Reisverhalen

Column Anna: Rick and Joanne

07:51

“O zit je met een probleem met je accu? Dan moet je hem even vragen, die weet daar veel van. Peter van die blauwe boot” zegt mijn buurman. We zitten aan tafel voor de laatste clubbarbecue in Honolulu en het is weer ouderwets gezellig. Met een half oor zat ik naar het gesprek naast me te luisteren, want ik had het gevoel dat het over Wietze ging. “Peter?” zegt de ander verbaasd “Die heet toch Richard?” Verbazing alom. “Nee” zegt de derde “hij heeft een andere naam. Maar die kun je niet uitspreken”.  Ik grinnik en de heren draaien zich naar me om. “Joanne, leg het nou nog eens uit. Hoe heten jullie nu eigenlijk en hoe zeg je dat?” Ik pak een pen en een servetje en schrijf er ‘Wietze’ en ‘Janneke’ op. “Zie je nou wel” zegt de man tegenover me “ik zei toch dat hij Richard heette. Ze schrijven dat alleen wat anders dan wij”. Ik glimlach begrijpend en neem een hap van mijn toetje. Daar komt de slotvraag. “Djeniek? Waarom schrijven jullie de naam Joanne zo raar?”.

Het is iedere keer weer een bron van veel vermaak. Onze ouders hebben ons prachtige klassieke Nederlandse namen gegeven waar we erg trots op zijn. Maar over de grens wil het nog wel eens vastlopen. Men kan met de combinatie ‘tz’ in Wietze’s naam niet veel. Ook de ‘nn’ in mijn naam komt in andere talen niet vaak voor en men weet daar geen raad mee. Dus hebben we daar het volgende op gevonden. We stellen ons voor en spreken onze namen heel duidelijk uit. De gesprekspartner doet over het algemeen vreselijk zij best om meteen goed de naam te begrijpen. Vrijwel automatisch herhaalt men dus wat men denkt te horen. In Wietze’s geval is dat bij Frans- of Spaanstaligen ‘Victor’. Engelstaligen maken er al snel ‘Richard’ of ‘Peter’ van. Helemaal verwarrend wordt het als men ‘Richard’ amicaal afkort naar ‘Rick’. Duitsers luisteren verbluft en willen het nog drie keer herhaald hebben. Het Duitse woord ‘Witz’ zit er erg dichtbij en betekent ‘grap’. Ze denken dus in de maling genomen te worden. Met de extra e erbij leggen ze zich er uiteindelijk wel bij neer.

Ik heb het iets makkelijker. In het Frans is er een naam die op de mijne lijkt: Yannick. Weliswaar een mannennaam, maar een kniesoor die daar op let. In het Spaans en Engels grijp ik naar mijn doopnaam Johanna. Dat wordt dus Juanita of Joanne. Duitsers kunnen met mijn naam makkelijk uit de voeten. We zijn er inmiddels volledig aan gewend om op deze namen te reageren, vaak tot grote hilariteit van mensen die wel de moeite genomen hebben om onze echte namen te bestuderen en uit te spreken. Maar soms kom je uitzonderingen tegen: er was in Valdivia een hele aardige man die ervan overtuigd was dat we ‘Mike’ en ‘Anna’ heten.

Omdat we vaak samen ergens zijn, neemt men het zekere voor het onzekere en krijgen we een verzamelnaam. In Chili waren we gewoon ‘los holandeses’, hier in Honolulu ‘the Dutch with the blue boat’. Ook hebben we gehoord dat we ‘de Anna Carolines’ genoemd worden. We vinden het allemaal prima, zolang de mensen om ons heen maar het gevoel hebben dat ze ons te pakken kunnen krijgen als ze dat willen. Vandaag belde Jojo, de secretaresse van de Hawaii Yacht Club. “Zeg, er is hier een pakje bezorgd en er staat een hele rare naam op. Dat moet dus wel van jullie zijn. Vèndurléén, right?” vraagt ze aarzelend. “Yes, vèndurléén is Wietze” antwoord ik geruststellen. “Really?” is het verbijsterde antwoord. Ik ga maar gauw het pakje ophalen.

Na de clubbarbecue zitten we op het terras nog een wijntje te drinken. Onze presentatie van een paar weken geleden wordt weer aangehaald. En wij bedanken nogmaals voor de prachtige taart die ter ere van ons aangesneden werd. “Nog één keertje” vraagt iemand serieus “zeg nou eens langzaam hoe jullie heten”.  Wietze grijnst en wijst op zich zelf. “Ik heet ‘hé jij’ en zij heet ‘he jij daar’ “.

Honolulu, Hawaii, juni 2016

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten