Reisverhalen

Column Anna: Verwildering

06:52

“O meid, wat heerlijk om hier te zijn” verzucht Kim. Met een glas wijn in haar hand leunt ze tegen het aanrecht aan. Ik draai me om van het fornuis en sla mijn arm om haar heen. “Sisters in the wilderness” lacht ze. Terwijl ik weer snel in een pan moet roeren, sta ik stil bij de maffe situatie in ons bootje. De verwarming snort, de ramen zijn nat van de condens. Vier mensen bij elkaar die zich verheugen in een gezellige avond. We lopen er allemaal als een stelletje zwervers bij. Kleren met een vlekje meer of minder, kleuren die ongeveer bij elkaar passen. Haren in paardenstaartjes, kaplaarzen. Make-up en sieraden zijn een vage herinnering. Opgetogen stemmen, prachtige verhalen en stralende ogen. Het gesprek met Kim kabbelt verder over de tekorten in de voedselvoorraad die inmiddels beginnen te ontstaan. En de kou, die bij hen op de Karma inmiddels behoorlijk hinderlijk begint te worden omdat hun verwarming niet goed functioneert. “Weet je dat ik mijn oksels en benen al zes weken niet geschoren heb? En ik ga het ook niet doen. Lekker warm zo”. Verrast kijk ik haar aan. Als ik de grijns op haar gezicht zie, barsten we allebei in lachen uit.

De eenzaamheid in de Chileense scheren bleek minder groot te zijn dan we verwacht hadden. Vrijwel elke dag zien we wel een ander boot. Soms een groot vrachtschip, een visser of een cruiseboot. Regelmatig zien we ook zuidgaande zeilboten. Altijd even een leuk praatje via de marifoon. Maar het komt ook voor dat een noordgaande boot ons oploopt of wij een boot inhalen. Vaak kennen we ze dan al via het Cruisersnet. Maar soms ook niet. Dan is het een verrassing om een boot te treffen in een ankerbaai. Vandaag ontmoeten we Ray en Kim. Zij hebben ook een goede oversteek van de Golfo de Penas gehad en scharrelen nu net als wij wat rond in de prachtige Chonos-archipel.

Dat soort ontmoetingen komt ongeveer eens per week voor. Je wordt je dan ineens weer bewust van het feit dat het leven hier aan boord in en met de natuur is. Zaken die in de bewoonde wereld belangrijk zijn, scoren hier aanzienlijk lager. Veiligheid, weerberichten, warmte, droge kleren en lekker eten zijn zo’n beetje de kernbegrippen hier. We improviseren om het zo leuk en comfortabel mogelijk te maken. En ja, dan hangt er wel eens een paar uur een waslijntje dwars door de boot. Of ruik je aan een trui en denk je “mwah, kan nog wel een dagje”. Omkleden voor het avondeten bestaat uit het uittrekken van de bovenste laag fleece.

Het allerleukste vind ik het verzamelen van water. Natuurlijk hadden we voldoende water voor het hele stuk bij ons. Maar dan moesten we wel steeds oppassen met ons waterverbruik. De enorme regenbuien die af en toe dagenlang over komen, hebben dat probleem opgelost. We maken een dammetje in het gangboord, draaien de vulopening open en kijken tevreden hoe het water de tank ingutst. Nog leuker is het als we bij een waterval liggen. Met de bijboot erheen, trechter en jerrycans in de waterstraal houden. Filtertje ertussen en hopla, het kan in de tanks. Het water is heerlijk en we kunnen het royaal gebruiken.

Ray en Wietze zitten inmiddels over de kaarten en de pilot gebogen. “Dat lijkt een goede, daar zit een flinke waterval” wijst Wietze aan. Hun watervoorraad is op aan het raken, dus zij moeten ook weer aan de bak. Dromerig kijkt Kim mee. “Weet je, het lijkt me wel grappig om als een echte Wilma Flintstone de was een keertje in zo’n waterval te doen” zegt ze ineens. Ik schiet in de lach. “Dan ben ik Betty wel en kom je helpen”. We heffen ons glas op ons heerlijke leven als ‘overlevers’ in de Chileense scheren.

Caleta Jacqueline, Chili, april 2015

Tekst en foto: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten