Reisverhalen

Column Anna: De poepslurpboot

08:26

“Weer ijs op het dek” moppert Wietze. Kleumend zitten we in de kuiptent. Het is nog vroeg in de ochtend en de nachtvorst heeft weer een fraai wit dekentje op de steigers en de dekken gelegd. “Sunny California!” komt Chuck aangelopen. Zijn boot ligt een stukje verderop. Aan de handdoek over zijn schouder te zien, is hij onderweg naar de douches. Klap! Chuck ligt onderuit op de steiger. We schieten overeind om hem te helpen, maar hij is ongedeerd en enigszins gegeneerd zwaaiend loopt hij weer verder. Nog geen tien meter verder ligt hij weer op de steiger. Maar weer gaat het goed. Je merkt aan alles dat ze hier niet echt aan nachtvorst gewend zijn. Het is dan ook de koudste winter van de laatste 50 jaar in Californië. “Wat een mazzel hebben we weer” concludeerden we toen we deze statistiek om de oren gesmeten kregen.

De boot ligt ‘au bain-marie’ in het ijskoude water, dus binnen is het ’s ochtends lekker fris. We ontbijten in de eerste zonnestralen in de kuiptent terwijl de kachel onderdeks de boel op temperatuur brengt. De feestdagen zijn achter de rug, het normale ritme lijkt zich weer te hervatten. De lichtenlijnen gaan hier en daar alweer naar beneden. ’s Nachts lijkt het donkerder dan eerst. Het hogedrukgebied zorgt voor spectaculaire zonsondergangen en sterrenhemels. Dat dan weer wel.

Wietze wijst. “Wat zou hij nou zeggen als hij ’s avonds thuis komt? Schat, zo lekker gewerkt vandaag. Weer een paar honderd liter opgezogen?” Ik volg zijn wijzende hand en moet lachen. Verderop vaart het raarste vaartuig dat we ooit gezien hebben. We hebben hem de ‘poepslurpboot’ genoemd. Jaren geleden, toen in Nederland de vuilwatertanks verplicht werden, gaf iemand de leegpompinstallatie de naam ‘poepslurpstekker’. Noem het kinderlijk vertier, maar bij ons aan boord is hij altijd zo blijven heten.

Poepslurpstekkers zijn in de VS erg belangrijk. In de verschillende staten zijn de regels meer of minder streng, maar in één ding zijn ze overal gelijk. Je moet een holdingtank hebben én gebruiken. Dit gaat al jaren terug. Toen wij in ‘99/’00 een Rondje Atlantic deden en met onze 31-voeter op de Intra Coastal Waterway aan de oostkust van de VS voeren, was dat al een verplichting. Wij hadden toen geen holdingtank. De regel was toen dat het toilet onbruikbaar gemaakt moest worden door middel van een ketting en een slot. De sleutel daarvan moest op de persoon van de schipper gedragen worden. We hebben ons daar toen enorm vrolijk over gemaakt. Allereerst: wie is de schipper en krijgt dus de sleutel? Daarnaast: hoe gaan ze dat controleren? De hendel van de afsluiter schroefden we los en legden hem in de bestekla. Toilet onbruikbaar. En het werd snel even bruikbaar als we het nodig hadden. Opgelost.

“We zijn verdorie de enige zoogdieren die zich niet in de natuur mogen ontlasten” concludeerde Wietze toen we het eerste milieupakket kregen. Die krijg je gratis in jachthavens. Een fijne berg papieren instructies en lijsten met boetes. Plus een kaart met alle uitpompstations. Het komt er in het kort op neer dat je toiletwater op moet vangen. Grijs water (douchen en gootsteen) mag gewoon geloosd worden. Het gebruik van biologisch afbreekbaar afwasmiddel en zeep wordt aangeraden. Sommige jachthavens gaan zelfs zo ver dat ze een verftablet in je holdingtank gooien. Als je dus onverhoopt toch illegaal de boel overboord zet, verraad de verf je meteen.

Nu zijn holdingtanks over het algemeen niet al te groot, dus voor de ‘liveaboards’ hier is de gang naar de poepslurpstekker een tweewekelijks genoegen. Het is, zeker in het weekend, een gezellig komen en gaan aan de steiger. Over en weer worden lijntjes aangegeven bij vertrek en aangepakt bij terugkeer. Elke keer vliegen de grappen over en weer. Het is nou niet dat je voor een lekker stukje varen losgooit, zullen we maar zeggen.

Maar voor degenen die zelfs dat te veel gedoe vinden, is er de poepslurpboot. Sterker nog, het zijn er twee. De concurrentie schijnt moordend te zijn en we horen dat ze in een neerwaartse prijsspiraal zitten. Het zijn platte schuitjes met twee grote tanks erop. Lange slangen en koppelstukken. Het bootje vaart naar de kop van de vingersteiger. Slang wordt over de steiger naar de betreffende boot gesleurd en pompen maar. Beide bootjes hebben helaas niet alle afsluiters helemaal perfect dicht staan. Het geheel stinkt als een bunzing.

De bootjes hebben het druk vanochtend. De vele Kerst- en nieuwjaarsfeesten die overal aan boord gevierd zijn, zorgen kennelijk voor een ruime oogst. Terwijl we vriendelijk zwaaien naar de schippers, zit ik nog na te grinniken over Wietzes opmerking over de poepslupbootschipper die ’s avonds thuiskomt. “Hij hoeft niet te zeggen hoe zijn dag was” concludeer ik. “Dat ruikt ze wel”.

Emeryville, VS, januari 2017

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten