Reisverhalen

Column Anna: kwallenpak

08:00

Column Anna
Op de eerste ankerplek in Thailand gaat Wietze te water

“Hrrmmpff” hoor ik uit het pashokje. Gestommel en gewurm. De verkoopster van de winkel staat wat zenuwachtig naast me. Ze zegt zachtjes: “het hoort strak te zitten hoor”. Ik kan mijn lachen bijna niet meer houden, maar knik haar serieus toe. “Nou, hij zit” hoor ik Wietze chagrijnig zeggen. “Ik lijk wel op een smurf in een boerkini”. De verkoopster begrijpt dat laatste woord en verschiet van kleur terwijl ze haar hand op haar hoofddoekje legt. “Boerkini’s zijn voor vrouwen”. En weg is ze naar een andere klant. Ik kan me niet meer inhouden en ruk het gordijn voor het pashokje weg. En inderdaad: een smurf in een boerkini. Hikkend van het lachen kijk ik Wietze aan. Die heeft een stuk minder plezier dan ik. “Kan ik het nu weer uittrekken?” vraagt hij getergd. “Nee, eerst nog even ronddraaien, dan kan ik zien of het goed aansluit”.  Hij trapt er nog in ook. Maar na een fraaie pirouette is de koek op: het gordijn gaat dicht en het pak uit. De verkoopster is van de schrik bekomen en even later rekenen we Wietzes nieuwste kledingstuk af. Ik prop er nog gauw een leuke korte broek bij voor hem. Dat heeft hij wel verdiend.

Steekbeesten

Column Anna

Zulke griezels zien we te vaak

Ons vertrek uit Langkawi is nabij en we weten dat in het warme water de beestjes en plantjes onze romp wel hebben weten te vinden. We zien wat gras aan de zijkant, maar door het troebele water kunnen we de rest van de romp niet zien. Maar we maken ons geen illusies: de aangroei zal er dik op zitten. Normaal zou Wietze er regelmatig in springen om even te krabben, maar dat werd ons hier stevig afgeraden. De reden is duidelijk: er zwemmen joekels van kwallen in de rondte en die hebben hele lange draden die je behoorlijk kunnen raken. Huidirritaties of erger zijn het gevolg. We zien in de haven ook amper duikers die rompen schoonkrabben. En als je ze wel ziet, zitten ze van top tot teen ingepakt. We informeren bij één van die duikers en die is er kort over: “je moet een ‘stingersuit’ kopen. Dat werkt beter dan een duikpak. Daarin leg je het af van de hitte”. Kwallen worden in Australië ‘stingers’ genoemd, omdat veel kwallensoorten met hun tentakels steken uitdelen. Een stingersuit is dus een lycra pak dat je huid helemaal bedekt tegen kwallententakels. In Australië is het in sommige gebieden vrij normaal om in een stingersuit te gaan zwemmen, maar in Maleisië worden ze pas sinds een jaar verkocht. De reden: dit soort kwallen kwamen hier tot voor kort niet zo veel voor.

Zeepokkenpartijtje

Column Anna

De duiksmurf

“Joh, vaar gewoon met aangroei en al naar het noorden. Het eerste de beste eiland van Thailand heeft helderder water dan hier. Daar kun je lekker de bodem doen” zei onze buurman in de haven. Zo gezegd, zo gedaan. Op een windloze dag motoren we tergend traag naar het noorden, de Thaise grens over. Wietze gromt dat de schroef vast en zeker helemaal onder zit. Zodra het anker houdt bij het eerste Thaise eiland, gaat het smurfenpak weer aan en springt hij erin. “Moet je zien” zegt hij al na een minuut. Met zijn ingepakte hand gaat hij langzaam door het water en schept zo een heleboel kleine transparante bolletjes op. “Kwalletjes?” vraag ik voorzichtig. Wietze schudt ze uit zijn handschoen en trekt de capuchon van zijn pak nog wat meer naar voren. “Kan me niet schelen” zegt hij. “Ik krijg er de kriebels van”. Snel duikt hij onder de boot en drie kwartier later is een zeepokkenpartijtje dat daar plaats vond abrupt beëindigd. Ik pel een druipende Wietze aan dek uit z’n pak en ruim alle krabbers op terwijl hij onder de waterzak doucht. “Wat een aangroei!” zegt hij verbaasd. “En dat na een maand al”. Ik had het wel verwacht: de omstandigheden voor plantjes en pokjes zijn ideaal. “We moeten dus lekker veel rondvaren tussen die Thaise eilanden” zeg ik met een grijns. “Zeker weten”.

Indische Oceaan dipool

Een week later zijn we officieel ingeklaard in Thailand en varen we heerlijk rond tussen schitterende eilanden. Het is een wereldzeilersfeestje hier: we komen allerlei leuke mensen tegen die we in de afgelopen maanden of jaren gezien hebben. Het gebied rond Phuket is een soort springplank: iedereen maakt zich hier klaar voor ofwel de route door de Rode Zee ofwel de route naar Zuid-Afrika. We liggen voor anker voor Ko Nakha Noi, een eilandje met weer zo’n schitterende naam. Maar belangrijker haast nog: er is een gezellig strandbarretje. Caroline en Michael zijn net ook voor anker gegaan en ze volgen ons richting koud bier en gezellige muziek.

Als we even later bij zitten te kletsen, valt me op dat Caroline een forse striem op haar been heeft. Ze volgt mijn blik en zegt triest: “kwallenbeet”. Het blijkt flink pijn te doen. Al gauw zitten we te praten over die rare kwallen. Het blijkt dat allerlei soorten die hier normaal niet voorkomen, ineens vanuit Australië naar het noorden aan het verplaatsen zijn. Met name de ‘box-jellyfish’ is een gevreesde kwal; die is in Maleisië al gezien. Getver. “Hoe komt dat dan?” trapt Wietze een open deur in.

Michael zegt rustig: “Dat komt door de Indische Oceaan dipool”. We vallen uit onze stoel en Michael gaat er eens rustig voor zitten. “Het lijkt erg op het El Niño-weerfenomeen dat in de Stille Oceaan voorkomt: temperatuur afwijkingen van het oceaanwater verstoren het weer en de systemen in de oceaan”. We knikken, de herinnering aan het beroerde weer in het El Niño jaar 2016 staan ons nog vers in het geheugen. “Nou, de Indische Oceaan dipool is hetzelfde: het zeewater warmt op bij Australië en het is juist koeler bij oost- Afrika. Dat noemen we een positief evenement. Als het omgekeerde gebeurt, is het een negatief evenement”. “En laat me raden: 2019 was een heel positief evenement?” zegt Wietze. Michael knikt. “Ja, het sterkste jaar ooit gemeten. Dat veroorzaakt die enorme droogte en die bosbranden daar. Maar dus ook dat allerlei dieren naar het noorden migreren: met het warme water mee”.

We zijn er alle vier even stil van. “En wat betekent dat voor onze oversteek naar oost-Afrika?” spreekt Caroline de vraag uit die ons allemaal bezighoudt. “Meer regen en meer kans op harde wind aan de westkant van de Indische Oceaan” raad ik. Michael knikt. “Maar tegen de tijd dat we daar zitten, is er weer een nieuw seizoen begonnen. Het kan een negatief seizoen worden, maar de indicatoren geven aan dat er weer een positief seizoen aan zit te komen. De frequentie van dit soort evenementen neemt gewoon toe, overal”.

Hart

Column Anna

Het hart met Anna Caroline in het midden

Het is de zoveelste keer dat we als wereldzeilers merken hoe de klimaatverandering ingrijpt in ons dagelijkse leven en in onze plannen voor de nabije toekomst. Peinzend drinken we ons biertje en kijken naar de zon die langzaam in de zee zakt. Wietze pakt z’n camera en loopt langs de waterlijn en tussen de spullen die op het bijna verlaten strand staan. Als hij terugkomt, laat hij een bijzondere foto op het schermpje van de camera zien. Op het strand staat een plant die in hartvorm gesnoeid is. “Kijk, de boot, het strand en de zee in het hart” zegt hij ernstig. “Kwallen, bipool en ander gedoe is tot daar aan toe. Waar het om gaat is dat we houden van het water, de lucht en de natuur waar we zomaar met ons bootje doorheen mogen reizen. We komen er wel uit; die Indische Oceaan komen we echt wel over”. Spontaan geef ik hem een kus: “m’n lieve zeilsmurf”.

Ko Nakha Noi, Thailand, februari 2020

Bekijk HIER de vorige columns

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten