Navigatie

12 tips voor varen bij mist

12:55

Mist is niets anders dan een wolk die ons blind maakt. Je ziet niet waar je vaart en anderen zien je niet. Dat maakt onzeker. De volgende 12 tips voor het varen bij mist en daarnaast een goede voorbereiding, kennis en ervaring verminderen de angst voor een aanvaring, stranding of om te verdwalen.

Varen bij mist

1. Bepaal je positie

MistZodra je merkt dat het zicht terugloopt, bepaal dan zo snel mogelijk je positie. Deze verwerk je in het logboek en plot je in de kaart. Mocht de elektronische plaatsbepaling om een of andere reden haperen, dan kunt je later via gegist bestek altijd nog je meest waarschijnlijke positie berekenen.

2. Vermijd aanvaringen

Vermijd risico op aanvaring. Blijf buiten drukke scheepvaartroutes en zoek als dat kan ondieper water op. Bij een waterdiepte van vier meter kom je geen grote scheepvaart tegen. Er zou natuurlijk wel eens een vissersschip of ander jacht kunnen varen, maar de overlevingskansen na een aanvaring zijn aanzienlijk groter dan bij een confrontatie met een snelle ferry of een bulkcarrier. Een visser die aan het vissen is, vaart in het algemeen niet harder dan vier knopen. Dat geeft je dus – vergeleken met een containerschip met een vaart van twintig knopen – meer tijd om uit te wijken.

3. Buiten blijven

Een van de meest bekende tips is om de bemanning met reddingvest buiten te laten zitten. Bij een langere tocht is dit in de praktijk toch lastig. De bemanning die er net een wacht op heeft zitten en van de welverdiende rust geniet, moet wakker worden en aan dek komen. Evident dat je zo de meeste overlevingskansen hebt bij een aanvaring. Maar als het risico erop gering is, omdat je bijvoorbeeld niet in de buurt van een scheepvaartroute bent, is het een overweging om de mensen hun rust te gunnen. Zo blijft je bemanning het langst fit. Het houden van een goede uitkijk bij mist vraagt immers veel concentratie en energie.

4. Signalen

Naast een verscherpte uitkijk en het voeren van navigatieverlichting, ben je volgens de Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op zee bij slecht zicht verplicht geluidssignalen te geven. Dat je met dit laatste de grote scheepvaart op zee alarmeert, lijkt een illusie. Ook de bemanning van een olietanker van driehonderd meter lang heeft formeel de plicht een goede uitkijk te houden, maar als dat niet op de brugvleugel van het schip gebeurt, is de kans nihil dat ze je scheepstoeter horen. Zelf luisteren is op volle zee belangrijker dan zelf herrie maken. Op kleiner water, zoals het IJsselmeer of het Wad, is de kans om gehoord te worden aanzienlijk groter.

5. Luisteren

Als er op de Noordzee sprake is van mist, is er meestal weinig tot geen wind. Windstilte geeft de mogelijkheid om niet alleen een goede uitkijk te houden, maar ook om goed te kunnen luisteren. Als je voorop de boot staat, hebt je minder last van het geluid van de eigen motor. Zet ook af en toe de motor uit om beter te kunnen luisteren. Scheepsmotoren zijn vaak al op grote afstand hoorbaar. Maar het blijkt nog heel lastig om te bepalen uit welke richting het geluid komt. Een blik op de kaart – scheepvaartroute, vaargeul, havens – kan meer duiding geven. Als je een scheepsmotor hoort, weet je in ieder geval dat je alert moet zijn en ieder moment een uitwijkmanoeuvre moet kunnen maken.

6. Bepaal het zicht

Bepaal het zicht. Dit geeft belangrijke informatie over wat je kunt verwachten. Ga je bijvoorbeeld bij het aanlopen van een haven beide havenpieren zien of niet Het is vaak lastig in te schatten wat het zicht nog is, vooral ‘s nachts. Het helpt om bij elk punt dat je op zichtafstand passeert, aan de hand van het log te bepalen wanneer het weer uit het zicht raakt.

7. Zicht

Waarnemen in beperkt zicht is lastig. Je bent al snel aan het turen in een deken witte watten. Als je dit zeer intensief doet, zie je na een half uur vanzelf wel iets. Of er nu echt iets is of niet. Het is raadzaam om het wachtlopen vlot af te wisselen en als je op wacht staat niet te gaan turen. Geef je ogen op tijd iets te zien door ze bijvoorbeeld even over de eigen boot te laten glijden. Daarna kunt je weer rondkijken. Zeker ’s nachts zie je de contouren van een schip vaak eerder als je er niet rechtstreeks heen kijkt. Dit heeft te maken met de grotere hoeveelheid kegeltjes in het centrum van je oog. Hiermee zie je kleur. Aan de randen van je blikveld heb je relatief meer staafjes die bij een lagere lichtopbrengst al zwart-witcontouren te zien geven.

8. Radar

Radar is een handig en praktisch hulpmiddel bij mist. Het vraagt wel de nodige ervaring om het beeld goed te kunnen interpreteren. Je zet de radar bij voorkeur bij voordat het zicht volledig betrokken is. Dit geeft je de tijd om het beeld dat je op het scherm ziet ook buiten te herkennen. Bovendien heb je zo de mogelijkheid om de instellingen af te stellen en deze buiten te controleren met je eigen waarneming. AIS is tevens ook een handig en praktisch hulpmiddel bij mist.

9. Marifoonbegeleiding

Als je zelf niet over een radar beschikt, kunt je via de marifoon begeleiding vragen aan een walstation of een ander schip. Essentieel is dat je weet waar je bent en dat diegene aan wie je vraagt om je ogen te zijn, dat ook weet. De ervaring leert dat, als het wat drukker is met scheepvaart, een fout snel gemaakt is. Een ander laten kijken, ontslaat je nooit van je eigen verantwoordelijkheid. Wat je in een drukker vaargebied kunt doen, is periodiek per marifoon aan de schepen om je heen laten weten waar je bent.

10. Radarreflector

Je kunt je eigen zichtbaarheid vergroten door als voorzorgsmaatregel bijvoorbeeld een actieve radarreflector in de mast te hangen. Je kunt ook een AIS-transponder gebruiken.

11. Haven zoeken

Als je een haven wilt aanlopen, vaar dan niet rechtstreeks naar de plek waar je denkt dat de ingang zich bevindt. Maak zoekslagen die vrijwel parallel aan de kustlijn lopen en stuur niet blind op het strand af in de hoop dat je aan de goede kant van de havenpier vaart.

12. Dieptelijn navigatie

Als de bodem geleidelijk oploopt, kunt je ook gebruik maken van de dieptelijn. Je zoekt een dieptelijn op – hou daarbij rekening met de rijzing – en stuur richting de kust tot de diepte afneemt. Dan stuur je weer richting open zee, tot je daar de dieptelijn weer doorkruist. De zoekslagen herhaal je tot je bijvoorbeeld de pier, een baken of de vaargeul naar de haven ontwaart.

Tekst: Truus Duisterwinkel en Sylvain van Ligtenberg

Foto: Masterfile

Tags: , Last modified: 16 maart 2021
Sluiten