Voor de solozeilers van de Mini Transat zit de eerste week op zee er op. Vorige week zaterdag vertrok de vloot van de Canarische eilanden voor de lange oversteek naar Guadeloupe. In de afgelopen zeven dagen pikten de zeilers de passaatwind op, werden snelheidsrecords van de Mini Transat aan flarden gevaren en ontkwam een aantal deelnemers niet aan een flinke portie tegenslagen.
Passaatwinden
Bij het verlaten van de Canarische eilanden had de vloot eerst te kampen met zeer zwakke wind van slechts twee tot vijf knopen. De volgende uitdaging was om zo slim mogelijk gebruik te maken van de onvoorspelbare winden rond de Canarische eilanden. Michaël Gendebien bij vertrek: “We hebben nog 2.7000 mijl gaan om Saint-François te bereiken. Dat is het dubbele van de eerste etappe! Dus ik houd het hoofd koel. De eenzaamheid, de echte, zonder iemand bij de AIS, de passaatwinden, de buien, de lange offshore-deining… Dat alles levert een flink aantal nieuwe elementen op waar we zo goed mogelijk mee om moeten gaan,” aldus de zeiler die net als vele andere deelnemers voor het eerst de oversteek zal maken.
Snelheidsrecord
Achtenveertig uur na het verlaten van La Palma lag de vloot al ver uit elkaar. Sommigen kozen een noordelijke route, anderen een meer zuidelijke route. De wind was zwak en het was wachten op de passaat. Het zuidelijke deel van de vloot kon vanaf woensdag eindelijk van de passaatwinden profiteren. Ze begonnen langzaam in te lopen op de zeilers die voor de noordelijkere route kozen. De gunstige wind leverde meteen hogere snelheden en zelfs een nieuw snelheidsrecord op.
Hugues de Prémare verbrak donderdagochtend namelijk het 24-uurs record in een Mini 6.50 in de serie-klasse. Hij zeilde 476,26 mijl in een etmaal, 4,79 mijl meer dan Florian Quenot in 2019. Zijn gemiddelde snelheid: 12,34 knopen. Diezelfde dag nog verbrijzelde hij zijn eigen record en legde hij 517,25 mijl af met een gemiddelde snelheid van wel 13,22 knopen (!).
Schade
Helaas verloopt de oversteek niet bij alle deelnemers even voorspoedig. Zo was Caroline Boule op dag twee al genoodzaakt uit te wijken naar Puerto de la Estaca omdat haar stuurautomaat niet meer werkte. Ze wist het echter defect te achterhalen en te repareren, en twaalf uur later was ze alweer onderweg. Vervolgens had Robinson Pozzoli maandag een aanvaring met een UFO. De klap veroorzaakte een gat in de romp, wat Pozzoli wist te dichten. Ook raakte zijn bakboordroer beschadigd en buiten werking, maar de zeiler vervolgt zijn koers naar Guadeloupe.
Donderdagavond informeerde Peter Gibbons Neff de wedstrijdleiding dat hij een tussenstop zou maken in Kaapverdië na het breken van een roer. De Amerikaanse zeiler, die zich momenteel op 220 mijl van de archipel bevindt, hoopt daar de schade te herstellen en vervolgens zo snel mogelijk verder te kunnen. Een dag later verlegde ook Alexis Rochet zijn koers naar de Kaapverden vanwege problemen aan de stuurinrichting. Hij bevond zich toen nog 500 mijl ten noorden van Mindelo op het Kaapverdische eiland São Vicente. Tenslotte meldde Sylvain Karpinski vrijdag dat hij met een geïmproviseerde boegspriet zeilde en verder vaart in de ‘transport’-modus, met lagere snelheid.
Aan de leiding
In de proto-serie leidt de Argentijnse Federico Waksman sinds gistermiddag de vloot. Marie Gendron ligt bijna zestig mijl achter hem, gevolgd door Carlos Manera Pascal, die de eerste etappe won. In de serie-klasse zijn de onderlinge afstanden in de kopgroep momenteel een stuk kleiner; Hugues de Premare, Felix Oberle en Luca Rosetti varen allemaal binnen 15 mijl van elkaar. De tracker met de actuele posities van alle zeilers vind je hier.
Afbeeldingen: Arnaud Pilpré / La Boulangerie Mini Transat
Last modified: 4 november 2023
