Reisverhalen

Column Anna: Op weg naar huis

10:23

Column Anna
We kijken nog vaak achterom naar Kaapstad

Het bruist en kriebelt bij iedereen aan de steiger. De heerlijke tijd in Zuid-Afrika moet afgesloten worden want de herfst zit ons op de hielen. De depressies die nu nog diep zuidelijk van ons op hun westwaartse pad gaan, zullen binnen niet al te lange tijd noordelijker komen te liggen en dan wordt de kans op zwaar weer met de dag groter. In de steigergesprekken zie je twee groepen: de Europeanen die keuzes moeten maken over de weg naar huis en de rest die maar één logische keuze heeft: naar het noordwesten varen. Voor ons zijn er drie wegen naar huis: de korte route, de Caraïbische route of de koude route. De korte route gaat grofweg door het midden van de Atlantische Oceaan, met stops in Saint Helena, Ascension en de Azoren. Het enige nadeel aan deze route is dat het stuk tussen Ascension en de Azoren voor een deel tegen de passaatwind ingaat. Je vaart er dus in een S-vormige route naar toe. De Caraïbische route is makkelijker om te zeilen, maar ruim 2000 mijl langer. De koude route is erg aantrekkelijk: via het Caraïbisch gebied en de oostkust van de VS naar Groenland, IJsland en via de Shetlands naar Nederland. Heel veel mijlen, maar wel erg mooi.

“Nu gooien we Covid in de mix” zegt Wietze als we weer eens zitten dubben. Ik knik, er is eigenlijk geen enkele keuze waarbij je niet tegen allerlei beperkingen op loopt. “Het verandert ook steeds weer” klaag ik. “Hoe minder landen, hoe minder risico dat we weer ergens vast komen te zitten” vat Wietze het samen. De korte route wordt het dus. Helaas sluit Saint Helena onverwacht de grenzen voor jachten. Een flinke tegenvaller, want we hadden ons erg verheugd op een bezoekje aan dat bijzondere eiland. “Dat betekent dat we hier wat langer kunnen blijven én meer tijd hebben voor Namibië” probeer ik de positieve kant te zien. De Zuid-Afrikaanse regering heeft andermaal begrip getoond voor de lastige situatie van de 70 buitenlandse zeilboten: we krijgen een automatische verlenging van onze visa. We maken een plan en een gigantische boodschappenlijst: de komende drie maanden zal het lastiger worden om grootschalig in te slaan dan hier. Als nautische eekhoorns slepen we eten naar onze Anna Caroline.

Tussenstop in Lüderitz

“Ja, we zijn nog steeds open voor jachten” bevestigt Danel van de Walvisbaai jachtclub in Namibië. “Lees goed de regels, want je kunt hier waarschijnlijk niet rechtstreeks naar toe varen”. Het lastige is dat de Namibische overheid verlangt dat je binnen 7 dagen na je PCR test inklaart. De testuitslag wil je natuurlijk hebben voordat je uitklaart. Stel je voor dat het onverwacht positief is en je bent al uitgeklaard; je verzeilt dan echt in een wereld van problemen. Dus als je op zondag getest wordt, weet je maandagochtend de uitslag en kun je uitklaren voor vertrek op dinsdag. Dan haal je in de 5 resterende dagen de haven.van Lüderitz in Namibië. Oorspronkelijk stond die plaats niet op ons lijstje, omdat de ankerplek er lastig is door de snoeiharde wind die er elke dag overheen waait en de slechte hougrond. “Het zij zo” halen we onze schouders op als we naar het testlab rijden.

Ali en z’n bakkie

Column Anna

Mannetje Ali met de diesel

De zondag en maandag zijn als altijd de rare wervelwind voor vertrek. Hartverscheurend om afscheid te moeten nemen van mensen die ons in korte tijd dierbaar geworden zijn. Nog meer boodschappen. Diesel regelen met Ali, het ‘mannetje’ dat het naar de haven brengt. Hij komt met een pick-up truck (die hier ‘bakkie’ heet) met een tank van 1000 liter achterop. Als onze tanks vol zitten is er nog diesel over. Andere zeilers staan al paraat met hun jerrycans om toch nog wat extra in te slaan. Ali rijdt tevreden met een lege tank en volle portemonnee weg. We vullen de watertanks tot de nok, poetsen de boot en draaien de laatste was.
En dan is het zover. Ik heb vlinders in mijn buik van de spanning. Wietze slaat z’n armen om me heen. “We gaan naar huis”. Ik knik en geef hem een zoen. Deze start voelt als het begin van een nieuw hoofdstuk. De afgelopen ruime drie maanden in Zuid-Afrika waren een mix van zeilen, ontspannen, landreizen en ontmoetingen. De komende zes maanden gaan we vooral heel veel zeilen: 8.000 mijl liggen voor ons. Ik slik een hoop emotie weg: verdriet om het afscheid hier, spanning over de lange route die voor ons ligt en verheugen op het weerzien met familie en vrienden in Nederland later dit jaar.

Zuidkaper

Column Anna

De Cape Doctor brengt zelfs grote rondvaartboten in de problemen

We gooien los en worden uitgezwaaid door de boten die nog niet klaar zijn. De ‘Cape Doctor’ giert over de haven: zo noemen Kaapstedelingen de wind die af en toe over de Tafelberg komt zetten: die blaast alle stof en vuil naar zee. Een heel plaatselijk fenomeen, dat ineens op komt zetten. “Normaal zouden we een dag wachten, maar door die 7 dagen limiet moeten we wel gaan varen” moppert Wietze. Als we eenmaal buiten door de windzone zijn, krijgen we een prachtige zeildag. Blauwe lucht, frisse wind en wit schuimende zee. Anna Caroline heeft er zin in en bruist er vandoor. Het is een kijkfestijn van jewelste: door de zeestromen die hier bij elkaar komen, zit er veel voedsel in het water. Dat trekt weer allerlei ‘groot wild’ aan. Tientallen zeehonden, dolfijnen en honderden zeevogels vangen een visje.

Column Anna

Eenmaal buitengaats valt het toch mee

We zien de spuiters van zeker 8 walvissen. En dan ineens: “Kijk!” roept Wietze. Vlak bij de boot (althans, zo voelt het) komt een zuidkaper een luchtje scheppen. Opgetogen proberen we in kostbare seconden zoveel mogelijk details te zien. De enorme kop met de witte bulten erop, het gigantische luchtgat boven op de rug, de bolle rug….en dan is hij weer weg. “Deze stond al zo lang op ons verlanglijstje” zucht ik. Wietze grijnst: “een mooi begin”. Ik filosofeer nog even hoe triest het is dat in het Engels de naam voor deze walvis Southern Right Whale is. ‘Right’ omdat hij bleef drijven als ze hem geharpoeneerd hadden. Dat vonden de walvisvaarders handig.

Langzaam bedaren de emoties en slingeren we in. De eerste nacht is altijd wat moeizaam, omdat onze lijven zich nog verzetten tegen de onderbroken slaap. Tijdens het aanbreken van de nieuwe dag heb ik de wacht en zit in de kuip wat op te warmen in het aarzelende zonnetje. Ineens zie ik een enorme albatros sierlijk over de golftoppen onze kant op komen. Het ontroert me als hij vlak langs scheert alsof hij ons even welkom komt heten in zijn domein. “Dag oude vriend” zeg ik zachtjes, “fijn dat je er bent”.

Zuidelijke Atlantische oceaan op weg naar Lüderitz, maart 2021

 

 

Bekijk HIER de vorige columns

Wil je meer verhalen over en van wereldzeilers? Word dan abonnee van ons maandelijkse magazine!

Tags: , Last modified: 24 maart 2021
Sluiten