‘Problemsolving in remote places’ is een beschrijving die ik ooit eens heb gehoord voor de varende levensstijl die wij hebben. En er zit een kern van waarheid in. Elke keer als we ergens aankomen, moet je op zoek naar oplossingen voor grote en kleine vraagstukken. Waar is water te vinden? Onderdelen? Kunnen we ergens de was doen? En boodschappen halen? Hoe werkt het hier met de bus?
Elke keer gaan we er op uit en vinden met wisselend succes uit hoe het werkt. Soms kunnen we veel van ons vragenlijstje strepen. Soms frustrerend weinig. Zeker als er taalproblemen zijn, zoals hier in Brazilië, gaat het vaak traag. Hier in Rio hebben we een reispauze van een maand ingelast om klussen te klaren, de stad te zien en het binnenland in te reizen om ook daar wat meer van te leren kennen. De baai van Rio wordt, waarschijnlijk door de vervuiling, niet erg intensief gebruikt om te zeilen. Er is dus weinig ondersteunende dienstverlening te vinden. Frustrerend weinig doorhalingen op ons lijstje dus.
Totdat Susy komt. Susy is een soort energiebommetje van ruim zestig jaar oud. Ze heeft, samen met echtgenoot Renato, 34 jaar op hun zelfgebouwde zeilboot Samba gewoond. Ze zijn eerst de wereld rondgereisd en zijn daarna via een aantal tussenstops in Niteroi aangeland. Mark en Ruth hebben met hun Thalassa II in 2003 de ‘Susy-behandeling’ gehad, lezen we in hun boek. Nu is het onze beurt.
De ontmoeting begint simpel. We komen in de vroege avond aangelopen na weer een heerlijke dag rondsjouwen in Rio. Als we de parkeerplaats van de jachtclub oplopen, klinkt uit het donker een vrolijke stem: “Are you the Dutch people?” Als we grijnzend bevestigend antwoorden, stapt ze in het lantaarnlicht met een grote zak in haar handen. Naast het vertroetelen van zeilers blijkt ze ook zo’n beetje alle zwerfkatten van het voorstadje Niteroi te voeren. We maken een praatje en daarna concludeert ze: “I pick you up here tomorrow at nine.”
De volgende ochtend neemt ze ons mee naar een prachtig uitkijkpunt vlakbij de jachthaven en naar een koffiebar waar we elkaar wat beter leren kennen. Ze vraagt wat we nodig hebben en zit vervolgens een half uur met haar mobieltje aan haar oor. Schijnbaar onoplosbare problemen als het vullen van een gasfles of het doen van de was zijn in een wip opgelost. We puzzelen nog steeds met het vinden van vervoer naar het busstation voor ons uitstapje naar Ouro Preto in het binnenland. Boem, één telefoontje later is het geregeld. “En geef de chauffeur de gasfles mee”, mailt ze later nog.
De volgende dag staat ze weer op de steiger. Met goede wensen voor ons reisje en met tips voor lekkere hapjes op de plaats van bestemming. En of alles goed gaat met ons? De hartelijkheid en energie waarmee ze ons omringt is hartverwarmend. En haar tweetalige hulp is onmisbaar. Zeker omdat op de hele jachtclub vrijwel niemand Engels spreekt en we met ons halve Spaans niet verder dan halverwege komen. Susy springt ertussen, vertaalt en regelt. Door het personeel wordt ze ‘Dona Susy’ genoemd. Het respect voor haar is groot. Wietze lacht: “Ze heeft er de wind goed onder hier.”
De laatste dag voor ons vertrek komt ze afscheid nemen, samen met Renato. We drinken koffie en eten de door haar meegebrachte maiscake. In haar gastenboek lezen we veel lieve woorden, zeker ook van Nederlanders. Medevertrekkers van de lichting 2013 waren hier in maart dit jaar. Ook wij voegen onze warme woorden aan het boek toe. Aan het einde van de avond geven we haar met pijn in het hart twee Braziliaanse afscheidszoenen. De ongecompliceerde vriendschap en hulpvaardigheid zullen we niet gauw vergeten. Wat een schat van een vrouw!
Rio de Janeiro, Brazilië, augustus 2014
Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 17 maart 2021
Hoi Janneke e WietZe, hoe gaat alles ? Hoe ver zijn jullie ? Ik hoop dat alles naar wens verloopt en met alleen maar plezierige verrassingen. Tot hoors.Groetjes van Ana en Paul uit Rio.