Wedstrijden

De wedstrijd winnen

Wedstrijdzeilen voor beginners (slot)

14:25

Een goede start, een snel kruisrak, slim rond de boei en een strak spirak – allemaal interessant, maar uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat je de wedstrijd wint. Daarom deze maand: hoe ga je als winnaar over de lijn?

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen editie 08/2019
Tekst: Klaas Wiersma

Klik hier om deel 1 (Starten voor beginners) te lezen
En hier om deel 2 (Een slim kruisrak varen) te lezen
En hier om deel 3 (Ruimte!) te lezen
En hier om deel 4 (Omhoog dat ding) te lezen

Helaas win je als beginnend team natuurlijk niet meteen wedstrijden. Sterker nog, je zult eerder helemaal onderop de uitslagenlijst eindigen dan bovenaan. En dat is helemaal niet erg; iedereen is achterin het veld begonnen. Kinderen die spreekwoor­delijk ‘op hun zesde in de Optimist zijn geschopt’, hebben meestal een voorsprong. Maar bij lang niet alle topzeilers is het racen met de paplepel ingegoten. Iedereen kan op elke leeftijd een goede wedstrijdzeiler worden. Bovendien hangt het er natuurlijk ook sterk vanaf aan wie je je wilt meten. Op een North Sea Regatta bij Scheveningen racen teams van wereldniveau. Maar op de meeste plassen wordt elke week een onderlinge wedstrijd gevaren. Tijdens deze heerlijke doordeweekse avondwedstrijdjes, maak je veel eerder kans om een keer vooraan te eindigen.

Enthousiaste Rookie

Ons beginnende wedstrijdteam op Rookie maakte een heftig eerste wedstrijdweekend mee. Er ging van alles mis: een mislukte start, een verliezend kruisrak, boeirondingen met veel andere schepen. Maar het team leerde ook veel. Bijvoorbeeld hoe belangrijk de onderlinge communicatie aan boord is. Daarnaast bleek het team sterk in het goed houden van de sfeer aan boord, vooral op de momenten dat het niet zo lekker gaat.
Het enthousiasme is zo groot dat de hele groep woensdag na het werk naar de boot komt voor de woensdagavond­ wedstrijd van de vereniging. Er zijn vijf andere boten. Twee van de tegenstanders zeilen dualhanded. De wedstrijd start voor de haven en de baan bestaat uit een route langs verschillende boeien van de vaargeul. Het licht is zacht van de lage zon en er staat een vriendelijke windkracht drie.

Voorbereiding

”Nog even de spi omhoog om te kijken of alles goed zit?,” oppert schipper Jan ruim voor de start. Voordekker Jelle heeft de zak al bovendeks. Vallenvrouw en tacticus Nynke houdt de windrichting in de gaten tijdens het aandewindse proefzeilen. Ook de andere zeilers kijken om zich heen om een beeld te krijgen van de wind. Een kwartiertje voor het startschot roept Jan iedereen naar de kuip. Het weer wordt besproken en iedereen heeft gezien dat de wind aan een kant van het meer een stuk minder is. “Als we starten, moeten we dus zo snel mogelijk overstag,” stelt Nynke, “dan moeten we zorgen dat we de bovenste boot zijn.” Er wordt ook aan een plan­B gedacht, mocht het niet lukken om als bovenste boot te starten. “Dan blijven we over bakboord varen tot we overstag kunnen gaan.” Beroepszeilster Annemieke Bes: “Dat ziet eruit als een goede voorbereiding. Mooi ook om te zien dat de sfeer zo goed is aan boord; dan wil iedereen hard werken.”
Gijs Vlas: “Ja, ze kijken naar de wind en naar de baan. Er wordt goed gecommuniceerd. Ze denken na over hun strategie en ook aan de tactiek met andere boten. Ze pakken hun rust voor de start. Allemaal zaken die van belang zijn om een goede race neer te zetten.”

Strategie

De discipline voor de start wordt beloond: Rookie gaat als bovenste boot over de lijn. Jan en Nynke hebben kort oog­contact. “Klaar voor overstag,” zegt Jan dan zachtjes, alsof hij z’n concurrenten niet op ideeën wil brengen. Heel rustig loeft de boot op. De zeilers blijven in de reling tot de boot over de nieuwe boeg ligt. Als een blok bewegen ze naar de nieuwe loefkant. Door de pompbeweging van de rolltack krijgt de boot extra snelheid.
Nynke: “We varen nog een stukje door, maar niet te extreem. Mocht de wind draaien, dan zitten we niet helemaal aan de verkeerde kant van het kruisrak.”
En even later: “Zie je die vlaag daar voor de boot, Jan? Die donkere vlek op het water? Oké, ik wil aan het begin van die vlaag overstag.” Door in de vlaag overstag te gaan maakt het team extra lang gebruik van de betere wind.
Nu komen ook de andere boten naar de stuurboordzijde van het veld. Rookies strategie heeft al winst opgeleverd want de concurrenten gaan achterlangs. Alleen Magic kan net niet voor Rookie langs. Het team gaat onder Rookie overstag. “Wat doen we met Magic?” vraagt Nynke. “Voor­ lopig heb ik geen last van hem,” antwoordt Jan. Het team begint optimistisch aan de lange slag naar de eerste boei.

Rust verstoord

Dan klinkt Jans telefoon. “Laat maar,” zegt de schipper. Hij laat de telefoon rinkelen en zoemen in de binnenzak van zijn zeiljas. Maar de beller houdt aan en even later gaat de telefoon opnieuw. “Sorry jongens, ik moet ’m even pak­ ken.” Hij begint in zijn pak te zoeken maar het zwemvest zit in de weg. “Henk, neem jij het roer even over?” De grootschoottrimmer neemt zijn plek aan het stuurwiel over terwijl de schipper door de kuip richting kajuitingang gaat. Het gesprek duurt langer dan verwacht. Henk is een ervaren stuurman en hij doet z’n best om de snelheid in de boot te houden. Toch valt de snelheid terug en begint Magic een voorsprong op te bouwen. De tegenstander vaart niet hoger maar wel een flink stuk harder. Blijkbaar is het niet zo makkelijk om het schip zo te sturen dat het op snelheid blijft. Henk is blij als de schipper weer achter het roer kruipt.
Bes: “Zoveel onrust in de boot, dat werkt niet. Telefoons gewoon in de kajuit bewaren en op stil natuurlijk. Als er niet goed wordt gestuurd, valt dat meteen op. Maar in principe maken alle jobs aan boord onderscheid.
Iedereen heeft een even belangrijke taak. En bedenk wel dat je als stuurman of stuurvrouw de boot alleen hard kunt laten gaan als al het andere ook klopt.
Dus dat je altijd de ultieme zeiltrim hebt of de beste gewichtsverdeling. Dan wordt het weer makkelijker voor de stuurman of -­vrouw. Het heeft allemaal met elkaar te maken.”

Drie aanpassingen

Op Rookie is de snelheid nog steeds niet terug. Magic blijft uitlopen en vaart nu ook hoger aan de wind. De fanatieke Nynke komt resoluut in actie. “Kan de wagen van het lijoog wat verder naar voren? We hebben geen power.” Ze loopt naar de mast om te bekijken hoe de zeilen staan. Terug in de kuip begint ze vallen te verstellen. “Kun je nu hoger, Jan?” Zonder het antwoord af te wachten, roept ze: “Gewicht moet meer naar voren…!”
De bemanningsleden verplaatsen zich schuifelend richting de mast. Maar het mag allemaal niet baten. Rookies prestaties worden er eerder minder op dan beter. Bes herkent deze valkuil van ambitieuze, beginnende zeilers. “Soms wil je zo graag, dat je dingen gaat doen om het dingen doen. Hetzelfde geldt voor het onderling communiceren. Je moet niet gaan praten om het praten. Alleen functionele dingen bespreek je.
Rust houden aan boord is zo belangrijk. Als je drie dingen tegelijk verandert, dan weet je nooit wat het effect is van je aanpassingen. Het is de uitdaging om de gulden midden­ weg te vinden. En als je eenmaal je snelheid weer hebt en het voelt goed, probeer dan ook die controle weer te vin­ den.”
Vlas: “Het is een dunne lijn tussen aan de ene kant actief bezig zijn met het zeilen, maar ook die rust te houden.”

Perfecte wedstrijd

We laten Rookie even gaan en bekijken het fenomeen wedstrijdzeilen eens van wat meer afstand. Stel je eens voor dat je de perfecte zeilwedstrijd vaart zonder een enkele fout te maken. Alles klopt. Soms voelt het wel eens alsof dat gebeurt; een heerlijk gevoel. Toch maken ook de allerbeste zeilers nog steeds fouten, zelfs al winnen ze elke wedstrijd. Voor de perfecte race moet een oneindig aantal factoren juist zijn. Stel je voor dat je een wedstrijdschip hebt waar alles automatisch zou gaan. De zeilen hebben bijvoorbeeld constant de perfecte vorm voor wind en boot­ snelheid van dat moment. De boot heeft steeds de juiste helling omdat het gewicht zich altijd op de optimale plaats in de boot bevindt. Natuurlijk is er een ideale route waar de wind steeds optimaal is. Op elke beweging van andere boten wordt perfect gereageerd. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Niemand kan zo’n perfecte wedstrijd zeilen. Het enige wat we kunnen doen, is proberen hier zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen door zo min mogelijk fouten te maken. Die fouten kunnen hele kleine dingetjes zijn, bijvoorbeeld dat je je zeilen niet continu kunt trimmen. Grote fouten kunnen heel veel schelen. Een tijdje te hoog aan de wind sturen kan je zo een paar bootlengtes kosten.
Het leuke is dat je als beginnend wedstrijdteam hele grote stappen kunt maken. Elke verbetering levert een flink aantal bootlengtes op. Neem bijvoorbeeld de start: alleen al door op tijd en met snelheid over de lijn te gaan, bespaar je flink wat meters ten opzichte van boten die op het start­sein pas de schoten aantrekken. Groeit een team, dan worden de marges steeds kleiner. En dit is precies waarom wedstrijdzeilen zo leuk blijft.

Spiraal van verbetering

Vlas kent deze benadering en voegt er nog iets aan toe. “Je kunt alle aspecten van het wedstrijdzeilen indelen in een aantal groepen. Zo heb je bijvoorbeeld de tactiek, de strategie en de trim van de boot, maar ook het materiaal maakt verschil. Stel dat je deze aspecten indeelt als partjes van een sinaasappel. Elk partje is een aspect. De hele cirkel omvat alles wat met wedstrijdzeilen te maken heeft. Als je als team beter wilt worden, zal je aan al die partjes aandacht moeten besteden. Bij sommige onderdelen is dat makkelijk, bij andere kan het heel lastig zijn om er op te verbeteren. En als je de hele cirkel hebt gehad, dan kun je vast weer beter worden op het onderdeel waar je mee begon. Die leerweg zou je in de sinaasappel kunnen tekenen als een spiraal waarbij het centrum de ‘perfect gezeilde wedstrijd’ is.”

Eerst verlies pakken

Rookie is inmiddels bijna bij de eerste boei. Hierna volgt een lang spinakerrak. Magic gaat voorop, Rookie ligt tweede. Na kort overleg meldt Nynke aan de bemanning wat het strijdplan is: “Na de boei gaan we eerst gijpen en dan pas hijsen we de spi. Zo blijven we uit de luwte van die bomen.” Geheel volgens plan neemt het team eerst z’n verlies met een ongunstige klap.
Als de schepen weer op dezelfde koers liggen, begint de investering zich uit te betalen. Rookie heeft meer wind en loopt harder. Gestaag wordt de achterstand omgezet in een voorsprong. Bij de onderton ligt het team voor en de rest van de wedstrijd geven ze de eerste plaats niet meer uit handen. Team Rookie wint voor het eerst een wedstrijd – een overwinning die smaakt naar meer.

De spiraal

Het is goed om te weten op welke punten je kunt verbeteren. Maar de grote vraag is natuurlijk hoe je dat moet doen. Een korte samenvatting van alle tips uit deze serie.

Voorbereiding

Zorg dat iedereen fit en uitgerust is. Ga een uur voor de race het water op om een beeld te krijgen van de omstandigheden op het water. Vooral de wind is interessant. Vaar een proefkruisrakje, hijs de spinaker of gennaker een keer omhoog om zeker te weten dat deze goed in de zak zit en een proefgijp is altijd nuttig.

Starten

Peil hoe de wind staat ten opzichte van de baan en kies een kant van de baan en een kant van de startlijn. Zorg ervoor dat je ‘in het schot’ hard en hoog aan de wind over de lijn gaat.

Snelheid en hoogte

Eenmaal in de baan gaat het om snelheid en hoogte. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Of de boot goed loopt, is afhan­kelijk van een heleboel factoren. Dit partje van de spiraal zou je kunnen opdelen in verschillende kleine onderdelen. Immers, de manier van sturen is cruciaal, maar als de zeilen niet goed zijn getrimd, loopt de boot toch niet. De gewichtsverdeling aan boord is van belang voor de snelheid. De staat van de zeilen speelt ook mee.

Trimmen

Aan de vorm van de zeilen kun je verschil­lende dingen veranderen. Per boot is bij elke windkracht een ideale stand van het tuig. Sommige onderdelen vertrim je zeer regelmatig, zoals de overloop van de groot­ schoot. Het lijoog van de fok bijvoorbeeld trim je alleen als de wind verandert. Probeer nieuwe standen uit, maar verander steeds maar één ding tegelijk.

Strategie en tactiek

Een deel van de strategie heb je voor de start bedacht, tijdens het kruisrak ga je daarmee door. Nu komt ook tactiek kijken, het slim omgaan met andere boten. Laat je je afdekken of vaar je vrij? Kun je een ande­re boot hinderen? Door tactisch te varen valt er veel te winnen bij boeirondingen.

Handelingen

In de handleiding over het kruisrak hadden we het over de roll-tack: het overstag gaan waarbij de bemanning zo naar loef komt dat er een pompbeweging ontstaat. Met het snel en foutloos hijsen, gijpen en strijken van de spinaker of gennaker is veel te winnen – of beter gezegd: kunnen de verliezen aanzienlijk worden beperkt.

Team

Alleen door goed samen te werken wordt een team beter. Om wedstrijden te winnen is het functioneren van het team cruciaal. Zeilers kunnen elkaar versterken, zelfs inspireren. Aan het eind van een lange zeil­dag kan dit het verschil betekenen tussen sterk zeilen of minder goed presteren. Soms komt het voor dat zeilers niet binnen de groep passen. Ze hebben misschien niet de drive die de anderen wel hebben. Of ze zijn juist te fanatiek, raken gefrustreerd en functioneren daardoor als stoorzender. Soms is het mogelijk dit te bespreken en lukt het de zeiler om zich aan te passen. Er zijn ook gevallen waarbij de rest van het team zich moet aanpassen omdat de zeiler zich niet verbetert en ook niet uit het team kan worden gezet, bijvoorbeeld omdat hij of zij de schipper is.

Communicatie

Als er aan boord minder wordt gepraat, is dat vaak een goed teken. Zeilers weten wat ze moeten doen en hoeven elkaar geen ‘opdrachten’ meer te geven. De commu­nicatie aan boord gaat alleen over de inhoud: “Zal ik de val nu rondtrekken of vlak voor de boei?” “Na de boei gaan we eerst gijpen en dan hijsen over stuur­ boord.” “Kun je goed hoogte varen? De genua zou nog wat strakker kunnen.”

Materiaal

Onder het materiaal valt natuurlijk de staat van de zeilen. Met nieuwe zeilen kun je vaak harder en hoger zeilen. Vooral in de binnenste ringen van de spiraal, als er op veel andere vlakken al veel verbeteringen zijn gerealiseerd, gaat deze factor mee­ spelen.
Maar het gaat er niet alleen om of de zeilen nieuw zijn of oud. Op een boot waarmee actief wordt gezeild, is ook slijtage. Maak na elke race een lijstje met klussen en verdeel deze onder de teamleden.

Omslagfoto en foto’s: Klaas Wiersma
Tekst: Klaas Wiersma

Tags: Last modified: 4 april 2023
Sluiten