:max_bytes(70000)/https%3A%2F%2Fwww.zeilen.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2015%2F07%2FColumn-Anna-94_SAM_5119_site-300x200.jpg)
De zon komt over de rand van een berg en zet alles in een gouden licht. Met onze armen om elkaar heen staan we er stilletjes naar te kijken. Dan verbreekt Wietze de stilte en filosofeert door over die dertien graden. “Toch vind ik het een raar verhaal. Waarom zouden ze maar vier keer per jaar die informatie willen hebben? En waarom precies dertien graden? Vijtien had ook gewerkt volgens mij.” Met een kuchje inderbreekt de gids onze knussigheid. O, dat is waar ook, zijn vraag zweefde nog in de lucht. Beschaamd kijken we hem aan. Stelletje sukkels die we zijn! Er is meer dan navigatie. Geduldig legt de gids uit dat ze deze zonnewijzer gebruikten voor agrarische doelen: wanneer zaaien en wanneer oogsten?
Peinzend lopen we verder en gaan op een grasveldje zitten met een prachtig uitzicht op de oude stad en de omringende bergen. We breken ons brein en halen herinneringen op aan het boek van Henk Bezemer waarin hij allerlei historische navigatiemethoden uitprobeerde tijdens een zeilreis naar de Azoren. De verbazing over de kennis en vaardigheid van de bewoners van het Inca-rijk blijft. Zeker als je nagaat dat ze geen horizon konden zien tussen al die hoge bergen. De zon werd als een belangrijke godheid gezien. “Als je het zo bekijkt, waren het echte zonaanbidders”, maak ik een flauw grapje.
“Waar ligt onze volgende stop?”, vraagt Wietze met een grijns. Ik navigatie-app weer even en geef hem de coördinaten. We blijven alles relateren aan de boot die op 39.50 zuid ligt. Lachend sta ik op: “Maar met een groot verschil. We zitten op onze volgende stop op bijna 4000 meter hoogte”. Wietze schudt zijn hoofd: “ligt het Titicacameer zo hoog?” We slingeren de rugzakken op onze rug en kijken nog een laatste keer om. Machu Picchu, een plek om niet gauw te vergeten. Op 13 graden zuid.
Cusco, Peru, juli 2015
Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters