Reisverhalen

Column Anna: Zware zaken

12:16

Sevilla, 4 maart 2014

 “Hier lees je altijd over in zeilbladen”, zeg ik met een zenuwachtige giechel tegen Wietze. Aan zijn strakke gezicht zie ik dat hij er de humor niet echt van inziet. Slechts 50 meter scheiden ons van een zeer aantrekkelijk uitziend bankje in de vertrekhal van Schiphol. Tussen ons en dat bankje zitten twee hobbels: het inchecken van de koffer en het scannen van de handbagage. We hebben niets te vrezen, alles is voorzien van papieren en stempels. Maar toch weten we dat we op z’n minst rare vragen krijgen.

En ja hoor. Bingo! “Wat zit er in die koffer?”, vraagt de man aan de incheckbalie vriendelijk. Ik kan een lachje niet onderdrukken. De niet eens zo grote koffer weegt immers enorm veel. De keerkoppeling is in Nederland gereviseerd, dus we hebben hem ingepakt of hij van puur goud is. Naast de keerkoppeling zitten er nog allerlei onderdelen in de koffer. Bij elkaar is het precies binnen de limiet voor bagage. We hebben het maximale ‘bijgekocht’ voor ruimbagage, dus het zou moeten lukken. We leggen de oorzaak voor het hoge gewicht uit. Zolang er geen brandstof of olie in zit, gaat hij dan maar akkoord. We krijgen alsnog het felbegeerde stickertje op onze boardingpass. Stap 1 is gelukt.

Dan naar de volgende hobbel: het scannen van de handbagage. We weten dat ons hier de moeilijkste vragen te wachten staan, dus bijna opgetogen staan we alles in de bakken te doen. Als het treintje bakken door het apparaat gaat, zien we aan de andere kant de monden openzakken. De chef wordt erbij gehaald. Wij lopen rustig door het poortje en wachten op wat komen gaat. Met veel plechtigheid worden de beide tassen voor ons neergezet en opengemaakt. De twee veiligheidsmannen hebben even later elk één motorsteun in hun handen. “Wat is dit?” Met een ernstig gezicht weet Wietze overtuigend uit te leggen dat het niet vreemd is om zoiets in je handbagage te hebben. Zuchtend gaan ze akkoord en kunnen we alles weer inpakken.

Maar dan komt een derde veiligheidsman aanlopen met een nors gezicht. Met een klap zet hij de laatste bak voor ons neer. “Is dit ook van u?”, Als we bevestigend knikken, kijkt hij ons aan alsof we gek geworden zijn. “Dus u wilt een koelelement meenemen het vliegtuig in?” Tsja. Dat wordt weer uitleggen.

Voor vertrek hebben we in een gespecialiseerde tropenkliniek een vaccinatieprogramma doorlopen, passend bij onze reis. Alles is gelukt, behalve één boosterprik. Die moeten we eind april van dit jaar krijgen. Hoe doe je dat als je niet meer in Nederland komt en ook niet precies weet waar je rond die tijd zit? Eenvoudig: de kliniek wilde meewerken, mits we aan alle voorwaarden voldeden. Het uitgeschreven recept werd door een hele behulpzame apotheek besteld. Tijdens ons bezoek aan Nederland konden we de ampullen met het vaccin ophalen. Eind april zoeken we een dokter en klaar is Kees.

Nou, zo simpel was het niet. Dit vaccin moet gekoeld bewaard worden. Aan boord is een koelkast, dus dat is geen probleem. Om echter onze reis te kunnen overbruggen, hebben we een ingenieuze verpakking geknutseld met een koelelement en een zilverkleurige diepvrieszak. Voor het vaccin hebben de veiligheidsmannen geen belangstelling. Maar het koelelement lijkt wel een gevaarlijk wapen! Het moet mee naar een aparte ruimte en komt pas veel later terug. Gelukkig bleek het bij de test inderdaad een koelelement te zijn.

We pakken alles weer in, opgelucht dat ook deze hobbel genomen is. Terwijl we naar het bankje lopen, zegt Wietze terloops: “Hoe gaan we dat bij de douane in Spanje doen? Heb jij een woordenlijstje gemaakt?” Ik sta een moment stil van schrik. Dan zie ik zijn brede grijns en begrijp dat ik erin getrapt ben. Lachend sjouwen we verder.

Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten