Reisverhalen

Column Anna: Een eiland als een booreiland

08:02

Column Anna
De deining in de ankerbaai is enorm

“Anna Caroline, dit is Ascension Island Port Control. Een boot komt naar jullie toe om aan te wijzen waar jullie moeten ankeren. Zij zullen jullie ook aan land brengen met jullie papieren.” Ik kijk Wietze aan en zeg “goede service hier”. Maar voordat de dame van Port Control de zendknop loslaat, hoor ik haar nog zeggen: “Bel de dokter, de Nederlanders zijn hier met de medicijnen”. We glimlachen. Toen we aan het uitklaren waren op Saint Helena, kwam ineens het verzoek of we ook een doos met nood-medicijnen mee wilden nemen naar Ascension. Eerlijk gezegd vonden we dat prachtig: volgens de oude tradities van de zee een helpende hand toesteken naar afgelegen eilandbewoners; mooier kan het niet. De havenmeester stond een half uur later met een doos voor onze neus.

Circusact

Twee uur later zijn we er zeker van dat ons anker ingegraven is en roepen we de boot op. Dat is een vervaarlijk militair ogend geval. Medicijndoos en rugzak met papieren gaan mee. Ascension staat bekend om de hoge deining en vandaag is geen uitzondering. Drie meter hoge golven rollen traag door de ankerbaai en slaan met doffe klappen op het strand en tegen de pier aan. Die pier moeten we dus op; het is een complete circusact. De boot wordt langszij geparkeerd, Wietze grijpt een van de lange touwen die aan een soort beugel hangen. Hij slingert zich op het hoogtepunt van de golf op de betonnen trappen. Dan is het een kwestie van razendsnel alles overzetten op de top van de volgende golf. En dan slinger ik me erop.

Column Anna

Dokter Bill Hardy neemt de medicijnen in ontvangst

Nog wat naschuddend lopen we naar het kantoor van Port Control en Immigratie. Terwijl het invullen van formulieren en het stempelen in volle gang is, stopt er een ambulance met piepende banden voor de deur. “Dokter Bill Hardy?” vraagt Wietze. Hij knikt en pakt de doos aan. We krijgen een hand en weg is hij weer. De stempelende dames stoppen met hun werk om ons nogmaals te bedanken.

Nuttig eiland

Column Anna

Georgetown is een stadje van contrasten

Tevreden slenteren we door Georgetown, het hoofdstadje van het eiland dat iets kleiner is dan Texel. Zwart vulkaanzand vormt een mooi contrast met de witte gebouwen die overal staan. Sommige zijn al eeuwenoud, andere zijn veel recenter neergezet en ogen erg functioneel. De steile bergtoppen op de achtergrond geven het geheel een wat buitenaards gevoel, zeker omdat letterlijk overal waar je kijkt antennes staan. Van steile sprieten, tot ingenieuze spinnenwebben, tot overmaatse golfballen: er is van alles te zien. Het eiland is door z’n strategische ligging een ideale plek voor allerhande zend- en ontvangwerkzaamheden. We gaan ook nog even bij het strand kijken. Hagelwit zand en boven de vloedlijn forse kuilen. Het strand heet Turtle Beach en dat heeft een reden: tientallen groene schildpadden leggen hier elk jaar hun eieren. We kijken goed of we iets zien, maar op het midden van de dag liggen ze waarschijnlijk lekker in het water af te koelen.

Verderop staat het ziekenhuisje. “Ah, daar zijn jullie”. Dokter Hardy staat achter ons. “Mijn dienst zit erop, kom mee”. We lopen mee naar zijn huis naast het ziekenhuis. Op de veranda zitten we even later genoeglijk met hem en zijn vrouw aan een koel glaasje fris. “Nogmaals dank jongens, we hadden die medicijnen echt nodig”. We vragen hem om nog wat meer te vertellen over het eiland. “Het is vrijwel hetzelfde verhaal als Saint Helena” begint hij. “Ascension ligt gewoon erg handig in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Op Saint Helena werden mensen afgezet om boerderijen te beginnen om de schepen te bevoorraden. Dat is hier nooit gebeurd omdat er weinig vruchtbare grond is. Dus vanaf ongeveer 1550 kwamen er al schepen. Uiteindelijk hebben de Britten het geclaimd toen Napoleon in 1815 in ballingschap op Saint Helena werd geparkeerd: ze waren bang dat Ascension gebruikt zou worden als startplek voor een bevrijdingsactie. Vanaf 1843 brachten de Britten bomen mee; daarom is het nu een stuk groener”. “En hoe is het om hier nu te leven?” vraagt Wietze. “Er wonen zo’n 850 mensen. Je moet het vergelijken met een booreiland: als je hier geen werk hebt, moet je weg. Alles heeft een doel of een reden. Er zijn twee militaire bases: een Britse en een Amerikaanse. Er ligt een joekel van een landingsbaan waar hele grote vliegtuigen kunnen landen; dat heeft voor militaire en humanitaire doelen erg veel nut. Daarnaast zijn er mensen die voor de lokale overheid werken; die komen vaak van Saint Helena”. We proberen ons het leven hier voor te stellen. “Het is af en toe eenzaam” zegt Felicity, de vrouw van de dokter.

Vissenpoep

Column Anna

Overal antennes op Ascension Island

De volgende dag hebben we een gesprek met Tiffany Simpson, het hoofd van de afdeling natuurbescherming van het eiland; een enthousiaste zeebioloog die innovatieve ideeën heeft waar ze zeilers bij wil betrekken. “Rondom Ascension is een groot deel van de oceaan beschermd gebied, dat we nader willen onderzoeken. Dat gaan we op veel verschillende manieren doen, maar we hebben hier natuurlijk maar beperkt budget en capaciteit. Eén van de trajecten is het analyseren van oppervlaktewater. Alles wat daar rondzwemt laat iets achter: schubben, huidschilfers of poep bijvoorbeeld. Door oppervlaktewater te verzamelen en het DNA te analyseren, kunnen we leren over de biodiversiteit, zeldzame diersoorten en de bewegingen van groepen dieren. Als we dat meerdere jaren achter elkaar doen, kunnen we informatie van onschatbare waarde verzamelen”. “En de rol van de jachten?” vraag ik. “Dat is het mooie” lacht ze. ”Wij realiseerden ons dat er elk jaar jachten van Saint Helena naar Ascension varen. Als we dus deze jachten vragen om elke dag wat zeewater te verzamelen, krijgen we vanzelf goede steekproeven voor ons onderzoek”. Ze zijn inmiddels in contact met de jachtclub op Saint Helena: de testkits gaan daar naar toe, zodat ze onder de jachten uitgedeeld kunnen worden. Ze zucht: “ik kan niet wachten tot we volgend jaar met de eerste groepen jachten de gevulde testkits binnen krijgen”. We vinden het machtig interessant en praten nog lang door over de praktische kant van de zaak: hoe haal je vanaf je dek een steekproef binnen, waar sla je het op en hoe komt het in haar laboratorium terecht?

Tiffany en haar man Dan zijn enthousiaste zeilers; we eindigen de dag met een koel biertje bij ons aan boord. Er zijn duizend gespreksonderwerpen, zoals altijd met leuke mensen. “Wanneer gaan jullie weer?” vraagt Dan. “Overmorgen” zegt Wietze. “Morgen zoeken we eerst nog een plek waar we internet kunnen krijgen. Dan nog wat diesel om ons goed door de doldrums te helpen en dinsdag beginnen we aan het lange stuk naar de Azoren”. “Kunnen we mee?” vraagt Dan. We schieten allemaal in de lach. “Dit wordt onze langste en lastigste oversteek van de hele reis” zeg ik even later. “Blijf maar lekker hier; jullie mooie projecten vragen om jullie aanwezigheid”.

Sterk bootmeisje

Column Anna

Aan deze touwen slinger je je op het betonnen platform

De volgende dag doen we weer de circusact om de wal op te komen, dit keer met een extra moeilijkheidsgraad: er moeten vijf jerrycans mee voor diesel. En dan is het handig dat het een militaire basis: er komen twee mannen met zo’n beschermingshelm, een veiligheidshesje en zo’n blik van ‘geef maar hier mevrouwtje’ aangelopen. In een wip zijn de jerrycans gevuld en weer aan boord van de veerboot gezet. Eenmaal bij onze Anna Caroline heeft de bootchauffeur z’n handen er aan vol om zachtjes langszij te komen. Wietze vliegt aan boord en ik geef hem de zware jerrycans zo snel als ik kan. De bootchauffeur knijpt in m’n bovenarm en lacht: “Sterk bootmeisje”. Ik wapper m’n grijze lokken in de wind en stap breed lachend aan boord.

Ascension, Zuid Atlantische Oceaan, mei 2021.

Bekijk HIER de vorige columns

Wil je meer verhalen over en van wereldzeilers? Word dan abonnee van ons maandelijkse magazine!

Tags: , Last modified: 19 mei 2021
Sluiten