Reisverhalen

Column Anna: Werkplek

16:40

Anna Carolina“Hoe voel je je?”, vraag ik aan Wietze. Hij start net de motor en lacht: “alles doet zeer.” We grinniken om de spierpijn in onze lach- en beenspieren. De tangoles op onze laatste avond in Mar del Plata was geweldig. Maar er zit iets anders onder: zenuwen. Nú losgooien betekent de start van het stuk waar we het meeste tegenop gezien hebben: de lange slag naar het zuiden.

Eenmaal onderweg zijn de zenuwen weg en zijn we gefocust op het weer, de wolken, deining en alle andere details. Het zeilen is hier intenser.  Even relaxed een paar uur voortgaan is er niet bij; we zijn constant op aan het letten. De veranderingen gaan immers heel snel. Winddraaiingen en wisselingen in windkracht komen en gaan. We reven, ontreven, hijsen en halen weer weg. Vermoeiend varen, maar ook spannend. Elke mijl geeft ons meer het gevoel dat het gaat lukken.

We schuilen kort voor twee fronten, maar kunnen verder goed doorvaren. De laatste 300 mijl gaan perfect. En dan is het zover: Puerto Deseado. Na een week op zee is het heerlijk om weer naar de kust te varen en langzaam de contouren van een stadje te zien. Puerto Deseado kent een verval van 6 meter en de bijbehorende stroom in de rivier. Gelukkig komen we met de vloedstroom binnen. Kaartje uit de pilot op de knieën. Maar niets klopt. Hoe we ook kijken, we kunnen alleen maar zien dat de boeitjes die de jachtclub hier zou hebben er niet meer liggen. De enige ankerplek is aan de overkant van de rivier. We twijfelen of onze bijboot die 5 knopen stroom aankan. Wat nu? Ik roep de Prefectura op om advies. Die lopen daar al snel op vast. Dan roept loodsboot Yamana ons op. “Kom maar langzij”.

Stomverbaasd varen we er naar toe. Miguel, de schipper van Yamana, pakt onze touwtjes aan. En gooit ons daarmee in een warm bad van zijn gastvrijheid. Hij blijkt er een soort ‘eenbootsjachtclub’ op na te houden. Buitenlandse jachten mogen bij hem langszij. Alleen in het laagseizoen. En je moet bereikbaar zijn, want als hij moet varen moet je losgooien en iets verder even wachten. Allemaal prima, we zijn blij dat we een plek hebben. We mogen van zijn douche gebruik maken en hij zal ons met zijn auto naar de wasserette en tankstation brengen. “Houden jullie van vis?”, vraagt hij terloops. Yep.

De volgende dag krijgen we een enorme zak kreeftjes en vissen. Hij wil van geen betaling weten, vindt het allemaal heel gezellig. We horen zijn levensverhaal en duimen mee met de schoolexamens die zijn jongste dochter moet afleggen deze week. Dagelijks nemen we het weer met hem door. Ook hier moet je enorm alert zijn op fronten en weersveranderingen. Dagelijks giert de wind wel een paar uur door het want. Bij harde zuidwestenwind moeten we wegwezen naar de ankerplaats aan de overkant.

Van het stadje Puerto Deseado hadden we ons eigenlijk geen voorstelling gemaakt. En dat was maar goed ook, want zoiets kún je je gewoon niet voorstellen. Het landschap bestaat uit golvende bruingrijze rotsen en zandvlakten. Daartussen slingert zich de rivier. Smaragdgroen, een prachtig contrast met de rotsige omgeving. De huizen en straten zijn functioneel. Met opsmuk heeft men hier niets. Het is een werkplek. Al vier eeuwen komen mensen hier om te werken. De ontdekkingsreizigers gingen hier voor anker om hun schepen te repareren en voedsel in te slaan. Dat ging mis bij Hoorn. die vloog in brand bij het breeuwen. Eeuwen geleden, maar men kan hier het verhaal nog vertellen.

Daarna de schapenboeren en veehandelaren. Die hadden vervoer naar de haven nodig en er werd een enorm spoorwegprogramma opgezet. Tot en met de rails werd alles door de Britse kolonisten uit het thuisland aangevoerd. Het station is nu een museum, we slenteren er urenlang doorheen. In sommige kamers is het alsof ze gisteren weggegaan zijn en niet in 1930.

Niemand die we spreken, komt hier vandaan of wil hier blijven. Ze zijn hier om te werken en doen dat met een hunkering naar andere plaatsen. De dichtstbijzijnde grote stad is 300 kilometer hier vandaan. Daarom zijn wij als buitenlanders een welkom verzetje. Als we het haventerrein oplopen, hoeven we maar te zwaaien en we kunnen erop. We komen bij toeval in een soort tangofeestje terecht en daar is het meteen: “oh, zijn jullie van die blauwe zeilboot?” We worden bij mensen thuis uitgenodigd voor de barbecue alsof we oude vrienden zijn.

Na een paar dagen beginnen we te zoeken naar een weergat om weer op pad te gaan. De klussen zijn gedaan, we zijn uitgerust en willen verder. Als we ’s avonds in de kuip zitten te genieten van het prachtige avondlicht, gaan langzaam de lichtjes in de stad aan. Wat een aparte plek is dit. Blij dat we het mee hebben mogen maken.

Puerto Deseado, Argentinië, december 2014

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten