Reisverhalen

Column Anna: Stempelkaart

09:00

“The eagle has landed” schrijf ik in een whatsappje naar Rixta. Op de tweede steiger van het jachthaventje zeult Eddy een ongelofelijke berg bagage naar hun boot. Rixta moet nog twee maanden werken en volgt alles vanuit Nederland. In de afgelopen maanden hadden we regelmatig mailcontact; het klikte toen we elkaar in april leerden kennen. Kort daarna vertrokken ze voor een werkperiode naar Nederland. De laatste dagen ging het mailverkeer voornamelijk over praktische dingen: boodschapjes die we voor Eddy zouden doen om zijn ‘landing’ wat zachter te maken. Een verrassing die we namens Rixta voor hem klaar konden zetten. “Kan hij de sleutel vinden?” appt ze terug. Ik zie Eddy in de verte zoekend verschillende luiken open maken. Al snel loopt hij opgetogen naar de kajuitdeur. Dan iets geks. Hij staat vrijwel meteen weer buiten en ik zie hem aarzelen. Een snelle brul en hij kijkt op. Ziet me zwaaien en even later staat hij bij ons aan boord.

Tijdens de borrel komen de verhalen. En vooral het acute probleem: de luchtvochtigheid in de boot was de afgelopen maanden hoger dan ze verwachtten. Daarnaast heeft er een luik gelekt. Nettoresultaat: heel veel schimmel en water in de boot. Op plekken waar je het niet wilt hebben. We leven met hem mee, ons maar al te zeer bewust van het gevecht tegen schimmel dat we hier de hele winter gevoerd hebben. Gelukkig is het nu beter weer en kan hij alle luiken tegen elkaar open zetten. Als ik ga koken, gaan Wietze en Eddy terug om in ieder geval een slaapplaats voor hem te maken voor de nacht. Morgen zien we wel weer verder. Ik geef hem een bus schoonmaakdoekjes mee en een hoofdkussen.

Een uur later komen ze stilletjes terug. Nadere inspectie heeft geleerd dat bedden doorweekt zijn met water en de schimmel dik op de scheepshuid, plafonds en kasten zit. Doorweekte vloerplaat bij de keuken. Ga maar door. Het zal een enorme klus worden. Elk stuk textiel aan boord zal heel grondig gewassen moeten worden. Tollend van de jetlag gaat hij aan het einde van de avond naar huis. Moedeloos. De volgende dagen proberen we te helpen waar we kunnen. Spullen in de stad gaan halen, peptalks, meedenken en handige adresjes aanleveren. Een andere zeilster regelt een schoonmaakster voor hem. Gezamenlijk pakken ze de boel grondig aan. Eddy probeert in de tussentijd nog honderd andere klussen aan te pakken. Er is ook nog iets met de saildrive van één van de motoren. Mogelijk moet Eddy het water in. “Zeg, dat doe je niet alleen hoor” zegt Wietze ernstig. “Als je dat gaat doen, geef je een seintje en is één van ons erbij”. Eddy zucht en vraagt: “jullie stempelkaart voor de hemelpoort is zeker al bijna vol?” In eerste instantie denk ik dat De Hemelpoort een gezellige kroeg is of zo. En dan snap ik het. Het is zijn manier om ons te bedanken. Verbaasd kijken we elkaar aan. Hoezo? Voor ons is het normaal om op deze manier elkaar te helpen. Wij hebben op onze beurt ook wel eens voor schijnbaar onoplosbare problemen gestaan en toen waren er anderen die zich over ons ontfermden. Zo gaat dat.

Een paar dagen later zit ik weer eens te tobben met de laptop. Kom er niet uit. Dus ik ga op zoek naar Wietze om te overleggen. “Bij Eddy” wijst de havenmeester als hij mijn zoekende blik ziet. Op Eddies boot zie ik ze in druk gesprek over een probleem met de omvormer. “Zeg Eddy, jij weet veel van computers toch?” Stralende glimlach. Ja! Later die middag is het probleem in een wip opgelost en heb ik weer wat geleerd. Opgelucht doen we een highfive en geef ik hem een zoen. En een stempeltje voor zijn kaart.

Valdivia, Chili, november 2015

 

 

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten