Reisverhalen

Column Anna: Zeilmeisjes

09:00

Traditionele rolpatronen. Het blijft een bizar fenomeen: op boten zie je mannen en vrouwen griezelig vaak in een traditioneel rolpatroon functioneren. Hij de techniek, manoeuvres en de zware klussen bij het zeilen. Zij de logistiek, de centen, navigatie en het ‘huishouden’ in brede zin. Ik blijf me erover verbazen maar doe er, in alle eerlijkheid, net zo hard aan mee. Wat een contrast met ons vorige leven. Toen stonden we zakelijk allebei ons mannetje, waarbij ik als vrouwelijke ondernemer nog wel eens een ouderwetse deur met gestrekt been open moest trappen. Maar nu we als team onze reis en boot te managen hebben, werkt het gewoon goed zo. 24/7 samen; een heerlijk leven.

Wat ook anders is: vriendinnen en vrouwenpraat. Mijn vriendinnen in Nederland zijn van de stoere soort. Met hen zou ik niet gauw op een terrasje gaan zitten en warm water met groene takjes erin drinken. En dan vrouwenpraat houden. Ik ben met mijn beste vriend getrouwd, net zoals mijn vriendinnen dat zijn. Dus we ontmoetten elkaar als stellen. Nu, in het zeilende wereldje, merk je dat er vrouwen zijn die het fijn vinden om als ‘vrouwen onder elkaar’ contact te hebben. Voor mij is dat nieuw en leuk. Ondanks het feit dat ik de woorden ‘collegaatje’ en ‘meisjesnaam’ de meest gruwelijke woorden in het Nederlandse woordenboek vind, moet ik zeggen dat we hier in de Chileense wintermaanden een gezellig vriendinnengroepje gevormd hebben. Als de regen weer neerkletterde, stuurden we elkaar whatsapp berichtjes om maar niet over de glibberige steiger te hoeven rennen. ‘Wat eten jullie?’ ‘Jôh, schuif lekker bij ons aan’. Dat niveau.

Onze grote ergernis was het gebrek aan een wasmachine. Iedere keer weer de bus in met een baal was naar de wasserette. We zeurden Don Jorge, de baas van de Club de Yates, de kop gek. En ja, hoor: een paar weken geleden arriveerde het wonder. Hij kan maar liefst elf kilo aan, dus we zijn de koningin te rijk.  En hebben er meteen een nieuw meeting point bij. Al helemaal omdat de wasmachine een ielig klein filtertje heeft dat steeds verstopt raakt. Als je een wasje gaat draaien, gaat standaard een punttangetje mee om dat ellendige filtertje er uit te trekken en schoon te maken.

Een paar weken geleden was er ineens een nieuw gezicht. Francoise liep met haar rolkoffer de steiger op. Wietze liep haar tegen het lijf en wees haar de boot die ze zocht. Moeizaam, want ze spreekt alleen Frans en Wietze nou net niet. De dagen erna zagen we haar rondscharrelen op JCs boot. Af ten toe in overall, af en toe in veel te chique kleren. De uitdrukking op haar gezicht varieerde van verbazing naar ontzetting en terug. Een week daarna stond ik bij de wasmachine weer dat stomme filtertje eruit te prutsen, toen Francoise aankwam. Vier verschillende zakjes was werden op de grond gedeponeerd. Ik stelde me voor en we maakten een praatje. Ze kwam de was doen. Dit zakje is witte was, dit bont op 40 graden, et cetera. Ik lachte en vertelde haar dat deze wasmachine alleen koud water doet. “Mik dus alles bij elkaar. Pak dan je lucifers, doe de geiser aan en vul een emmer met warm water in de douche. Mik die in de wasmachine en herhaal die handeling een keer of vijf. Dan de wasmachine meteen aanzetten voor het beste resultaat”. Mijn nuchtere uitleg zorgt voor diepe zuchten en tranen in haar ogen. “Waarom is alles zo ingewikkeld op een boot?” schreeuwt ze bijna. Ik sla een arm om haar heen. “Jôh, vertel eens”. Hortend en stotend komt haar verhaal eruit. Ze is 63, heeft JC via internet leren kennen. Als Zwitserse heeft ze nog niet vaak een boot van dichtbij gezien. Haar baan als directeur van een zorginstelling opgegeven, met vervroegd pensioen gegaan en inboedel opgeslagen. Op naar het avontuur! Verbluft hoor ik haar aan en krijg enorm veel bewondering voor haar lef.
In de weken erna hebben we haar wegwijs gemaakt en kreeg ze er steeds meer zin in. Een schat van een vrouw. Maar daar was JC al achter. Toen de eerste voorjaarszon begon te schijnen, gooiden ze los. Op weg naar de scheren. We zijn benieuwd. Inmiddels heeft Wietze aan alle mannen het woord ‘zeilmeisje’ geleerd. Dus als zeilmeisjes zwaaien we Francoise hartstochtelijk uit.

Met die eerste voorjaarszon begon de behoefte aan lichaamsbeweging ook wat groter te worden. De winterkilo’s moeten eraf. Roxane, een projectleider van een Chileens luxejacht hier in de haven, meldt dat op de school van haar kinderen gratis dansles gegeven wordt. Althans, dat begrijpen we. Roxane begrijpt het verschil tussen een taal niet goed spreken en doofheid niet helemaal. Dus op luide toon meldt ze: “Ik dansen. School kinderen. Gratis. Leuk. Goed lichaam. Sportkleren.” Wij loeien terug dat we meegaan. Ik vis mijn hardloopkleren op, die verrassend gekrompen zijn in het afgelopen jaar.

Met z’n vijven stappen we de dag erna een school binnen. Een Salesiaans college, dus de religieuze beelden kijken net zo nieuwsgierig terug. In een enorme sporthal staan zo’n 60 dames opgesteld. We schuiven er wat giechelend tussen. De danslerares stormt binnen ‘sorry te laat’ en gooit meteen de geluidsinstallatie aan. Muziek met een verbijsterend volume en enorm veel beats rolt over ons heen. De Chileense dames met vrijwel zonder uitzondering een Rubensfiguur blijken van binnen een soepele danseres te zijn. En ze kennen  de pasjes. Het dansen houdt het midden tussen een superheftige workout en een latino-feest. We snappen er niks van. Als de hele groep al hupsend naar rechts beweegt, navigeren wij natuurlijk weer bakboord uit. Al na tien minuten weten we dat we strak naar voren moeten kijken. Elkaar aan kijken staat garant voor slappe lach en nog meer botsingen met Chileensen. Waarom zijn Europeanen toch met een bezemsteel in hun rug geboren?

Na een uur is het over en staan we met rode koppen wat na te briesen in onze moedertalen. Chileense Paola heeft zich opgeworpen om de buitenlanders te begeleiden. Ze stelt zich voor en meldt ook weer op luide toon: “Leuk! Welkom! Elke dag dansen. Leuk! Tot morgen?” Kreunend schudden we ‘nee’. Volgende week is beter. De volgende dag kruipen we zo ongeveer over de steiger van de spierpijn en de slappe lach. Zeker als Paola een whatsappje stuurt aan de ‘chicas de vela’. Zeilmeisjes. Maar nu even niet.

Valdivia, Chili, november 2015

 

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten