“We lijden aan keuzestress” zegt Wietze ernstig tijdens een zeilersborrel op de steiger. Iedereen schiet in de lach: “zeg dat wel!” De spagaat is duidelijk: op veel boten is het nodige te doen aan reparatiewerk want de lange tocht over de Indische Oceaan heeft z’n sporen nagelaten. En tegelijk wil iedereen er op uit om de boel te verkennen. Elke dag strijden de prioriteiten met elkaar. In de Victoria & Alfred jachthaven liggen alle buitenlanders bij elkaar, dus over en weer is er veel geloop met gereedschap, kennis en advies. En met mooie tips en hints voor uitstapjes.
Naar boven
Wij hebben een heel korte kluslijst en veel behoefte aan beweging. De Tafelberg lonkt elke dag; het maakt niet uit waar je in de stad bent, overal zie je die grijsgroene muur opdoemen. Vaak met een Tafelkleed erop: zo noemen de Kaapstedelingen de wolk die er bij harde zuidoostenwind vanaf rolt. Met een groepje van zes zeilers stappen we in alle vroegte in de auto en gaan erheen. Als je onderaan staat, lijkt het een onneembare vesting, maar al snel zie je een zigzagpad dat zich door een kloof omhoogslingert. We beginnen in de koele ochtendlucht aan de klim. Al gauw zie ik Wietze in de verte gezellig keuvelend omhoogwandelen, terwijl Vicki en ik zwoegend van rotsblok naar rotsblok stappen. De euforie wanneer we twee en een half uur later ook boven staan, is enorm. De rest heeft de boterhammen dan al lang op en is klaar om weer naar beneden te gaan. We wensen ze veel succes en wandelen over de top van de Tafelberg naar de kabelbaan die ons zachtjes zoevend naar beneden brengt.
Lockdown level 3
Tijdens het volgende klus-intermezzo gaat Zuid-Afrika naar Lockdown Level 3. Dat betekent een avondklok, een totaal verbod op alcohol, sluiting van stranden en parken en beperkingen in het aantal personen op bijeenkomsten. Het beperkt ons nauwelijks in onze bewegingen: allerlei leuke en actieve dingen blijven nog steeds mogelijk. We dragen overal mondkapjes en ontsmetten ons te pletter. De grappen en grollen over oprakende wijn zijn in het begin erg leuk.
Vlakbij de haven zit een spotgoedkope fietsverhuurder die drie vestigingen heeft, elk op ongeveer een half uur fietsen van elkaar. Het is heerlijk om een fiets op te pikken, naar het verste punt te rijden, daar wat te drinken, om te keren en de fiets bij punt 2 in te leveren. Nog een uurtje wandelen en je bent weer thuis. Perfecte middagen brengen we zo door.
Nog een keer
“Zie je die berg?” zegt de Chileense Jorge. Ik knik. “Is erg leuk” zegt hij, voordat hij met onze soldeerbout naar zijn boot vertrekt. Het zaadje is geplant: we gaan ook de berg Lions Head beklimmen. Een paar dagen later staan we hijgend op de top; Wietze weer een half uur eerder dan ik, zodat hij prachtige foto’s heeft kunnen maken. Vanaf de top hebben we een schitterend uitzicht over de stad en zien we de havens haarscherp liggen. “Zie je die berg tussen ons en de haven in?” vraagt Wietze peinzend. Ik knik. “Daar loopt een pad” wijst hij. “Waarom niet?” leg ik me er bij neer. En zo wandelen we van Lions Head via een soort zadel tussen de twee bergen naar Signal Hill. Daar staat een enorm kanon op, dat elke dag om 12 uur afgeschoten wordt. Het is een traditie uit de tijd dat klokken en horloges nog niet zo precies waren. Door het kanonschot wist iedereen hoe laat het was en konden ze hun klok erop gelijk zetten. De eerste dagen schrokken we ons te pletter van dat schot; inmiddels zijn we er aan gewend. Als we via de flanken van Signal Hill richting de jachthaven lopen, klinkt de knal vlak achter ons nog veel harder dan verwacht.
De grote klus
“Morgen om acht uur zijn we er” zegt Warren resoluut. “Morgen al?” stotter ik. Dat gaat sneller dan verwacht. De jachtservice bedrijven in Kaapstad zitten elk jaar handenwrijvend te wachten op de vloot jachten die richting de Atlantische Oceaan gaat. Er zijn maar liefst drie plekken waar je je boot uit het water kunt halen en allerhande bedrijven die met reparaties of nieuwe onderdelen kunnen helpen. Omdat dit jaar maar een derde van het normale aantal jachten langs Kaapstad komt, hebben ze tijd om snel het werk aan te pakken. Wij hebben vier nieuwe stagen nodig: ons topwant en de onderste achterstagen. Toen we 16 jaar geleden onze Anna Caroline kochten, hebben we vrijwel alle stagen vervangen. In de afgelopen jaren vervingen we steeds twee stagen. Daarmee spreiden we de kosten en zorgen we ervoor dat elke anderhalf jaar een professionele tuiger de boel goed inspecteert. Met deze vervanging zijn we helemaal rond en is alles nu weer optimaal. Topwant en achterstagen vervangen is natuurlijk spannend met de mast gewoon rechtop. Vier sterke mannen komen naar de boot. Eentje lijkt met de ‘klantrelatie’ belast te zijn en maakt voortdurend geruststellende geluiden terwijl wij als sprinkhanen over de boot vliegen om alles te zien en te snappen. De andere drie gaan geconcentreerd te werk. De voertaal is half Engels, half Afrikaans. Ik moet steeds lachen als ze weer “Lekker!” naar elkaar roepen. Dat staat gelijk aan ‘goed’. “Lekker lekker” is ‘erg goed’. Na wel honderd keer “lekker” staan ze tevreden op de steiger hun spullen in te pakken en krijgen we een factuur overhandigd. Zuid-Afrika is een opvallend goedkoop land, deze factuur kan ik ook zonder financiële hartverlamming voldoen.
Hij is boven
De volgende ochtend gaan we weer aan de bak. De SSB antenne moet vastgemaakt worden aan het nieuwe achterstag, de nieuwe radarreflector moet erin en Wietze wil alles zo goed mogelijk controleren. Normaal gebruik ik de kaapstander van de elektrische ankerlier om hem omhoog te hijsen, maar vandaag ga ik voor boot-krachttraining: ik hijs hem met een vallier en ‘ellebogenstoom’ halverwege het achterstag. Het gaat soepel en ik ben tevreden met mezelf. De antenne en radarreflector zitten in een wip vast. Wietze weer aan dek. “En nu de mast in” wijst hij. Helemaal stoer besluit ik om hem daar dan ook maar in te hijsen met dezelfde lier. “Weet je dat zeker?” vraagt Wietze schuin lachend. Ja. De drie Chileense zeilers op de Loumaran is het al snel opgevallen dat Wietze langzaam, maar gestaag omhoog gaat. Later hoor ik dat er weddenschappen zijn afgesloten of ik het helemaal zal halen. Vastberaden en badend in het zweet blijf ik draaien aan de lierhendel tot ik het verlossende “stop” uit de top van de mast hoor. “Lekker” roep ik terug terwijl er gejuich van de Chilenen losbarst. Ik buig en hijg uit.
Terwijl Wietze zit te foeteren over foutjes die hij in de masttop vindt, komt onze bootbuurman uit zijn motorruim gekropen. “Hebben jullie een grote hamer?” vraagt hij. Ik knik en wijs op Wietze. “Als hij beneden is, ga ik de hamer voor je pakken”. “Oh, sorry” kijkt hij omhoog en verdwijnt weer naar zijn project. Even later staat Valerio bij de boot. “Is Wietze er? Ik wil even met hem praten over m’n stuurautomaat” kijkt hij me vragend aan. “Ja hoor, maar hij is boven” zeg ik rustig. Valerio kijkt me niet-begrijpend aan. Ik wijs omhoog. “Ah”. “Hij komt zo wel naar je toe” spreek ik grijnzend af.
Een kwartier later staat Wietze weer op het dek. “Heb je alles kunnen rechttrekken?” vraag ik. Hij knikt. “Mooi, dan zitten onze klussen erop. Zullen we vanmiddag die stadswandeling gaan doen?”.
Kaapstad, Zuid-Afrika, februari 2021
Bekijk HIER de vorige columns
Wil je meer verhalen over en van wereldzeilers? Word dan abonnee van ons maandelijkse magazine!
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 17 maart 2021
Hoi Anna ,
Jullie stukken over SAR spraken mij wel aan daar ik met Mylady daar 2,5 jaar geweest ben. Wel jammer dat jullie geen tijd hadden om Knysna aan te doen want dat is ook een interresant stek. Ik heb met mijn boot nooit in Kappstad gelegen . Ik lag 120 km noordelijk in Port Owen. Maar met de eigen auto ben ik natuurlijk wel de nodige keren in Cape Town geweest maar helaas nooit de Tafelberg op geweest helaas.
Wat zijn jullie plannen na Capetown. Luderitz is een leuke plek om aan te doen en je kunt er goed liggen aan een vd moorings of je ankert. Als je daar heen gaat maakt dan een tour met de cat ” Zeepaard ” De schipper Heiko weet een hele boel te vertellen over Luderitz en het zee leven aldaar.
Walvisbay is een stink stad . Er is daar een grote vismeel fabriek en als de wind verkeert staat dan mmmmmmmmm .
Na Namibia is het bezoeken van st Helena een – ik zo hou zeggen een must – hele goede optie. Niet goedkoop maar als jullie er heen kunnen mis het zeer zeker niet. je ligt daar aan een zeer goede mooring en gaat met de water taxi de wal op . Het eiland is speciaal en zie dat je zeker een eiland tour maakt om alles te bekijken.
Ik ben toen vanaf st Helena in een keer naar Martinique gezeild.
Groetjes en blijf gezond en vaar veilig.
Beste Eelco, bedankt voor je reactie! Knysna hebben we niet bezocht omdat we dat niet aandurfden met onze diepgang en het ruige weer bij de ingang. Mosselbaai was een goed alternatief.
We willen na Zuid Afrika graag naar Namibie: Luderitz en Walvishaai. Saint Helena is helaas gesloten, dus geen optie. Ascension heeft ons wel een vergunning verleend om daar te stoppen. En dan door naar de Azoren. We zullen verslag doen van onze lange slag naar het noorden in de komende maanden! Maar eerst nog genieten hier in Kaapstad. Hartelijke groet, Wietze en Janneke
Hoi Wietze en Janneke, Bedankt voor jullie reactie op mijn stukje. Ja met Knysna moet je beetje geluk hebben. Als jullie in Luderitz terecht komen en de cat ” Zeepaard ” maakt nog dagtochten met Heiko als schipper kunnen jullie hem dan gedag zeggen van Mylady. Interresant dat jullie wel naar Ascension kunnen want beide eilanden zijn Brits. Voor beide eilanden heb je een speciale Health Insurance nodig die reparitriering van dat eiland insluit. Wij moetsen dat toen special voor de tijd dat we op St Helena daar ter plekke afsluiten ( niet goedkoop )
Maar vanaf daar naar de Azoren is een flinke haal . Enig idee wanneer jullie denken hier te zijn . Het hoofd eiland ” San Miguel ” is waar de meeste corona besmettingen zijn en daar gaat het aantal flink op en neer. Hier op Terceira valt het mee en ook op Faial gaat het nu wel
goed. Groeten en behouden vaart.
Dag Eelco, bedankt voor de laatste informatie over de Azoren! Rond eind mei-begin juni denken we daar te zijn. Hartelijke groet, Wietze en Janneke
Ik ben nogal verbaasd over het feit dat jullie de werkzaamheden aan de Anna Carolina, juist in zuid Afrika, zo voordelig (goedkoop) hebben kunnen laten uitvoeren. Je mag je in goede gemoede toch realiseren dat Kaapstad bepaald geen goedkope plek is. Dit betekent dat, zoals bekend, de medewerkers nogal laag betaalt worden. Naar mijn idee zou het jullie sieren dat je het verschil aan een goed doel schenkt om de samenleving aldaar nog enigszins tegemoet te komen. Misschien zitten jullie niet op dit soort reacties te wachten maar het is voor ons toch wel schrijnend om te lezen.
Hi Patty, ikzelf deel veel onder de armen das een goeie he.
Beste Patty,
Ik ben zelf ook met mijn boot in Zuid Afrika en daarom reageer ik even.
Het is hier zo goedkoop omdat de Rand erg laag staat ten opzichte van de Euro. Alles is hier erg goedkoop omdat wij in Euro’s denken. Het is niet zo dat mensen worden uitgebuit. Het is een valuta kwestie.
Groet Henk
Beste Henk,zo is het inderdaad , slapen doe we snachts.
Beste Patty, bedankt voor je reactie. Ongeacht of het commentaar positief of negatief is, vinden we het altijd leuk om feedback te krijgen. Zoals Henk in zijn reactie al aangeeft, is het inderdaad voor het grootste deel een valuta kwestie. De kosten van levensonderhoud (voedsel, wonen, brandstof bijvoorbeeld) zijn in Zuid-Afrika beduidend lager dan in Europa. De belastingdruk is ongeveer de helft van wat wij in Nederland kennen. De kosten van arbeid zijn daarmee dus lager dan in Europa; dat heeft niets met uitbuiting te maken. Wij zouden daarnaast geen zaken doen met bedrijven die hun medewerkers uitbuiten; dat is een principiele kwestie voor ons. Door de zwakke Zuid-Afrikaanse rand zijn de materialen die ze gebruiken erg duur: alles moet immers uit de VS of Europa geimporteerd worden. De mix maakte dat het klusje aan onze verstaging ongeveer evenveel kost als het in Nederland gekost zou hebben. De reden dat we dat als ‘goedkoop’ ervaren, heeft te maken met het feit dat in veel landen méér dan de hoofdprijs gerekend wordt voor werk aan de boot omdat men in de veronderstelling is dat booteigenaren schathemeltjerijk zijn.
De redenen dat we het werk in Zuid-Afrika hebben laten doen zijn tweeledig: allereerst omdat het moest en ten tweede omdat onze euro’s de kwakkelende jachtonderhoudsector ondersteunen. Veel mede-zeilers hebben juist in Zuid-Afrika in hun boot geinvesteerd: uitstekende kwaliteit van het werk én behoud van werkgelegenheid.
Je punt ten aanzien van het ondersteunen van lokale gemeenschappen die dat nodig hebben, delen we volledig. In Richards Bay hebben we bijvoorbeeld een projectje opgezet met alle zeilers om schoolspullen, kinderkleding en speelgoed voor een ‘community outreach’ programma te doneren.
Hopelijk nuanceert dit het beeld een beetje. Hartelijke groet, Wietze en Janneke