Zelf luisteren is op volle zee belangrijker dan zelf herrie maken. Op kleiner water, zoals het IJsselmeer of het Wad, is de kans om gehoord te worden aanzienlijk groter.
5. Luisteren
Als er op de Noordzee sprake is van mist, is er meestal weinig tot geen wind. Windstilte geeft de mogelijkheid om niet alleen een goede uitkijk te houden, maar ook om goed te kunnen luisteren. Als je voorop de boot staat, hebt je minder last van het geluid van de eigen motor. Zet ook af en toe de motor uit om beter te kunnen luisteren. Scheepsmotoren zijn vaak al op grote afstand hoorbaar. Maar het blijkt nog heel lastig om te bepalen uit welke richting het geluid komt. Een blik op de kaart – scheepvaartroute, vaargeul, havens – kan meer duiding geven. Als je een scheepsmotor hoort, weet je in ieder geval dat je alert moet zijn en ieder moment een uitwijkmanoeuvre moet kunnen maken.
6. Bepaal het zicht
Bepaal het zicht. Dit geeft belangrijke informatie over wat je kunt verwachten. Ga je bijvoorbeeld bij het aanlopen van een haven beide havenpieren zien of niet Het is vaak lastig in te schatten wat het zicht nog is, vooral ‘s nachts. Het helpt om bij elk punt dat je op zichtafstand passeert, aan de hand van het log te bepalen wanneer het weer uit het zicht raakt.
7. Zicht
Waarnemen in beperkt zicht is lastig. Je bent al snel aan het turen in een deken witte watten. Als je dit zeer intensief doet, zie je na een half uur vanzelf wel iets. Of er nu echt iets is of niet. Het is raadzaam om het wachtlopen vlot af te wisselen en als je op wacht staat niet te gaan turen. Geef je ogen op tijd iets te zien door ze bijvoorbeeld even over de eigen boot te laten glijden. Daarna kunt je weer rondkijken. Zeker ’s nachts zie je de contouren van een schip vaak eerder als je er niet rechtstreeks heen kijkt. Dit heeft te maken met de grotere hoeveelheid kegeltjes in het centrum van je oog. Hiermee zie je kleur. Aan de randen van je blikveld heb je relatief meer staafjes die bij een lagere lichtopbrengst al zwart-witcontouren te zien geven.
8. Radar
Radar is een handig en praktisch hulpmiddel bij mist. Het vraagt wel de nodige ervaring om het beeld goed te kunnen interpreteren. Je zet de radar bij voorkeur bij voordat het zicht volledig betrokken is. Dit geeft je de tijd om het beeld dat je op het scherm ziet ook buiten te herkennen. Bovendien heb je zo de mogelijkheid om de instellingen af te stellen en deze buiten te controleren met je eigen waarneming. AIS is tevens ook een handig en praktisch hulpmiddel bij mist.
9. Marifoonbegeleiding
Als je zelf niet over een radar beschikt, kunt je via de marifoon begeleiding vragen aan een walstation of een ander schip. Essentieel is dat je weet waar je bent en dat diegene aan wie je vraagt om je ogen te zijn, dat ook weet. De ervaring leert dat, als het wat drukker is met scheepvaart, een fout snel gemaakt is. Een ander laten kijken, ontslaat je nooit van je eigen verantwoordelijkheid. Wat je in een drukker vaargebied kunt doen, is periodiek per marifoon aan de schepen om je heen laten weten waar je bent.
10. Radarreflector
Je kunt je eigen zichtbaarheid vergroten door als voorzorgsmaatregel bijvoorbeeld een actieve radarreflector in de mast te hangen. Je kunt ook een AIS-transponder gebruiken.
11. Haven zoeken
Als je een haven wilt aanlopen, vaar dan niet rechtstreeks naar de plek waar je denkt dat de ingang zich bevindt. Maak zoekslagen die vrijwel parallel aan de kustlijn lopen en stuur niet blind op het strand af in de hoop dat je aan de goede kant van de havenpier vaart.
12. Dieptelijn navigatie
Als de bodem geleidelijk oploopt, kunt je ook gebruik maken van de dieptelijn. Je zoekt een dieptelijn op – hou daarbij rekening met de rijzing – en stuur richting de kust tot de diepte afneemt. Dan stuur je weer richting open zee, tot je daar de dieptelijn weer doorkruist. De zoekslagen herhaal je tot je bijvoorbeeld de pier, een baken of de vaargeul naar de haven ontwaart.
Tekst: Truus Duisterwinkel en Sylvain van Ligtenberg
Foto: Masterfile
Tags: Mist, veiligheid Last modified: 16 maart 2021
zonder radar varen gaat bij dichtstbijzijnde boei ten anker kijk op kompas en schrijf het nummer van de boei op je vaarkaart,heb je telefoon geef je positie en nummer boei door aan radarpost eventueel aan andere schepen.
En niet vergeten beroepsvaart heeft altijd voorrang.
Met de telefoon???? Beste man ga aub get water niet op je bent een gevaar voor jezelf en anderen.
Vele schippers weten niet dat alle voorrangsregels bepaald in het internationaal aanvaringsreglement op zee vervallen wanneer schepen elkaar onderling niet kunnen zien. De regels gelden alleen wanneer schepen in “sight of each other” zijn. Het aanhouden van een veilige snelheid ifv de weersomstandigheden is dan van toepassing. Wanneer schepen elkaar terug zien, gelden de voorrangsregels terug.
De stelling dat beroepsvaart voorrang heeft, staat in geen enkel reglement. Dat is een wijdverspreide misvatting. Bij binnenwateren praten ze ivm de voorrangsregels over “grote schepen” zijnde langer dan 20 meter. Op zee wordt er geen onderscheid gemaakt tussen grote en kleine schepen.
Véronique Claus
Yachtmaster offshore Commercial Endorsed
Varen bij mist is op de binnenwateren (waaronder IJsselmeer en Waddenzee), niet toegestaan, ook niet als er een radar aan boord is. Je zult voor anker moeten gaan!
Varen met mist is af te raden. Maar je kan er natuurlijk in terecht komen. Dan moet je handelen. AIS en positie zijn handige hulpmiddelen.
Maar er zijn een hele serie aan aanvullende zeer belangrijke regels mbt regels voor schepen voor schepen onderling. In het kort:
Drukke vaarwegen waar je als jacht in het geheel niet mag varen (Die specifieke lijst staat in BPR, bijlage 9). In dat geval moet u op dichtstbijzijnde daarvoor geschikte plaats gaan stilliggen. In de praktijk dus buiten de vaargeul voor anker. Wat nu als de mist dan voortduurt of bij zwaar weer?. Overleg in dat geval direct met de instanties op de daartoe aangewezen marifoonkanaal.
Jachtradars voldoen niet aan de eisen van het BPR. Artikel 6.29 lid 3. U mag alleen varen met een goed gekeurde radar installatie, die passen niet op een jacht, en u beschikt over een radarbedieningspatent.
Daarnaast moet er ten alle tijden proactief worden uitgeluisterd op de daartoe aangewezen marifoonkanalen. Inderdaad gelden vaarregels, BVA, alleen voor schepen in zicht van elkaar.
Rob Bonte
Een tijdje geleden heb ook last gehad van mist tijdens het varen. Ik vond dit geen gemakkelijke situatie, omdat ik moeilijk inschattingen kon maken. Ik ga de tips in ieder geval noteren, zodat ik in de toekomst beter voorbereid ben in een soortgelijke situatie. https://www.schepenkring.nl/boot-verkopen/verkoop-uw-boot.html
Bij het aanlopen van een haven kun je, behalve van zoekslagen langs de kust, ook gebruik maken van een oude truuk: de opzettelijke fout. Loop de kust expres een paar mijl bv te noordelijk aan. Je kunt er dan zeker van zijn dat je de haveningang vindt als je je zoekslagen naar het zuiden maakt.