Reisverhalen

Column Anna: Donorbroek

11:00

“Moet je nou toch weer kijken” moppert Wietze. We staan in de supermarkt en ik heb net afgerekend. Wietze staat twee meter verderop alles in te pakken. Dat gaat hier in Chili niet zomaar, je krijgt hier te maken met een inpakjongen of –meisje. Die stoppen vrijwel elk item in een plastic zakje. Tot onze grote ergernis krijg je dus elke keer bérgen tasjes mee. Wij hebben rugzakjes en van die grote Nederlandse boodschappentassen bij ons. Maar kennelijk moet het eerst in een plastic tasje en dan in de boodschappentas. Ergens snap ik het wel: het inpakpersoneel krijgt geen salaris en moet het doen met de fooitjes die ze van elke klant krijgen. Zuchtend geef ik haar de gebruikelijke100 peso (€ 0,14) en gaan we alles overpakken, zodat we het makkelijk mee naar de bus kunnen nemen. Even later, tijdens de busrit, zien we het trieste resultaat van die inpakkerij. In de bermen, de bomen, het riet langs het water: overal zwerfvuil en plastic tasjes. Jammer, de wegwerpmaatschappij laat zijn lelijkste gezicht zien. Toch zien we ook positieve ontwikkelingen. Binnenkort mogen er geen tasjes meer gegeven worden in de supermarkten. Ook zien we op de rivier rondvaartbootjes die op basis van zonnepanelen volledig elektrisch varen. “Dat moet een goede businesscase zijn, die zonnebootjes” mompelt Wietze als we over de brug rijden.

“Sinds we onderweg zijn, worden we eigenlijk steeds milieubewuster” zeg ik tegen Wietze als we uit de bus stappen. “Nou, dat valt wel mee” lacht Wietze, terwijl hij naar de tankwagen wijst die het terrein oprijdt om weer een jacht af te laden met diesel. “Maar toch heb je wel gelijk” zegt hij. “Ik denk alleen dat het niet zozeer is dat we milieubewuster worden, we zien gewoon meer hele mooi plekken die ontsierd worden door troep”. We lopen de steiger op met onze boodschappentassen. “En we recyclen meer dingen” probeer ik nog. “Ja, maar dat komt omdat we gewoon geen goede vervanging kunnen krijgen” zegt Wietze terwijl hij zich omdraait naar de boot. De stroom duwt de boot van de steiger en dan is het altijd een beetje listig om aan boord te stappen. Hij gaat als eerste. Recht voor mijn neus scheurt zijn broek finaal open. Doorgesleten jeans, een spectaculair panorama ontvouwt zich. Ik schiet in de lach en Wietze kan niet anders dan meelachen. “Ik maak het zo wel even” bied ik aan.

Wietze pakt de boodschappen uit en ik pak naald, draad en de donorbroek. Dat is een spijkerbroek die écht niet meer gerepareerd kon worden. Die is nu de donor voor broeken waar nog wel enige eer aan te behalen is. Ik knip er een stukje uit en zet het op het gat in Wietze’s broek. Terwijl ik bezig ben, haalt Wietze een lap oranje stof uit de boodschappentas. “Zal ik dit opbergen of ga je er meteen mee aan de slag?” Met een grijns knik ik. Nu meteen.

Als Wietze er weer keurig uitziet, ga ik mijn grootse recyclingproject aanpakken. Het opnieuw bekleden van de hoefboeien. Eerlijk is eerlijk, vroeger gooiden we ze weg en kochten we nieuwe als de stof helemaal vergaan was door weer en wind. Nu is het ook zover, maar kunnen we nergens vervangers vinden. Alle boten worstelen hiermee. Het ziet er niet uit, zeker als je met tape reddingspogingen gaat doen. Kansloos. Maar het is een rotklus, dus iedereen stelt het uit. Het onderwerp vormt een geweldige basis voor borrelpraat. Eindeloos hebben we al zitten filosoferen over de beste strategie om de nieuwe stof er omheen te krijgen. De hoefboei leent zich voor ongelofelijke metaforen, dus het eindigde altijd in bulderend gelach.

Vandaag vonden we een stofje waar een plastic coating op zit. Knaloranje. Het ziet er uit dat de naaimachine er niet al te veel moeite mee zal hebben. Ik filosofeer nog één keer over de aanpak en zet dan de schaar in de stof. Met de kuiptent halfdicht zit ik te naaien, passen en meten. Wietze moet er aan te pas komen om de stof over de zachte schuimkern te trekken. Dan de rest met de hand dichtnaaien. Als ik hem ‘tadaa’ naar Wietze omhoog hou, kan die zijn lachen bijna niet inhouden. De tweede boei gaat met de geleerde lessen van de eerste nog sneller. Zo, kuiptent open en wijntje inschenken. De zon is al aan het zakken en zorgt voor een mooi licht op onze boot. Ik hang de hoefboeien op en we gaan allebei riant zitten borrelen. Carole en Dominique komen aangelopen. “Shit! Ze heeft de hoefboeien gedaan” hoor ik Carole zeggen. Dominique ligt plat van het lachen. Hij weet dat zij nu ook niet meer terug kunnen. Met een stalen gezicht vertel ik hoe makkelijk het gegaan was. Anderen horen het gesprek en komen ook aangelopen. Bewonderende woorden, maar ook een triest afscheid van een favoriet onderwerp. “Nooit geweten dat je zoveel lol kon hebben met recyclen” zegt Wietze als de rust weergekeerd is. Dan piept mijn telefoon. Carole stuurt een whatsappje ‘als ik je twee flessen wijn geef, doe je de mijne dan ook?’ Kijk, van zo’n businesscase hou ik.

Valdivia, Chili, januari 2016

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten