Reisverhalen

Column Anna: 13 graden zuid

10:17

We kijken naar een zonderling gevormde steen. De gids trekt een slim gezicht en meldt dat het uitsteeksel aan de bovenkant dertien graden ‘uit het lood’ staat. De mensen om ons heen lijken het niet te snappen en ik geloof mijn oren niet. Snel haal ik mijn telefoon uit mijn zak en zet de navigatie-app aan. Verdomd, we zitten hier op 13.10 zuid. Wietze kijkt me glimlachend aan. Ik zie zijn brein razen en rekenen.
De gids legt uit dat deze steen gebruikt werd om de seizoenen te markeren. Op 21 maart en 21 september schijnt de zon bovenop de steen, op 21 juni en 21 december tekent de schaduw een patroon op de steen. Ruim 600 jaar oud. Verbijsterend. Ik kijk om me heen en knijp nog maar eens in mijn arm. We staan op Machu Picchu, een van de meest aansprekende plekken in Zuid-Amerika. De Inca’s bouwden hier hoog in de bergen een stad die verrassend goed bewaard is gebleven.
We kijken onze ogen uit. In de afgelopen dagen hebben we allerlei ruïnes van Inca-steden bekeken. De kennis die de Inca’s destijds bezaten is ongelofelijk. Ze bouwden steden en wegen en wisten verrassend goed de weg te vinden in het imposante berglandschap van de Andes.

De zon komt over de rand van een berg en zet alles in een gouden licht. Met onze armen om elkaar heen staan we er stilletjes naar te kijken. Dan verbreekt Wietze de stilte en filosofeert door over die dertien graden. “Toch vind ik het een raar verhaal. Waarom zouden ze maar vier keer per jaar die informatie willen hebben? En waarom precies dertien graden? Vijtien had ook gewerkt volgens mij.” Met een kuchje inderbreekt de gids onze knussigheid. O, dat is waar ook, zijn vraag zweefde nog in de lucht. Beschaamd kijken we hem aan. Stelletje sukkels die we zijn! Er is meer dan navigatie. Geduldig legt de gids uit dat ze deze zonnewijzer gebruikten voor agrarische doelen: wanneer zaaien en wanneer oogsten?
Peinzend lopen we verder en gaan op een grasveldje zitten met een prachtig uitzicht op de oude stad en de omringende bergen. We breken ons brein en halen herinneringen op aan het boek van Henk Bezemer waarin hij allerlei historische navigatiemethoden uitprobeerde tijdens een zeilreis naar de Azoren. De verbazing over de kennis en vaardigheid van de bewoners van het Inca-rijk blijft. Zeker als je nagaat dat ze geen horizon konden zien tussen al die hoge bergen. De zon werd als een belangrijke godheid gezien. “Als je het zo bekijkt, waren het echte zonaanbidders”, maak ik een flauw grapje.

“Waar ligt onze volgende stop?”, vraagt Wietze met een grijns. Ik navigatie-app weer even en geef hem de coördinaten. We blijven alles relateren aan de boot die op 39.50 zuid ligt. Lachend sta ik op: “Maar met een groot verschil. We zitten op onze volgende stop op bijna 4000 meter hoogte”. Wietze schudt zijn hoofd: “ligt het Titicacameer zo hoog?” We slingeren de rugzakken op onze rug en kijken nog een laatste keer om. Machu Picchu, een plek om niet gauw te vergeten. Op 13 graden zuid.

Cusco, Peru, juli 2015

Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten