Reisverhalen

Column Anna: kan het wat minder?

08:00

Column Anna
Een traditionele dhow vaart ons voorbij

De zon is net op en er staat een lekker briesje in ons geheime baaitje in Madagaskar. Ik sta voorop om de ankerlier klaar te maken. Ineens hoor ik zacht gepraat en ik kijk met een brede grijns op. Vier slaperige vissers komen in het eerste ochtendlicht langsgevaren; het enorme lateinzeil kilt wat in de wind. Ik steek mijn hand op en zij zwaaien terug. Allebei zijn we nieuwsgierig naar elkaar, maar meer contact dan een zwaai is niet mogelijk. Ze schieten richting open zee; wij trekken het anker los en volgen ze tien minuten later.

Column Anna

Water filteren tot het een aanvaardbare kleur krijgt

Genietend varen we langs de kust. Een lekkere bries, zonnetje erbij en de spectaculaire vissersboten om ons heen. “Nog tien mijl tot de kaap en dan moeten we een beslissing nemen” zegt Wietze. Ik knik. “Wil je nog wat drinken?” “Ja graag”. Binnen ga ik met een waterbeker en koffiefilter in de weer. Tot onze grote ergernis zijn we erachter gekomen dat we in de Malediven niet alleen water gekocht hebben, maar dat daar ook een heel fijne modder bij zat. Die is onderin de tank gekomen, maar door het felle klotsen van vorige week is dat gaan zweven door het water. Ondanks het koolstof waterfilter komt het theekleurig uit de kraan. Als we het door een koffiefilter laten lopen, krijgt het een aanvaardbare kleur. Het smaakt naar karton, maar wat aanlenglimonade maakt het redelijk drinkbaar. Ik erger me er kapot aan, maar we kunnen er niks aan doen totdat we 1300 mijl verderop in Zuid Afrika zijn.

Stroom

Als de kust van Madagaskar langzaam achter ons in zee zinkt, pakken we de weerkaarten er weer bij. Gaan we een rechtstreekse koers voorliggen naar Richards Bay in Zuid-Afrika of gaan we zoeken naar de stroom die ons daar sneller brengt maar waarvoor we meer mijlen moeten varen? We weten dat er hier een grote ‘eddy’ zit. Zo’n enorme ronde of ovale stroomwerveling kan je goed helpen of in de weg zitten. “Ik kan mezelf wel voor m’n kop slaan dat ik het duurdere weerpakketje van Predictwind niet gekocht heb voor dit stuk. Daar zitten stroomgegevens bij” mopper ik. Een mailtje naar Lynnath, onze ‘weer-vriendin’ levert het antwoord op. “Als je pal west vaart, krijg je een flinke zwiep van de noordelijke kant van een grote eddy” schrijft ze. We vallen wat af en Anna Caroline stapt op het vliegende tapijt: met ruim zeven knopen sjezen we over het water. Als de wind nog wat aantrekt, gaan we richting negen knopen. Ik word er doodnerveus van; het voelt allemaal zo losgeslagen aan. Wietze kan z’n lol niet op. Binnen twee etmalen hebben we het Mozambique Kanaal overgestoken. Nu beginnen we aan de lange tocht naar het zuiden; als het goed is krijgen we hulp van de Mozambique Stroom die ons met anderhalve knoop voortduwt.

Strategie

Nu wordt het spannend, want we komen met elke mijl zuidwaarts dichter bij de fronten die vanuit de zuidelijke oceanen het Mozambique kanaal ingeperst worden. Zuidenwind tegen felle stroom geeft een nare en potentieel gevaarlijke zee. Op een stuk van 800 mijl zijn er drie plekjes waar je kunt schuilen voor zuidenwind. Elk van deze plekken zijn omgeven door ondiepe zandbanken en met onze 2,15 meter diepgang zijn we erg beperkt door het getij. De maan is bijna vol, dus met vier meter verschil tussen eb en vloed is het zonder meer uitdagend te noemen om daar heen te gaan. “Om eerlijk te zijn, ga ik liever bijliggen in dieper water dan te gaan lopen stressen achter zo’n eiland” zegt Wietze peinzend. Ik slik wat zorgen weg; hoe je het wendt of keert, dit is een eng stuk varen.

Column Anna

Meten hoe hard het nou eigenlijk waait

Des Cason is een Zuid-Afrikaan die elk jaar de vloot jachten die naar Zuid-Afrika vaart bijstaat met weeradvies. Een markante man die veel ervaring heeft in dit specifieke gebied. Twee keer per dag hebben we even contact met hem en geeft hij zijn visie op wat er staat te gebeuren. De weerkaarten die we binnenhalen, bestrijken noodzakelijkerwijs een kleiner gebied dan waar je eigenlijk informatie over zou willen hebben. Hij kijkt verder naar het zuiden en kan tijdig waarschuwen als er iets akeligs aankomt. Samen met onze eigen weerkaartjes geeft dat een compleet beeld. “Niks abnormaals” mailt Des. “Nog meer zuidoostenwind dus” gromt Wietze. We zijn inmiddels alweer drie dagen hoog aan de wind tegen de steile golven in aan het rammen. De buien die ’s nachts overkomen, gooien er nog eens vijftien knopen overheen. Met ons hand-windmetertje meten we 28 knopen op dekniveau. De dagen bestaan uit grimmig volhouden en vasthouden.

Stuk

“Wat gek” mompel ik ’s ochtends. “Wat?” vraagt Wietze. “Kijk, als ik de tablet aan zet om het weerbericht binnen te halen, zet hij zichzelf weer uit”. Wat ik ook probeer, het ding wil niks meer. “Verdomme, weer iets dat stuk gaat” moppert Wietze. De afgelopen maanden hebben we in zo’n hoge luchtvochtigheid en zoutgehalte gezeten, dat de gekste dingen zijn gaan schimmelen of corroderen. Van sluitingen tot blokken, van gespen tot brilscharnieren. Om gek van te worden. En nu is dus ook de tablet er aan onder door gegaan. Vervelend, maar ik had alle apps die met de Iridium Go praten, ook op de telefoon gezet. Dacht ik. Maar als ik goed kijk, blijkt het mailprogramma niet te werken en ook het back-up zeekaarten programma geeft geen sjoege. “Hou de telefoon even vast” zeg ik tegen Wietze. Die kijkt me verbaasd aan. “Dan voorkom je dat ik het ding in het water gooi” zeg ik met een schuin lachje. De weerkaarten kunnen we wel via de telefoon binnenhalen. “Dat is toch het belangrijkste?” zegt Wietze geruststellend. Tuurlijk. Maar af en toe een mailtje vind ik wel gezellig.

Vechten

Column Anna

Eindeloos trimmen in de harde wind

We hebben geluk: geen zware fronten die ons tegemoet komen, dus we hoeven alleen maar stug vol te houden en tegen de harde zuidoostenwind in te vechten. Dag in, dag uit. Ik start de SSB radio op om te zien of we een walstation in Zuid-Afrika kunnen bereiken. En ik heb beet! “Kijk, email!” wijs ik zo blij als een kind naar het computerscherm. Wietze ligt in een deuk. “O, wat hou ik toch van die radio” huppel ik door de boot.

De zonsondergangen zijn schitterend en het varen met volle maan heeft ook altijd iets speciaals. De zee is leeg: geen vissersboten en nauwelijks vogels. Alleen een soort trein van vrachtschepen die heerlijk voorspelbaar varen. Een hoogtepunt is een grote groep dolfijnen die urenlang om ons heen zwemt en metershoog uit het water springt. We tellen de mijlen zuidwaarts; nog 300 te gaan. Het wordt snel kouder. Bibberend zoeken we de zeiljassen en laarzen weer op.

Dobberen

Column Anna

En de volgende bui dient zich alweer aan

“Jongens, nu wordt het spannend” zegt Des. “Er komt in de komende 24 uur nog eens 15 knopen zuidoostenwind bij. Met jullie snelheid kom je dan op het hoogtepunt van de wind precies in de start van de Agulhas Stroom terecht. Dat is ruim drie knopen. Dan krijg je echt gevaarlijke zeeën”. “Dat is over ongeveer tachtig mijl. Daar moeten we dus 24 uur over doen” zegt Wietze met één blik op de kaart. We reven fors en dobberen tergend langzaam een dag lang naar het zuidwesten. De wind giert, de regen komt horizontaal voorbij en het is toch comfortabel. “Mijn vertrouwen in de boot groeit nog steeds” zegt Wietze terwijl zijn hand over het dek strijkt. Ik knik. Het geweld is ongelofelijk en onze Anna Caroline dartelt gewoon door.

Eindelijk kunnen we de schoten ietsjes laten vieren en stappen we weer op het vliegende tapijt. Met negen knopen schieten de laatste honderd mijlen onder ons door. “We gaan precies in het donker aankomen” zeg ik na weer eens rekenen. “Het is een diepwater zeehaven, kolenoverslag. Dat moet goed verlicht en betond zijn” zegt Wietze. Normaal zouden we nooit ’s nachts zomaar een haven aanlopen, vooral niet aan lager wal. Maar nog een nacht in deze herrie liggen? Nee. We zetten door.  Drie uur later stuiven we de brede havenmond in, twee mijl verder is het kleine kommetje met de quarantainekade. In de stromende regen zien we twee zeilvrienden klaarstaan om onze lijnen aan te pakken. “Gefeliciteerd!” brullen ze naar ons. De opluchting is bijna tastbaar. Zuid-Afrika! We hebben het gefikst.

Richards Bay, Zuid-Afrika, 18 november 2020.

 

Bekijk HIER de vorige columns

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten