Peinzende blik. Afwezige antwoorden. Ik zie het aankomen. Wietze broedt op de aanpak van een grote klus waar hij geen zin in heeft. En al heel lang tegen aan loopt te hikken. In de loop der jaren heb ik geleerd om dan ‘laag te liggen’ en te wachten tot het klus-ei gelegd is. Dit keer is het een probleem dat om een oplossing van het formaat struisvogelei vraagt, dus er zijn al heel wat uurtjes broeden in gaan zitten.
Waar gaat het om? We hebben een prachtige stalen boot van de tekentafel van Bruce Roberts. Gebouwd in 1988 in Nieuw Zeeland. Bij de diverse fases van de refit hebben we alles zo’n beetje losgehaald en in onze handen gehad. Nieuwe voortstuwing (motor en zeilen), elektra, gas, fornuis, kussens…… de lijst is eindeloos. Iedere keer werd de boot meer ‘eigen’ en konden we er van genieten als de dingen stevig naar onze smaak uitgevoerd waren. Er gaat relatief weinig kapot bij ons, als we dat vergelijken met andere boten die al lang onderweg zijn.
Maar ja, er is wel iets dat al heel lang knaagt. We hebben een vuilwatertank die door middel van een handpomp op het buitenwater geleegd kan worden. Die tank heeft een capaciteit van 400 liter en is onderdeel van de romp. Er is geen inspectiegat: de hele deksel zit er op gebout. Tot zo ver niets aan de hand. Eens in de zoveel tijd pompt Wietze de tank handmatig leeg en klaar is Kees. Toen hij dat een half jaar geleden een keer deed, stond ik toevallig buiten aan de kant van de pompopening. En mijn hart stond stil: grote wolken oranje kleurden het water. En bij elke pompslag kwam er meer oranje. Roest?! We vissen een proefmonstertje op en laten het bezinken. Het lijkt eerder zand dan roest. Maar het is wel oranje. We verzinnen van alles waarom het géén roest kan zijn. Via onze doorgestoken mast kan het binnengekomen zijn in de tank. De mast watert immers af op de tank. Woestijnzand uit de Kaapverden? Losgeslingerd tijdens de oceaanoversteek?
Bij elke pompbeurt stond ik weer buiten. Hopend op minder oranje vocht. Maar nee. We kunnen er niet meer omheen. De tank zal open moeten om te kijken wat het is. Maar ja: dan loop je tegen weer een volgend probleem aan. Het interieur is in het verleden door een of andere slimmerik óp het tankdeksel gebouwd. Dus de keuzes zijn: het tankdeksel in tweeën zagen of een deel van het interieur slopen. Het tankdeksel verliest het in deze tweestrijd.
Wietze heeft de aanpak uitgedacht en de volgende dag springt hij energiek zijn bed uit. Nú gaat het gebeuren. We pakken het interieur om de plek des onheils met natte lappen in. Ik ga maar even een rondje lopen om niet bij het ijselijke gekrijs van de haakse slijper te hoeven zijn. Als ik terug kom, is de spanning van Wietze’s gezicht af. Een gapend gat in de vloer geeft het antwoord: de hele tankwand is kakeloranje! Het is inderdaad een soort zand dat er in dikke koeken op zit. Hoe of waar het er in gekomen is, doet er niet toe. Met een borstel gaat het er redelijk makkelijk van af. Het uit de tank scheppen van de prut is een ander verhaal.
Als de prut er af en uit is, duikt Wietze met een felle lamp het gat in. Er zit een mysterieus soort keiharde laag op de tankwand. Helaas is die hier en daar losgekomen met het borstelen. We zien nog niet al te veel roest, maar moeten wel voorkomen dat het meer wordt. Wat is wijsheid? Wietze stuurt een mailtje naar René, volgens hem de absolute expert op verfgebied. René meldt zonnig dat we het ’t beste aan kunnen pakken met een eerste laag van een product zoals Owatrol.
Meteen voel ik een groot probleem op me afrollen. Wietze heeft een onverwoestbaar vertrouwen in mijn Spaans en vraagt dan dus ook vrolijk: “Zou jij zoiets als Owatrol kunnen vinden?” We nemen de volgende dag de bus naar een grote verfzaak in Valdivia. Met het zweet in mijn handen sta ik te stotteren en wanhopig te proberen om uit te leggen wat het product moet doen. De verfwinkelmeneer blijft geduldig naar mijn geworstel luisteren, knikt bemoedigend naar Wietze op de manier van ‘leuk vrouwtje heb je daar’ en slentert weg naar het vak met de autoverven. Mijn hart springt op als hij inderdaad met iets op de proppen komt dat in de buurt komt van onze vraag!
Zo trots als een pauw bussen we weer terug naar de boot. Wietze gaat meteen aan de slag. Ik plof neer om deze column te schrijven.
Valdivia, Chili, mei 2015
Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 17 maart 2021
ik zou er niet aan beginnen met Owatrol. Jaren heb ik hiermee roest in mijn stalen schip trachten te bestrijden, zonder succes.
Op aanraden van de jachtschilders Elzinga in Jirnsum heb ik de roest zo goed mogelijk verwijderd en vervolgens de plekken geschilderd met tweecomponenten verf SIGMACOVER 280 . Nu, na een jaar lijkt zich dit goed te houden.
Groeten, Rob Busser