Reisverhalen

Column Anna: Terschelling in de Stille oceaan

08:51

Waarom hebben mensen hier boten? Eigenlijk vragen we ons dat al af sinds we vanaf Mar del Plata in Argentinië om de zuidpunt van Zuid-Amerika heen varen. Torenhoge importbelastingen, vrijwel onvindbare bootonderdelen en vaargebieden die op z’n zachtst gezegd uitdagend zijn. Tel daarbij op dat je voor een ligplaats in een jachthaven lid moet zijn van een chique jachtclub. Ook zijn de leuke vaardoelen ver uit elkaar gelegen. We blijven ons er over verbazen. Tijd dus om op onderzoek uit te gaan.

Omdat we toch in Valparaíso zijn, besluiten we de bus te nemen naar het naastgelegen badplaatsje Concón. Daar ligt de Club de Yates Higuerillas. We zijn nieuwsgierig of we iemand van de club te spreken kunnen krijgen. En we willen graag weten of we mogelijk onze tocht naar het noorden kunnen onderbreken met een leuke stop in deze jachthaven.

We lopen al meteen vast op twee bewakers die resoluut de toegang tot het terrein blokkeren. We kijken wat verloren om ons heen, verrast door de strenge beveiliging. Een kloeke terreinwagen komt aangereden. Op zijn vragende blik en onze uitleg volgt al snel een uitnodiging. De slagboom zwaait open en we mogen even komen kijken.

Onze gastheer Roberto Soto stelt ons even later op de steiger voor aan zijn medebestuurslid Leonardo Rodriguez. Beiden zijn razend enthousiast over zeilen, over hun club en over watersport in het algemeen. Honderduit vertellen ze over de club die al sinds 1955 bestaat. Er zijn zo’n 380 leden, jong en oud. Eerst was de jachthaven maar een klein kommetje. Inmiddels is hij in omvang verdubbeld en liggen er, zo schatten we, zo’n vijftig jachten in het water. Op de kant kunnen ze er ook nog een flink aantal kwijt. Van oudsher was het merendeel van de vloot snelle wedstrijdboten. Rondje rond de tonnen en rap weer terug naar de haven. Voor de niet-zeilende partners zijn er twee zwembaden, een strandje, tennisbanen en ander genoeglijks. Roberto en Leonardo varen zichzelf met hun gedeelde J regelmatig in de prijzen, krijgen we glimlachend te horen.

Sinds ze in het nieuwe deel grotere jachten kwijt kunnen, komen er ook steeds meer toerjachten te liggen. We zien forse boten, veertig tot ruim vijftig voet. Terwijl Wietze foto’s loopt te maken, zie ik meer een meer een blik op zijn gezicht als ‘hier gaan we dus niet naar toe’. Ik snap het; de boten liggen de gieren in de stromingen die door binnenrollende golven veroorzaakt worden. Elke paar seconden klapt een jacht vol in de lijnen. Eerst links, dan rechts en weer terug. Het merendeel van de polyester jachten krijgt er aardig van langs. Roberto ziet me kijken. “Hoe gaat dat hier in de winter?” vraag ik voorzichtig. “Ja, dan kan het tekeer gaan”, is zijn onderkoelde antwoord. “We hebben wat moeite om de haven en faciliteiten verzekerd te krijgen.”  Ik kijk naar de lage kademuur die de jachthaven van de Stille Oceaan scheidt en kan me voorstellen dat deze lagerwal in de winter griezelige taferelen laat zien.

Ik vertel ruiterlijk van ons vraagteken bij het bezit van een zeilboot hier. Hij glimlacht en zegt opgetogen: “We hebben leuke vaardoelen hier!” Vijftien mijl verderop is een leuke ankerplek en de andere kant op is er een jachthaventje op ongeveer 30 mijl. Inderdaad zijn dat leuke weekendtochtjes. “Ja, en dan gaan we natuurlijk naar Juan Fernández” vervolgt hij. “Heerlijk. Prima te doen in een week op en neer. We doen daar ook een tweejaarlijkse regatta naar toe. Altijd een succes.” Terwijl ik Juan Fernández noteer, realiseer ik me dat hij het heeft over het eiland Robinson Crusoe. Voor ons een exotische bestemming. De eerstvolgende plek waar we ons anker gaan laten vallen. En hij heeft het er over alsof het een ommetje naar Terschelling is. Ik grijns. Zo zie je maar, de een zijn once in a lifetime-eiland is de ander zijn vakantieommetje.

Terwijl de boten in de haven hun ritmische dans op de golfbeweging voortzetten, lopen we naar de uitgang en nemen afscheid. “Willen jullie vertellen aan de zeilersgemeenschap dat we graag zeilers hier verwelkomen?” drukt Leonardo ons nog op het hart. “De eerste week is het liggeld gratis. Daarna maar vijftig dollar per nacht.” We praten nog even door over Noonsite en ander plekken waar dit soort informatie gedeeld wordt. Dan zwaaien ze ons uit. Geen tijd meer, de wedstrijdkalender dwingt ze nu snel in het zeilpak.

Valparaíso, Chili, juni 2015.

 

Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten