Advertentie

Zeemanschap

Zeilen naar Schiermonnikoog: tips voor het Westgat

Langs de kust met de KNRM

11:11

Getij, zandbanken en sterke stroming – de aanloop van Schiermonnikoog kan best spannend zijn. Wat moet je weten als je door het Westgat zeilt? We bevragen de KNRM-schipper van Schiermonnikoog over dit uitdagende vaarwater.

Advertentie

Het Westgat tussen Schiermon­nikoog en Ameland is een van de uitdagendste en tegelijker­tijd interessantste aanlopen van de Nederlandse kust. Met een goede planning, bijgewerkte zeekaarten, een slimme voorbereiding en een vaste hand aan het roer is het prima te doen en liggen er mooie bestemmingen te wachten, zoals Lauwersoog en Schiermonnikoog.

Aanloop en betonning

Allereerst de betonning. De verkennings­ ton WG ligt rond de 10 meterdieptelijn. Deze ton is het startpunt van de smalle vaarweg tussen de zandbanken. Het Rif, een zandbank die inmiddels ook bij hoog water zichtbaar is, ligt pal ten zuiden van de verkenningston. De betonning in het Westgat is verlicht. Na de WG 6 (rood) en de WG 5 (groen) is het zaak om goed de zuid­kardinale ton in de gaten te houden; deze ligt naast de WG 8 (rood) en markeert een wrak. De vaar­weg buigt naar het noordoosten af en maakt bij de WG 7A (groen) een scherpe knik naar het zuiden. Dit deel van de vaarweg is dieper dan het eerste deel. Op 1,8 mijl na deze scherpe bocht komt er weer een scherpe bocht naar het zuid­ westen, bij de WG 11 (groen) en WG 12 (rood). Dit is ter hoogte van Het Rif.
In deze scherpe bocht is het ondieper. Daarna draait de vaarweg pal naar het zuiden en is dieper.

© Flying Focus – Herman IJsseling

Getij

HW Schiermonnikoog valt 1 uur na HW Harlingen, en ruim 1,5 uur voor HW Delfzijl. Rijzing bij doodtij 2,5 meter, bij springtij 2,8 meter boven LAT. Wind uit oostelijke richting geeft verlaging, uit westelijke richting verhoging.
LW Schiermonnikoog valt 3 kwartier voor LW Harlingen en 2 uur en 1 kwartier voor LW Delfzijl. De vloedstroom gaat lopen 6 uur na HW Delfzijl. De eb gaat lopen 1 uur voor HW Delfzijl. Het loont om regelmatig achterom te kijken, om te controleren of je nog binnen de betonning vaart. De stroom duwt je immers makkelijk uit de koers.
Over het algemeen is het ’t handigst om over de vloed binnen te komen: het water duwt je naar binnen en je bent sneller door de moeilijkste passages. Maar als er een harde wind uit zuidelijke richtingen staat, kan dit voor steile wind­tegen-stroomgolven zorgen.
Omdat het een smal zeegat is, perst het water zich met een flinke vaart tussen de banken door. Houd rekening met stroomsnelheden die op kunnen lopen tot 3 knopen. Als een harde wind én de stroom in dezelfde richting staan, kan dit nog hoger worden.

© Flying Focus – Herman IJsseling

Weer en golven

Het Westgat is smal en loopt tussen ondiepe zandbanken door. Kijk bij de voorbereiding van de aanloop dus niet alleen naar het weer op het moment dat je daar gaat varen, maar ook naar het weer van de dagen ervoor. Als er een harde wind uit NW tot NO op de kust heeft gestaan, staan er nog steeds hoge golven recht op de kust. Zodra deze golven de zandbanken raken, worden ze steil en breken ze. Dit kan het zicht op de betonning belemmeren en het kan je boot uit balans brengen, waardoor er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Bij windkracht 6 of meer uit het NW of N is het onverstandig om het Westgat aan te lopen, omdat je bij harde wind in het Westgat op de vele ondieptes grondzeeën en steile brekers kunt verwachten.

Aanloop ’s nachts of bij slecht zicht

De betonning is verlicht, dus een aanloop in het donker is mogelijk. Houd er rekening mee dat beroepsvaart (visserij en snelvarende boten van windmolenparken) ook deze vaargeul gebruikt. Kijk dus goed om je heen welke andere schepen bij je in de buurt zitten.
Bij slecht zicht, zeker als dat minder dan 1000 meter is, moet je er rekening mee houden dat je al in de aanloop in het BPR-gebied zit. Dit betekent dat je niet mag varen met een plezierjacht bij slecht zicht, tenzij je een goedgekeurde radar hebt. Heb je geen radar, dan moet je volgens het BPR voor anker gaan, maar dat kan onhandig zijn in een vaargebied met smalle geulen.

Contact

VHF05 Zeeverkeerspost Schiermonnikoog – of gewoon ‘post Schier’ – bereik je via 088-7974388. Voor iedereen die hier binnenloopt, is het een geruststellende gedachte dat de vuurtoren van Schier voortdurend is bemand. Op elk gewenst moment kun je van de toren informatie krijgen over waterstanden, getijden, golfhoogtes, betonning, weer en andere bijzonderheden. Wie de weg kwijt is of kwijt dreigt te raken, krijgt ondersteuning. Zodra je in de buurt van het Westgat komt of in het Westgat vaart, is het handig om uit te luisteren op kanaal 5. De beroepsvaart is verplicht zich te melden. Dit geeft je een goed beeld van eventuele snelvarende schepen om je heen. Je hoeft je als jacht niet te melden, maar als je twijfelt of extra informatie wilt, loont het om ze op te roepen.


Beeld afkomstig van Waterkaart Live met meest recente boeien.

Alternatieven

Mocht je het Westgat niet zien zitten, dan zijn er twee alternatieven. Allereerst is er het Stortemelk, tussen Vlieland en Terschelling. Dit is een breder vaarwater, maar heeft dezelfde karakteristiek als het Westgat: bij harde wind uit NW en N staan ook hier hoge golven op de kust.
Het tweede alternatief is de Eemsmonding, waar het vaarwater breder is en relatief beschutter door de brede zandbank voor de kust. Van de verkenningston voor het Stortemelk tot die van het Westgat is het ruim 40 mijl. Vanaf de verkenningston
van het Westgat tot aan die van de Eemsmonding is circa 10 mijl.

Tips van een lokale expert

Boudewijn Stal is beroepsschipper bij de KNRM op Schiermonnikoog en kent het gebied als geen ander. Welke tips heeft hij voor wie het Westgat wil aanlopen?
“Het allerbelangrijkste is dat je nieuwe zeekaarten gebruikt, zowel bij de voorbereiding van de aanloop als bij het varen. Om een voorbeeld te geven: het Plaatgat is al geruime tijd dicht­ geslibd. Toch moeten wij nog wel eens jachten assisteren die op basis van verouderde kaarten daar varen. Het is een wadden­ gebied met zandplaten. Die platen verplaatsen zich, zeker bij harde wind. Daar moet je rekening mee houden. De betonning wordt regelmatig aangepast, zodat je altijd in het diepste deel van de geulen vaart als je de betonning goed aanhoudt. Kom je vanuit het oosten, houd dan enige afstand tot de zandbanken en vaar helemaal naar de verkenningston toe. Ook hier loont het niet om stukken af te snijden, omdat je anders heel dicht op de zandplaten zit.”


Wat is het lastigste deel?
“Tussen de groene tonnen 5 tot en met 11 moet je goed opletten en geen enkele ton overslaan. Deze groene tonnen, vooral de nummers 7 en 7A, vallen een beetje weg tegen het groen van het eiland. Als je er eentje per ongeluk overslaat omdat je hem niet goed ziet, kun je in de problemen komen. Die tonnen liggen er niet voor niets: je moet de groene lijn niet overschrijden omdat de diepte meteen buiten de tonnen snel afneemt.”

Hoe zit het met de wind en het tij?
“Wat veel zeilers verrast, is dat het in het Westgat al snel knobbe­ lig wordt. Bij windkracht 4 tot 5, uit alle richtingen tussen west, noord en oost, staan er al snel steile golven op de ondieptes. Je vaart dan zelf op vlak water, maar om je heen zie je overal brekers. De wind en het getij werken soms in je voordeel, maar ze kunnen ook in je nadeel werken. Afgaand tij in combinatie met wind uit het noorden zorgt al snel voor een steile zee in het Westgat. Het mooiste is natuurlijk om het hele Westgat zeilend te kunnen doen. Maar omdat er een paar scherpe bochten in zitten, moet je ook stukken laveren. Sommige zeilers vinden het prettig om dan de motor stationair mee te laten lopen, zodat ze snel kunnen ingrijpen in geval van nood. Het is een fantastische ervaring om deze aanloop te doen. Als je je goed voorbereidt, actuele kaarten hebt en niet al te harde wind hebt, is het echt genieten om hier te varen.”


Heb je hier veel te maken met beroepsvaart?
“Daar moet je zeker rekening mee houden. Er zijn diepstekende viskotters die ruimte nodig hebben in de vaargeul, maar ook snelvarende schepen die personeel van en naar de windmolens brengen. ’s Nachts mogen deze niet snelvaren, trouwens. Kijk regelmatig achterom, want ze zijn ineens bij je. Als je door het Westgat bent, krijg je ook te maken met veerboten en de KNRM. Wij doen immers ook patiëntenvervoer in het gebied, naast ons werk als reddingsdienst op zee en op het Wad.”


Wat moet ik doen bij brekers?
“Bij harde wind tussen west en noord breken de golven op de zandbanken. Vanaf zee kijk je op de rug van de brekers en dat maakt de situatie onoverzichtelijk. Als je één breker meegemaakt hebt, kun je niet meer terug. Neem dus contact op met de verkeers­ post en vraag naar de actuele situatie en bijzonderheden, zodat je kunt beslissen of je de aanloop doorzet of niet. Daarnaast kan het voorkomen dat brekers van de ene bank door de geul naar de andere bank lopen. Dat is een situatie die gevaarlijk kan worden voor een jacht.
Loop, als het enigszins kan, het Westgat aan met daglicht. Dat is veiliger en handiger. Dus als je ’s nachts aankomt en je hebt tijd, wacht dan tot het licht wordt. Zo niet: roep de verkeerspost op en vraag om ondersteuning. En kom bij voorkeur binnen over de vloed; dat geeft je de meeste flexibiliteit.
Mijn advies is: als je het niet vertrouwt, niet gaan. Het is een prachtig vaargebied, maar je moet het niet onderschatten. Zorg voor goede kaarten, een boot waar je zeker van bent en zet alles vast voor de stukken waarin je golven tegen gaat komen.”

Altijd hulp dichtbij

Ook als je niet meteen een redder van de KNRM nodig hebt, kun je die mee aan boord nemen. Met de KNRM Helpt-app op je telefoon en tablet ga je goed voorbereid het water op.
Ga naar knrm.nl/preventie#app.

Omslagfoto: © KNRM
Tekst: Janneke Kuysters

Advertentie
Tags: Last modified: 3 July 2025
Sluiten