Reisverhalen

Column Anna: Waterval

08:00

Column Anna
Met een graafmachine tegen de helling op

Een golf van paniek slaat door me heen. Ik lig op de bodem van de boot, onder de spanten waar normaal de vloer op ligt. De koude stalen scheepshuid voelt vochtig aan. Waarschijnlijk is dat mijn eigen zweet. ‘Focus Janneke’ vertel ik mezelf. Ik kijk naar de onderkant van de mast waar een paar elektriciteitsdraden uit komen. Die met het stickertje ‘VHF’ moet ik hebben. Ik probeer nog even te verliggen, maar zit volkomen klem. De handmarifoon kraakt. “Ja, trek maar” zegt Wietze. Hij hangt in het bootsmanstoeltje bovenin de mast. We zijn nog geen twintig meter uit elkaar, maar het voelt alsof hij aan de andere kant van de wereld is. Ik knijp de marifoon in en zeg dapper “OK”. Trek aan de VHF-draad. Hij komt dertig centimeter naar me toe. En dan zit hij vast. Muurvast. “Gaat niet” roep ik in de marifoon. “Dat kan niet. Ik trek nog een keer naar me toe. Laat maar los” zegt Wietze rustiger dan hij zich nou moet voelen. De kabel schiet dertig centimeter de mast in en zit dan vast. Ik hoor hem klapperen tegen de binnenkant van de mast, zo hard trekt Wietze er aan. Vast. “Trek jij nou nog eens” zegt hij hoopvol. Ik trek uit alle macht, maar na dertig centimeter zit alles weer vast. “Gaat niet” roep ik terug in de marifoon. Wietze heeft geen marifoon nodig om z’n frustratie te laten horen. “Kom maar onder de vloer uit en laat me naar beneden”.

Column Anna

De mast met een verrassing

Ik worstel me uit m’n benarde positie en vlieg het dek op. Normaal ben ik altijd aan dek als Wietze in de mast hangt. Zomaar weglopen en onder de vloer kruipen voelt helemaal niet goed. Net als ik de vallen klaarleg om hem te laten zakken, roept hij: “ik knip de nieuwe VHF-kabel wel los. Dan neem ik alles weer mee naar beneden. Ik moet hier even over nadenken”. Terwijl hij daarmee bezig is, hoor ik ineens een schreeuw van bovenuit de mast. Verschrikt kijk ik op. Wietze is razend. “De oude VHF kabel schoot uit mijn hand en is in de mast gevallen”. Stilletjes laat ik hem zakken.

Crisisberaad

We pakken een glaasje prik en gaan in de kuip zitten. Ik heb het gevoel dat ik onder een waterval van oorzaken en gevolgen sta. Wat begon als een slechtwerkende radio en AIS en dus een klein klusje om antenne en kabel te vervangen, is als een bloemkool aan het groeien. Want deze kabel los in de mast kan natuurlijk niet. Dus moet de mast er uit. Als we dat toch doen, wordt het makkelijker om het achterstag te wisselen. Dat stond nog op de wensenlijst. Maar op de wensenlijst stond een nog veel grotere klus dan al het andere bij elkaar. De romp schilderen. Dat is ruim vijf jaar geleden gebeurd en je kunt zien dat we niet stilgezeten hebben met de boot. Het ziet er op het eerste oog nog prima uit. En zeker als we de stootwillen wat strategisch ophangen, zie je de beschadigingen niet. Maar eigenlijk weten we dat het verstandiger is om het nu te doen. Het is nu in Nieuw-Zeeland immers relatief goedkoop. Plus: de mast moet er nu toch uit.

Ik word duizelig van dit perspectief. Hoe lang zullen we aan de gang zijn? Een maand, twee maanden? Wat gaat het doen met ons budget voor dit en volgend jaar? Wietze is ook onrustig. We gaan een stuk lopen op het strand; ieder stil bezig met z’n eigen gedachten. “Weet je?” zeg ik uiteindelijk. “Dit is ook weer ergens goed voor. We weten dat nu nog niet. Maar je zult zien dat we blij zijn dat dit gebeurd is”. Wietze kijkt me meewarig aan.

Geluk bij een ongeluk

Vier maanden later is het zo ver. We hebben intussen andere projecten gedaan, offertes opgevraagd, gerekend, gereisd, genoten en veel geleerd. Maar nu dringt de harde werkelijkheid zich aan ons op. In de vroege ochtendmist varen we naar de helling van de werf. Gezien onze diepgang moeten we op een springtij eruit. Een kar wordt onder de boot gereden en langzaam gaat ze met een graafmachine als trekker de helling op. Na een paar maanden stilliggen is de aanroei weer spectaculair. Ik schrik er inmiddels niet meer van. Zodra ze op het droge staat, gaan de mossels er met scheppen af. Dan de hogedrukspuit om de rest eraf te halen. Een enorme hijskraan tuft het terrein op. Nog geen half uur later heeft hij de mast vastgemaakt en gaat trekken. Wietze zit binnen half onder de vloer om de elektriciteitskabels door het gaatje onderin de mastvoet te leiden. “Stop!” brult hij. De kraan staat stil. Wat gemorrel en dan kan er verder gehesen worden. Twintig minuten later ligt de mast op twee steunen. “Kijk” zegt Wietze. “Je had toch gelijk”. In zijn hand houdt hij de kabels. Allemaal vrijwel helemaal doorgeschavield. De buis waar ze doorheen liepen is halverwege de mast losgeschoten. Dat deel is naar beneden gevallen en heeft bij elke golf lekker staan dansen op de kabels. Ik moet er niet aan denken dat alles uitgevallen zou zijn: verlichting, radar, radio en AIS. Gerry, de tuiger, staat naast Wietze en fluit. “Wauw, jullie hebben geluk gehad! Dat ding zetten we wel weer vast”. We knikken en ik zet me schrap voor deze extra klus: het vervangen van alle kabels in de mast.

Leeghalen

column Anna

In de schildersloods

Onze Anna Caroline schuift onttakeld de schildersloods in. De steigerbouwers spugen in hun handen en hebben in en wip van een boot een werkplek gemaakt. Ik sta intussen in de kajuit en probeer op allerlei manieren vooruit te denken. Wat kunnen we de komende weken nodig hebben? Kleding, gereedschap, noem maar op. Alles wat ik kan bedenken gaat in grote boodschappentassen. Die gaan straks onder het bed in onze geïmproviseerde kampeerauto. Ik bijt op mijn lip. Het voelt raar om een paar weken niet aan boord te kunnen wonen. Een schilder staat in de kuip. “Ben je bijna klaar? Ik ga zo de boel met plastic afdekken”. Ik knik en begin tassen op de steiger te zetten. Wietze vliegt ook nog even naar binnen met een lijstje van nog wat spullen die hij denkt nodig te hebben. En daar gaan we.

De schuurmachines gaan de loods in en opgetogen kijkt de schildersvoorman Damien me aan. “Het wordt prachtig” zegt hij. Ik glimlach terug. Tuurlijk, ik heb er alle vertrouwen in. De rest van de dag gaat op aan regelwerk, afspraken, en het inrichten van onze auto als tijdelijk huis en werkplaats. Tollend van vermoeidheid stap ik aan het einde van de dag onder de douche. Het stof spoelt van me af terwijl ik nadenk over alles wat er de komende weken gaat gebeuren. Als ik mijn gezicht in de waterstraal hou, glimlach ik. Want ik sta nu letterlijk onder een waterval. Maar wel eentje die je uit kunt zetten.

Whangarei, Nieuw-Zeeland, april 2018

 

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten