Reisverhalen

column Anna: Mevrouwtje

07:21

De Afdeling Regelen & Ritselen. Die afdeling is de mijne aan boord. Wietze is van de Afdeling Fiksen & Verbeteren, dus de taken lopen naadloos in elkaar over. Nu we met het ‘Anna Caroline Winter-troetelprogramma’ bezig zijn, krijgt ook de motor de nodige aandacht. “Kun je twaalf liter motorolie regelen? 10 W40” vraagt Wietze. Ah, dat is een klusje waar ik mijn hand niet voor omdraai. Als we later die ochtend boodschappen gaan doen, rijden we even langs een tankstation. Wietze houdt de fietsen vast en ik loop even naar binnen. Van snoep tot broodjes en van bier tot frisdrank is er te koop. Maar geen druppel motorolie. Ik glimlach, want weer merk je dat je denkt dat de dingen in de VS grofweg hetzelfde zijn als in Europa. Maar dat is niet zo; verrassend veel werkt hier totaal anders. Motorolie koop je in een warenhuis of bij een auto-onderdelenwinkel. Die zitten op zich op fietsafstand van de haven, maar met die hoeveelheid motorolie in de rugzakken wordt de terugweg toch wel ploeteren. Ik besluit om het online te proberen.

Een paar uur later weet ik zeker dat dit geen eenvoudige klus gaat worden. Er is nergens 10W40 voor dieselmotoren te vinden. “Zeg, leg me nog eens uit waarom het nou precies 10W40 moet zijn en geen 5W of 15W?” probeer ik voorzichtig. “Simpel” zeg Wietze “de samenstelling van 10W40 is gewoon beter omdat er een groter deel synthetische olie in zit. Stabieler van kwaliteit. Het is wel duurder, maar dat heb ik er voor over. En het neemt kleine slijtagedeeltjes beter op. Plus: we hebben nog 7 liter staan en dat is net niet genoeg voor een oliewissel. Als we dus naar 15W40 over zouden stappen, kan ik die 7 liter weggooien en dat vind ik zonde”. Met nieuwe moed ga ik aan de slag. Watersportzaken: nul op het rekest. Auto-onderdelenwinkels: ik maak een lijstje van mogelijke leveranciers en ga aan het bellen.

“Waar hebt u het voor nodig?” is de wedervraag bij elk telefoontje. Je hóórt het ‘mevrouwtje’ er al achteraan. “Voor de motor” zeg ik rustig. “Dan kunt u gewoon 15W40 gebruiken”. “Nee meneer, ik wil 10W40”. “Waarom?” Bij de eerste twee autozaken leg ik het nog rustig uit en weersta de verkoopinspanningen van de man die ik aan de telefoon heb om me andere W’s te verkopen. Ik vang bot. Bij zaak nummer vier slaat de meligheid toe. “Waar hebt u het voor nodig?” “Nou, ik gebruik het om mijn huid soepel te houden” flap ik eruit. Gelukkig is de verbinding slecht, dus hij vraagt me om het te herhalen. “You must be European”, is de conclusie van de man. Wat dat met motorolie te maken heeft, is me onduidelijk. Maar 10W40 levert het in elk geval niet op.

Ik besluit naar de bron te gaan en oliehandels te gaan bellen. En verdomd, bij nummer drie heb ik beet. Adam is de accountmanager bij de firma en hij merkt kennelijk aan mijn stem dat ik aardig wanhopig aan het worden ben. Ik hoor hem ratelen op zijn toetsenbord. Mijn zoektocht op internet had al aardig wat informatie opgeleverd en ik kan per merk de productnummers zo ophoesten. Met mijn informatie gaat hij aan de slag en …. Bingo! “Ja hoor, we hebben een vat van 55 gallon beschikbaar”. Ruim 200 liter! “Eh, ik heb 3 gallon nodig” stotter ik. Weer gerammel op zijn toetsenbord. Het blijkt precies het formaat van een ‘winkelverpakking’ te zijn. “Welke winkel?” is mijn retorische vraag. Het doet er niet toe, Adam gaat aan de slag en meldt even later in een mailtje dat het op transport gezet wordt naar de dichtstbijzijnde vestiging. Die is in Richmond. Het navigatieprogramma leert dat het meer dan een uur fietsen is. We kijken elkaar aan. Gaat dat lukken?

Buurman Marty brengt uitkomst. “Nee, dat is te ver. Ik breng jullie wel”. Ik kan hem wel zoenen. De dag voor de levering bel ik voor de zekerheid nog even. “Is het binnen?” “Ja hoor, het staat hier”. Mooi. De dag erna vroeg uit de veren en nog voor de file naar Richmond. De oliehandel is precies wat je verwacht: een soort keet voor een hal waar enorme vaten opgeslagen staan. Desolaat industrieterrein waar de dode bladeren rond onze voeten waaien. Eenmaal binnen kijkt de kauwgomkauwende baliemedewerkster ons vragend aan. “We komen de olie ophalen waar ik gisteren over gebeld heb”.  Ze stiefelt naar achteren en komt terug met de mededeling dat het er niet is. Er is gisteren wel 15W40 binnen gekomen. Ik ontplof zo ongeveer, maar weet me te beheersen. Manager Brett had via een raampje al naar ons zitten te kijken. Hij schiet tevoorschijn: “Wat is er?” Ik haal diep adem en zeg dat ik 3 gallon 10W40 besteld heb en dat ik dat NU op kom halen. “Waar is het voor?” vraagt hij vriendelijk terwijl hij naar Wietze en Marty kijkt. Wietze ziet een lollige opmerking bij mij opborrelen en zegt gauw: “wat doet dat er toe? We willen het gewoon hebben”. En weer krijgen we de hele discussie over allerlei W’s. Ik krijg er een punthoofd van en ben allang bereid om de 7 liter die we nog hebben te kiepen. Maar dan gaat er kennelijk een lampje branden bij Brett en gaat hij zoeken en bellen. Hij wuift ons de keet uit: hij komt er wel op terug. We draaien net het haventerrein op als de telefoon gaat. “Ik heb het! Morgen wordt het geleverd bij jullie op de haven”. Ik spring een gat in de lucht.

Vanochtend werd ik vol verwachting wakker. Tegen tien uur ging de telefoon. Mike van het havenkantoor. “Zeg, er staat hier iemand met drie gallon motorolie. 10W40. Weet je zeker dat dat klopt? Waar hebben jullie dat voor nodig?” Terwijl Wietze al wegsprint om het zwarte goud op te halen, zeg ik rustig: “elke dag een kopje is erg goed voor je haar”.

Emeryville, San Francisco Bay, VS, januari 2017

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten