“El fin de la ruta” roep ik in de gillende wind naar Miguel. De tranen stromen over mijn wangen. Hij hangt uit het stuurhuis van zijn loodsboot Yamana en is naar ons toe gevaren om te vragen hoe het gaat. We zijn ontredderd, geschrokken en vooral bang dat onze reis hier eindigt. Het anker houdt gelukkig en ondanks de hoge wind-tegen-stroom golven liggen we hier veilig. Hij maakt sussende gebaren en zegt dat we morgen verder praten. We zijn te verdoofd om überhaupt aan morgen te kunnen denken.
Na een paar dagen in Puerto Deseado waren wij wel weer klaar om te vertrekken. Maar het weer was nog niet klaar met ons. Het bleef maar gieren, steeds vanuit verschillende richtingen. En dan is Puerto Deseado niet echt een fijne plek. Er zijn immers geen goede ligplaatsen die met alle windrichtingen beschut zijn. Je boot langer dan twee uur alleen laten is er niet bij, het weer kan elk moment omslaan. We werden er doodmoe van. Er is eigenlijk maar één ligplek die de beste beschutting biedt: langszij de boot van de Prefectura.
Na weer een nacht knokken op de ankerplek met harde zuidwestenwind tegen de forse stroom in, ben ik het zat. Ik roep de Prefectura op en vraag of we langszij mogen. Tot onze stomme verbazing mag dat. Nog geen uur later liggen we riant achter een laag eilandje. Uit de stroom en in de luwte van hoge gebouwen en enorme visboten. De volgende dag horen we dat we zelfs een paar dagen mogen blijven! We kunnen ons geluk niet op. Bevriende boten druppelen binnen en we spreken af om ’s avonds gezellig te gaan eten. Miguel, de schipper van de Yamana, is natuurlijk ook uitgenodigd. “Neem je mayonaise mee?” is de eerste vraag. Met een grijns knik ik. Tuurlijk. Om de één of andere reden is mijn zelfgemaakte mayonaise erg populair. Bak mayo, stukken brood en je hoort ze niet meer.
Ik pak net een ei uit de koelkast als we ineens de wind horen aanhalen. Wietze stapt naar buiten en bromt: “shit, net nu het hoogwater is en het eilandje onder water staat. We liggen aan lagerwal”. Nog geen twee tellen later giert het uit het zuidwesten en krijgen we staande golven aan dek. Eén zo’n golf pakt onze Anna Caroline op en smijt haar tegen de Prefectura boot. Stootwillen knappen en je hoort de houten voetrail versplinteren. Wij staan aan dek en gooien snel los. Wegwezen! Een tweede golf gooit ons er weer tegenaan. Wietze slaat al achteruit, maar de Prefecturaboot maakt net een haal naar ons toe. Onze verstaging blijft achter een mastje op hun boot hangen. Onze eerste zaling klapt naar achteren en veert terug. Met angst en beven kijken we naar de mast. Die blijft staan.
Trillend varen we naar de ankerplek. Als we omhoog kijken, zien we dat de aanhechting tussen mast en zaling voor een deel losligt. Nadat we geankerd zijn, kunnen we iets beter kijken. Het ziet er slecht uit. We laten alle scenario’s de revue passeren, maar zijn er intussen wel van overtuigd dat het heel lang gaat duren voordat we dit opgelost hebben. En dat op zo’n rotplek als deze waar we de boot nergens veilig kunnen neerleggen en waar nauwelijks faciliteiten zijn. De emoties gieren door de boot. Slapen is uitgesloten, de wind blijft loeien en onze hersenen staan op “fast forward”.
De volgende ochtend roept Miguel ons op. “Kom langzij, dan praten we verder”. Wietze is inmiddels al in de mast geweest en heeft foto’s gemaakt van de schade. Een begin van een plan begint te rijpen. Eenmaal langszij Yamana volgt natuurlijk de eerste grap: “waar is mijn mayonaise?” Als pure bezigheidstherapie had ik gisteravond nog een potje gemaakt, dus ik kan het hem meteen geven. We bespreken de schade en een mogelijke oplossing. Hij trekt zijn telefoon tevoorschijn, staat op en loopt al bellend weg. “Meekomen” gebaart hij naar mij.
We komen in zo’n vettige werkplaats waar Julio de scepter zwaait. Ik laat hem de foto’s zien, hij toont begrip en gaat mee naar de boot. Wietze legt alles uit en Julio maakt geruststellende geluiden. Hij gaat een vergunning aanvragen en morgen komt hij om te lassen. Hangend in de mast. Ik kan de man wel zoenen! Ongeveer dertig doemscenario’s kunnen nu in de prullenbak. Miguel ziet mijn dankbare blik en stookt Julio op: “vraag of ze mayonaise voor je maakt”.
De volgende dag hangt Julio uren in de mast. Het waait uiteraard, dus lassen is lastig. De vonken vliegen over het dek, Wietze en ik staan met emmers water en natte lappen de schade te beperken. Door het gewiebel en de wind is het een lompe las geworden, waar hij zich voor verontschuldigt. Wij zijn allang blij dat het veilig vastzit en dat we weer verder kunnen. “Wat zijn de kosten?” vraag ik hem. “Maak maar mayonaise voor me. Maar dan wel van eieren van mijn eigen kippen”. Stomverbaasd kijken we hem na. Even later worden de eitjes bezorgd.
Wietze hangt even later alweer in de mast om schoon te maken, te schuren en te schilderen. Terwijl ik intussen in de keuken aan de slag ben, denk ik met een glimlach aan mijn moeder. Zij leerde me het recept voor mayonaise. Grappig genoeg is het vandaag haar verjaardag en is het juist háár recept dat voor ons op deze dag een nieuw perspectief geopend heeft. We durven er weer in te geloven!
Puerto Deseado, Argentinië, december 2014
Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 17 maart 2021
Geraakt door jullie verhaal. Dank voor het delen!
Beste Janneke en Wietze, hebben jullie overwogen om Puerto Deseado over te slaan en direkt naar Usuaia door te varen?
Wij hopen in maart 2017 voor een langere zeilreis te vertrekken. De route die wij voor ogen hebben is min of meer gelijk aan jullie “kielzog”.
met vriendelijke groeten,
Henk