Voor zeilers, door zeilers

Column Anna: Rampkoers

Onze roadtrip met het campertje gaat van het eiland Chiloé naar het vasteland van Chili. We rijden …

Vandaag hebben we uitzonderlijk geluk. Het is stralend weer en we rijden langs de oevers van het meer Llanquihue. Het water glinstert in de zon, op kleine kiezelstrandjes spelen kinderen aan de waterkant. De ochtendwolken branden weg en onthullen een spektakel waar onze monden van openzakken. Aan de overkant van het meer flonkeren maar liefst drie vulkanen hun besneeuwde toppen in de zon: Puntiagurdo, Osorno en Calbuco. Een prachtig gezicht. We lunchen op een terrasje met uitzicht op al dat moois. En we zijn niet de enigen die ervan genieten: iedereen staat stil en kijkt. Zo mooi. Na de lunch wagen we ons aan een selfie met de vulkaan. Na drie keer meer onderkin dan vulkaan geschoten te hebben, geven we het op. “Selfies zijn niet zo ons ding” grinnikt Wietze en draait zich om. Meteen daarna spreekt hij de magische woorden uit: “Hee, kijk daar. Mastjes”. We stappen in de kampeerauto en rijden naar de Cofradia Nautico Frutillar. Havenmeester Marcos staat ons vriendelijk te woord. “Ja, we hebben hier een club van 40 leden. Maar het groeit snel. In de zomer zijn hier minstens 100 boten voor allerlei wedstrijden”. Het meer is even groot als het Marker- en IJsselmeer samen, dus we kunnen ons er alles bij voorstellen. De verschillen vallen ook meteen op: nauwelijks watersport, geen windmolens maar vulkanen. En nauwelijks vaardoelen, een schrale oogst ten opzichte van alle mooie oude Zuiderzeestadjes.

Frutillar, Chili, november 2015.

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters