“Kom je? We zijn er bijna” Wietze haalt me uit een diepe slaap, maar ik begrijp meteen wat hij bedoelt. Snel pak ik een glaasje en schenk er wat van mijn favoriete whisky in. Wietze zit buiten in de kuip te wachten bij het rood verlichte schermpje van de GPS. Hij heeft een flesje cola bij de hand. In het donker tellen we samen af naar nul. De evenaar! We zoenen elkaar en spreken samen plechtige woorden naar Neptunus. Daarna gieten we de whisky en cola in de zee. Het noordelijk halfrond; na bijna twee jaar zijn we weer op ons ‘huis-halfrond’.
Ik neem de wacht over en Wietze duikt tevreden in de loodskooi. De hele lichte oostenwind laat de zeilen een beetje trekken. Verder moet de motor het werk doen. Aan de horizon komen de eerste kleuren van de nieuwe dag en ik sla aan het mijmeren. We hebben tien hele rare dagen achter de rug.
De ochtend na onze treurige aankomst op Fatu Hiva wordt er al vroeg op het dek geklopt. Désirée en Jacques liggen in hun bootje langszij en nodigen ons uit voor een barbecue bij hen thuis. Het blijken lokale kunstenaars te zijn die zich een beetje over de zeilersgemeenschap ontfermen. Enthousiast nemen we de uitnodiging aan. We ruilen wat blikjes bier voor fruit en spreken af elkaar later te zien.
De barbecue is gezellig. We leren in rap tempo veel mensen kennen. Een groot deel is Frans. Zij varen al jarenlang in Frans Polynesië rond en genieten van de relaxte levensstijl in een mooi vaargebied. Een kleiner deel is op doortocht als onderdeel van een wereldreis. Een Amerikaan, een Fins stel en twee Australiërs. Die leven wat meer met hun planning in de hand. Men is belangstellend naar ons verhaal en de teleurstelling van de afgelopen dagen. “Ach” zegt solozeiler Daniel “plannen zijn er om veranderd te worden. Ik zou voor een week naar Fatu Hiva gaan en ben hier nu al een half jaar”.
Er ontstaan daarna al snel twee ‘kampen’ die ieder hun best doen om ons te helpen met de volgende stap. We hebben de indruk dat ze het een leuk project vinden. De ene groep draagt onvoorstelbaar veel informatie aan over Frans Polynesië. Alle mooiste ankerplekken, de beste snorkellocaties: we krijgen het op een presenteerblaadje aangereikt. Het ‘Hawaii kamp’ doet hetzelfde. Twee van de boten (de Aussies en een Frans gezinnetje) hebben dezelfde tocht in de afgelopen twee jaar ook gemaakt en kunnen dus veel nuttige informatie geven. Gretig absorberen we alles en houden de twee plannen voortdurend naast elkaar. Het gist, knaagt en wringt in onze hoofden en harten. Elke dag halen we via de korte golf weerkaartjes binnen. En elke dag ziet het er beter uit. We hebben een miezerig stroompje internet, maar kunnen daarmee ook extra weersinformatie verzamelen. Het zeewater koelt af, de extreme passaatwind wordt normaler. Tussen ons en 5 graden noorderbreedte zit een gebied met weinig wind, maar ook daar lijken de normale patronen terug te keren.
En dan, vijf dagen na aankomst, hakken we de knoop door, staand op het strandje en kijkend naar de ondergaande zon. We gaan toch naar het noorden. In een wip hebben we de volgende dag de boot weer zeeklaar. We ruilen een T-shirt en vislijn tegen pompelmoezen, bananen en papaja’s bij Désirée. Een afscheidsrondje in de bijboot langs de helpende medezeilers. De volgende ochtend gaan we in alle vroegte ankerop. Luid uitgetoeterd door de achterblijvers varen we met vlinders in onze buik de baai uit.
Eenmaal vrij van de valwinden die voortdurend van Fatu Hiva afrollen pikken we een klein beetje oostenwind op. Net genoeg om te zeilen. Maar na een halve dag is het uit met de pret. De motor moet erbij, precies zoals we verwachtten. We rekenen nog eenmaal aan de dieselvoorraad en weten dat we er het eerste kalme stuk van 800 mijl veel van nodig zullen hebben. Vanaf 5 graden noorderbreedte kunnen we juist hardere wind verwachten. Maar de verwachtingen zijn niet zo erg als ze waren. We gaan ervoor.
Na vijf dagen en bijna 700 mijl warmt de opkomende zon mijn rug. Ik ben blij dat onze koers toch noordwaarts gaat en verheug me enorm op alles wat er nog gaat komen. Onze Anna Caroline wiegt zich een weg door de zee. Alles is rustig en in balans. De zee, de lucht, de geluiden: alles is als gisteren. Maar toch voelt het anders nu we die magische grens van de evenaar overgestoken zijn.
Stille oceaan op weg naar Hawaii, mei 2016
Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 17 maart 2021