“Nog één keertje dan” lacht Lea. Wij verkneukelen ons over weer een lunch met haar. Lea de Haas is voor ons een van de rocksterren van het zeilen. Zo’n twintig jaar zeilde ze met schitterende grote en snelle jachten in het Caraïbisch gebied en langs de oostkust van Amerika. Bij alle belangrijke regatta’s was ze van de partij: zij als schipper en haar gasten als bemanning. Ze is een fanatieke zeiler; we zitten urenlang ademloos te luisteren naar haar verhalen. Tien jaar geleden streek ze op de Azoren neer; de Synergie verkocht ze uiteindelijk en ze woont nu in een gezellig huis. Nog steeds zorgt ze voor veel zeilers die hier binnen waaien; ook wij mogen ons koesteren in haar vriendschap en gastvrijheid. Ze kent alle toffe tentjes en zo leren we al snel dat lunchen met Lea fantastisch is.
“Ja, je kunt behoorlijk op je kop krijgen op dit laatste stuk” knikt ze als we met vette vingers in een kippenrestaurant zitten. Tijdens onze vorige reis hebben we het zwaar gehad tussen de Azoren en Engeland, dus we zijn voorzichtig met het kiezen van een weergat. Het is nog een hele puzzel met de CPR-testen voor vertrek, uitklaren en klaar maken van allerlei Britse formaliteiten. Medezeiler Kees van de Merrimac helpt ons: hij neemt digitaal de formulieren in zijn beheer, zodat hij ze 24 uur voordat we aankomen kan versturen naar de autoriteiten in Engeland. Op een bewolkte ochtend varen we met een brok in onze keel uit Horta weg.
Ragbakken
Dit jaar hebben we al zoveel gevaren, dat het inslingeren relatief snel gaat. Als we eenmaal uit de turbulentie tussen de eilanden uit zijn, wordt het langzaam donker en maken we de boot klaar voor de nacht. Ineens zien we in de schemering iets flitsen. Huh? Ingespannen turen we en zien ineens een groepje razendsnelle jachten onze kant op komen. Uit de gesprekken op de marifoon begrijpen we dat het een race is: ze draaien bij Horta om en zeilen weer terug. Naar Frankrijk waarschijnlijk want alle gesprekken gaan in het Frans. We zeilen lekker ontspannen de nacht in. Ineens worden we opgeroepen door een wat gespannen stem: “Anna Caroline, wat zijn jullie intenties?”. “Eh, doorvaren op deze koers en vaart”. “Ik ben een eenheidsklasse 40 racejacht en kom jullie voorbij”. Het is verdorie alsof we stilstaan als die ragbak ons met 18 knopen voorbij komt zetten!
Als de jachten ons voorbij gestormd zijn, keert de rust weer. We zijn lekker bezig met het voortdrijven van Anna Caroline in lichte wind die overal vandaan lijkt te komen. Een goed boek, gesprekken over de tijd na onze aankomst in Nederland en het kijken naar massa’s zeevogels, dolfijnen en grienden: de tijd kabbelt aangenaam voor bij. Langzaam wordt het kouder en we varen veel in de mist.
Rotzooi
Natuurlijk wisten we dat we één front over zouden krijgen. Al een paar dagen zit er eentje met harde wind in de weerkaarten, dus we bereiden onszelf en de boot tijdig voor. Als het eenmaal losbarst blijkt er veel meer wind en regen in te zitten dan de verwachting aangaf. Het lawaai is onvoorstelbaar en de felle regen draagt ook niet echt bij aan de feestvreugde. “Hoe lang zei je dat dit zou duren?” brult Wietze als ik weer eens een weerkaartje ophaal. “Zo’n 48 uur” zeg ik met een zuur gezicht. We troosten onszelf met een reep chocolade en knokken door.
Vlak voordat we het continentaal plat op schuiven is alles weer rustig. Schitterend helder weer, overdonderende sterrenhemels en gelukkig niet al te veel scheepvaartverkeer. Het is genieten op deze laatste mijlen. Kaap Lizard komt in beeld in de opkomende zon van de elfde dag op zee. We varen langzaam de baai van Falmouth in en kijken onze ogen uit: honderden boten liggen aan meerboeien, variërend van moderne jachten tot prachtige klassiekers. Een kijkfeest na al het grijs van de afgelopen oversteek. Mark van Port Pendennis Marina roept ons op: “Zijn jullie dat met de Q vlag omhoog?” Ja. “Ik draai de brug alvast open”. En tien minuten later maken we vast aan de steiger in een klein kommetje tussen kleurrijke huizen. “Alle papierwerk op orde? Hebben jullie nog ergens hulp bij nodig?” vraagt hij gastvrij. “Nee hoor, we moeten wachten op Border Force”. We gaan opruimen en de boot afspoelen.
Kruisband
En dan staan ze er: drie man sterk van Border Force. Donkerblauwe uniformen, gele vesten er over heen met daarin allerlei ernstige dingen als wapenstokken, handboeien, radio’s. Daar weer overheen een zwemvest. Alle drie zijn ze wat onzeker op de smalle zijsteiger. Ik krijg een bijna niet te onderdrukken lachkriebel. Alle drie hebben ze namelijk de twee kruisbanden van hun zwemvesten heel strak aangetrokken. Er is een soort diepe V op kruishoogte ontstaan en de pijpen van hun broeken zijn daardoor op standje ‘hoog water’ komen te staan. Stukjes wit been en sokken stralen ons tegemoet.
Terwijl Wietze wat babbelt met ze, pak ik de papieren. Alles is in orde, totdat het ellendige Passenger Locator Form aan de orde komt. Het is een draak van een formulier dat online ingevuld moet worden. Het lastige is dat zeedagen door de Engelsen niet erkend worden: dus 11 dagen op zee telt niet mee; je moet gewoon nog eens 10 dagen in quarantaine. Het formulier is gericht op vliegtuigpassagiers, maar niet op jachten. Ik liep muurvast met het formulier in de uren voor ons vertrek. De oudste officier kijkt ernstig en zegt: “Ik moet jullie een boete van 500 pond per persoon geven”. We schrikken ons rot. Ze gaan iets verderop staan en overleggen met elkaar. De jongste van de drie komt terug met zijn telefoon in zijn hand: “Ik vul het samen met jullie wel in, dan hoeven we niet te bekeuren”. Het duurt ruim een uur om het ingevuld te krijgen; de heren zijn gekookt in hun blauwe uniformen in de brandende zon én ze snappen nu ook dat het een rotformulier is voor zeilers. Maakt niet uit: we zitten in het systeem.
Alle papierwerk na Brexit stelt niks voor: twee formulieren die je van te voren in moet sturen en waar niet naar gekeken wordt. Geen stempels, geen gedoe. “Super, dank jullie wel” zeg ik opgelucht.
Supermarkt
De quarantaine blijkt erg losjes te zijn: we mogen naar de supermarkt, naar het douchegebouw waar ook wasmachines staan. Rondlopen op de jachthaven is OK, net als het wandelingetje naar het postkantoor waar we onze zelftesten op de bus moeten doen. Horeca mag niet, dus dat is goed voor het budget en de lijn. Zodra ze weg zijn, zegt Wietze: “We hebben zeker niks in huis voor het avondeten?”. “Nee” grijns ik terug. En tien minuten later slenteren we heerlijk door het schattige Falmouth op zoek naar de supermarkt.
De dagen erna zijn eigenlijk zoals altijd na een langere oversteek. Opruimen, poetsen, kleine reparaties en de omgeving verkennen. Onder het motto “we gaan naar de supermarkt” maken we twee wandelingen per dag. Elke dag krijgen we twee controletelefoontjes. Het is stralend weer, iedereen om ons heen is in vakantiestemming en we genieten van deze rare situatie die zoveel kansen biedt om toch nog wat van Falmouth te zien.
Op de vijfde dag nemen we de trein naar Truro. Daar doen we een speciale ‘test to release’-CPR test. Natuurlijk is die negatief en dus kunnen we weer varen. “Heb je naar het weer gekeken?” wijst Wietze naar het scherm. “Nou dat weer, nog twee dagen tegenwind” mopper ik. Wietze schatert: “ja, door al dit gedoe zou je nog bijna vergeten dat we een zéilreis maken”.
Falmouth, Engeland, juli 2021
Bekijk HIER de vorige columns
Meer vertrekkersverhalen? Lees alles van Sailors for Sustainability, Black Moon en bekijk de vlog van Yndeleau.
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 27 juli 2021
Wat een leuk verhaal en héél spannend.
Ik ken Lea van héél vroeger toen ze met mijn broer Hans verkering had.
Ze was toen al zo’n “dappere”. Destijds was ze ook een paardenliefhebber.(wij hadden 2 paarden die ze goed kon berijden)Laatst ik kwam ook nog een artikel van haar tegen. Leuk en interessant om dit lezen. Niets veranderd en nog steeds ondernemend. Dank
Dag Trees, dank je wel voor het compliment! We herkennen je beschrijving van Lea feilloos. Plus de honden die ze altijd bij zich heeft…
Hartelijke groet, Wietze en Janneke
Hoi, wij genieten altijd van jullie verhalen. Dank hiervoor. We wensen jullie een prachtig laatste torn van jullie reis. Tot in Nederland!
Dag Ineke, bedankt voor je bericht! Tot gauw, Wietze en Janneke