Onderhoud & klussen

De Mystère: een mysterie ontrafeld

14:47

Senior onder vol tuig
Senior onder vol tuig

Senior onder vol tuig

Normaal gesproken besprak Henk Bezemer in zijn rubriek ‘Op het eerste gezicht’ altijd nieuwe jachten. Dat hij in het Zeilen 11/2007 opeens een jacht uit de jaren vijftig bespreekt, is opmerkelijk. Wat begon met de vraag ‘Wat voor jacht is dit?’, eindigde met een hele stapel foto’s en tekeningen van een bijzonder ontwerp, een ruzie tussen twee jachtontwerpers en verhalen van meerdere schepen die de wereldzeeën hebben bevaren. Zeilen heeft de artikelen weer onder het stof vandaan gehaald en duikt opnieuw in deze case.

In Zeilen 11/2007 bespreekt Henk Bezemer een bijzonder ontwerp, genaamd Mystère. Jachtontwerper Dick Zaal wist het één en ander over dit type te vertellen. Hij reageerde in een brief: ‘Ik herinner me dat er enige publiciteit was over de Mystère-typen van Haalmeyer. Ik herinner me een foto waarbij stond dat het jacht aan de wind zeilde zonder een spatje buiswater over te nemen. Helaas voor de promotie was het duidelijk te zien dat de zeilen nat van het buiswater waren.’

Jacob Haalmeyer met zijn dochter

Jacob Haalmeyer met zijn dochter

In dit artikel is ook een stuk uit de Panorama uit 1953 bijgevoegd. Hierin wordt lovend gesproken over een bijzonder jacht, genaamd Senior. De ontwerper, Jacob Haalmeyer, heeft zich voor de rompvorm laten inspireren door vissen. Het idee is dat er door middel van de vorm van de romp in combinatie met een ‘revolutionaire’ plaatsing van de ballast geen boeg- en/of hekgolf ontstaat. Hierdoor zou het jacht ontzettend snel moeten zeilen. Daarnaast heeft zij een negatieve zeeg, dat voor een volledig droog dek zou zorgen. Het artikel beschrijft Senior als een werkelijk ideaal (zeewaardig) jacht.

Jacob Haalmeyer in het aquarium

Jacob Haalmeyer in het aquarium

In de editie van februari 2008 gaat Henk weer verder in op de Mystère. In de tussentijd heeft hij een overweldigende hoeveelheid tips gekregen. De meeste gingen over een oud en vervallen jacht dat al jaren in Amsterdam ligt, Eva Maria. Daarnaast heeft hij een uitgebreide e-mail ontvangen van Gert de Boon uit Gorinchem. ‘Ik kreeg kippenvel toen ik het verhaal las’, schreef hij. Gert vertelt dat zijn grootvader, Jan van Bennekum, Eva Maria heeft gebouwd met het idee om naar Zuid-Afrika te varen. Deze reis is er echter nooit van gekomen, waarna hij het jacht verkocht. Met een andere eigenaar heeft Eva Maria echter wel meerdere reizen naar Brazilië en het Caribisch gebied gemaakt. Een andere brief die Henk kreeg, was die van de heer E. Sauer. Hij had Haalmeyer gekend en tot zijn dood in 1988 regelmatig bezocht. De heer Sauer was ook de eerste die wist te vertellen over ‘De vete die Haalmeyer had met Ir. J. Loeff van de Waterkampioen (redacteur in jaren vijftig, red.), wat ertoe heeft bijgedragen dat hij als jachtontwerper nooit bekender is geworden.’

Senior in aanbouw

Senior in aanbouw

Al in het nummer daarna beschrijft Henk het vervolg op zijn zoektocht naar de Mystères. Mooi is een brief van Ab Wijtenberg, die schrijft dat de ontwerpen van Haalmeyer de gemoederen bij zijn jachtvereniging De Eems toentertijd flink bezighield. ‘Avondenlang werd er gediscussieerd over de voor- en nadelen van een jacht dat was afgeleid van de vorm van een vis.’ Blijkbaar was het in de jaren vijftig een hot item.

Senior in aanbouw

Senior in aanbouw

De aanleiding voor deze discussie was het door Haalmeyer zelf geschreven artikel in De Blauwe Wimpel (1948), waarin hij de Mystères en zijn ideeën bejubelde. Ondanks zijn gebrek aan theoretische kennis (voor zover we weten heeft Haalmeyer niets in de richting van jacht- en/of scheepsbouw gestudeerd) tracht hij een theoretische onderbouwing voor zijn ontwerp te geven. Om de keuze van de opmerkelijke rompvorm te verklaren schrijft Haalmeyer bijvoorbeeld: ‘Door het ampel te bestuderen van de vissen in het Amsterdamse Aquarium heb ik verscheidene wetenswaardigheden kunnen vergaren’ en ‘De plaats van de dikste punten in de romp ligt bij snelle roofvissen bijvoorbeeld heel anders dan bij hun meer vredelievende soortgenoten.” Hij had dit beter niet kunnen doen.

Beatrix in aanbouw

Beatrix in aanbouw

Loeff, die in tegenstelling tot Haalmeyer wel een scheepsbouwtechnische achtergrond had, schiet zijn ideeën volledig af in een in 1952 in de Waterkampioen gepubliceerd artikel. In de editie daarop is er echter een stortvloed aan ingezonden stukken gekomen. Zo geeft een (zeer tevreden) eigenaar van Haalmeyers ontwerp in een ingezonden brief zijn bevindingen weer. Daarnaast schrijft hij: ‘(…) dat de wijze waarop u in een watersportblad deze ontwerper zonder meer afkraakt, mij en vele anderen weinig sportief voorkomt.’ Ook Henk sluit zich bij dit standpunt aan dat het Loef niet siert om Haalmeyer, die op scheepsbouwkundig gebied zeker geen eendagsvlieg was en al ruim dertig jaar schepen tekende, zo hard aan te vallen. De twist tussen Haalmeyer en Loeff loopt in de jaren daarna verder uit de hand met verwijten over en weer.

Beatrix

Beatrix

Wat er ook is gebeurd tussen de twee, het is een feit dat Haalmeyer een voor die tijd revolutionair ontwerp in de markt zette. Ondanks dat hij zijn ideeën niet technisch onderbouwd had, waren er ook velen die in hem geloofden. In het jaar 1949, de najaren van de Tweede Wereldoorlog, zijn er twee houten Mystères gebouwd bij de werf Kok in Huizen: Senior en Orca. In 1951 is daar nog een derde, stalen jacht aan toegevoegd, Beatrix. Eva Maria is enkele jaren later gebouwd.

Het jaar 1952 lijkt het gloriejaar te worden voor de Mystères. Zijn ontwerpen worden veelvuldig genoemd in dag- en weekbladen. Daarnaast vertrekt de stalen Mystère Beatrix voor een reis rond de wereld. Hierover wordt veelvuldig gerept in De Telegraaf. Deze berichten zijn altijd vol lof over het ontwerp. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over snelheden aan de wind tot 12 knopen. Ver boven de rompsnelheid.

MystèreDeze buitengewone prestaties zijn overigens twijfelachtig voor een zwaar, waterverplaatsend jacht. Daarnaast schrijft Ernst Lamberty, één van Nederlands eerste wereldzeilers en tevens een kennis van Haalmeyer, in 1953 in een brief aan Haalmeyer dat hij niet erg onder de indruk is van de prestaties van Beatrix. Hij kwam het jacht tegen in Australië, maar blijkt tijdens zijn eigen wereldreis (met een conventionele langkieler) verscheidene trajecten sneller gevaren te hebben. Ook wijzen de roestplekken op het voordek erop dat Beatrix helemaal niet zo droog vaart als wordt beweerd. Tien jaar later (1964) schrijft de heer Foote, eigenaar van Orca, aan Haalmeyer dat zijn jacht niet bijster snel is en de aandewindse eigenschappen ook niet overhouden.

Beatrix wordt, na te zijn aangekomen in Nieuw-Zeeland en later in Australië, ook daar onderwerp van discussie. Verscheidene zeilbladen berichten negatief over het jacht. Ze is niet beter en niet sneller dan conventionele schepen en, naar hun idee, vooral erg lelijk.

Eva Maria

Eva Maria

Het laatste artikel dat Henk wijdt aan de Mystère is in april 2008. Hierin evalueert hij zijn zoektocht en beschrijft hij zijn bevindingen. Ook Henk twijfelt over de beschreven snelheden, maar neemt aan dat prettig zeegedrag en een bepaalde mate van zeewaardigheid zeker van de ontwerpen verwacht kunnen worden. Vanwege de wazige foto’s, die in het algemeen tijdens licht weer zijn genomen, kan hij niets zeggen over het uitblijven van een boeg- en hekgolf. Dat blijft gissen.

Henk sluit af met het feit dat de jaren vijftig misschien ook de goede tijd was voor een experiment als de Mystère. De Tweede Wereldoorlog was net voorbij en de vooruitgang zat in de lucht. Nieuw was anders en anders was goed. De Mystère was een nieuw idee. Misschien stond men ook meer open voor een andere kijk op dingen. Haalmeyer voelde deze sfeer aan, bespeelde de media met verve en liep uiteindelijk tegen de rinocerossen van de gevestigde orde op.

En zoals dat gaat, die schudden de kop en vertrappen elk idee, gewoon omdat het nieuw is.

Mystère

Mystère

Tags: , Last modified: 22 april 2021
Sluiten