Reisverhalen

Column Anna: gouden handel

08:00

Column Anna
Pittwater ligt vol met meerboeien

“Ik snap er niks van” mopper ik tegen Wietze. “Ik ook niet” moppert hij mee. “Dan pak ik de verrekijker wel even. Er is iets raars met die jachthaven aan de hand” besluit ik. Volgens de kaart kijken we nu in de baai waar we van plan waren vannacht te gaan ankeren. Maar er lijkt een joekel van een jachthaven in te liggen. En wel zo enorm dat hij de hele baai vult. Chagrijnig stel ik scherp. En dan valt mijn mond open: het is geen jachthaven, maar een meerboeienveld. Dicht opeengepakt liggen er honderden boten. Ik verrekijk de baai aan de overkant in: zelfde verhaal. Elke enigszins beschutte plek ligt volgepakt met boten aan meerboeien. Het is al laat, dus we kijken elkaar aan: doorvaren maar naar de jachthavens aan het einde van deze baai. Het dorpje Nelson ligt uitnodigend in de verte. Pittwater is erg mooi vaarwater, dus ons chagrijn maakt snel plaats voor nieuwsgierigheid wat deze nieuwe plek ons te bieden heeft.

Zeilschool instructies

Column Anna

In de mooie baaien liggen 24-uurs meerboeien

Ik bel om te vragen of ze een plek voor ons hebben. Het is nog amper lente, dus het is rustig en we kunnen doorvaren. Wat me opvalt is dat er in het telefoongesprek een uitvoerige instructie volgt over het klaarleggen van lijnen en het ophangen van stootwillen. Als we vlakbij de box zijn, staan er twee vriendelijke mannen klaar. Ook zij brullen duidelijke instructies die op een zeilschool niet zouden misstaan. We kijken elkaar verbaasd aan. Ik brul terug: “dit is een langkieler zonder boegschroef. Zeventien ton. Alleen de lijnen vastleggen en niet trekken alstublieft”. Nu zijn zij verbaasd. De ligplaats heeft een rare hoek, dus Wietze trekt onze Anna Caroline er op een springetje in. De mannen geven ons een klein applausje. Ik glimlach: “ja, we hebben dit vaker gedaan”. We krijgen de beleefde ‘boer met kiespijn’ glimlach terug. We weten inmiddels dat watersport enorm populair aan het worden is in Australië. De vraag naar boten overstijgt het aanbod aan ligplaatsen met een veelvoud. Veel welvarende mensen vinden het concept ‘watersport’ wel leuk en beslissen om meteen met een vrij groot jacht te beginnen. We zien hier en daar mensen een heel steile leercurve afleggen. En jachthaven-mannen met veel geduld en spierballen.

 

Plastic fantastic

Column Anna

De nieuwe boten worden geleverd

Op weg naar het havenkantoor lopen we een rondje over de steigers. Blinkend nieuwe jachten, zo ver het oog reikt. Populair zijn Franse en Duitse productieboten tussen 40 en 50 voet. Helemaal ingericht voor de zomerse felle zon hier: zonnetenten, veel buitenruimte, barbecues op de hekstoel. En hele kleine ankers, dat valt ons ook op. In het havenkantoor worden we hartelijk ontvangen. We krijgen een kaart van het Ku-ring-gai Chase Nationaal Park dat aan Pittwater grenst. Een gebied waar je alleen al een maand rond zou kunnen varen. “In al deze baaien liggen meerboeien” legt Angus ons uit. Onze gezichten betrekken. “Nee, die zijn voor maximaal 24 uur” reageert hij. “De meeste mensen pikken hier liever een meerboei op dan dat ze ankeren. Dus leggen alle clubs hier zware meerboeien neer. Jullie kunnen daar ook gebruik van maken” glimlacht hij.

Als we teruglopen naar de boot, zien we net een drietal nagelnieuwe boten van vrachtwagens geladen worden. “Gouden handel” mompelt Wietze. Al snel praten we over de kosten van zo’n transport over de halve wereld. Onderweg zijn we wel ‘delivery crews’ tegengekomen die dit soort boten brengen, maar dat lijkt een druppel op de gloeiende plaat te zijn als je kijkt naar de aantallen gloednieuwe enkelrompers en catamarans die hier rondvaren.

Krenten uit de pap

“Ik ben benieuwd hoe het gegaan is met de wereldzeilers die alleen de Atlantische en Stille Oceaan wilden doen en hier de boot wilden verkopen” zegt Wietze. Het viel ons onderweg vaak op dat de grote meerderheid van de wereldzeilers niet de Indische oceaan over wil. Verkopen, laten transporteren of in oostelijke richting terugvaren waren de opties die dan overbleven. Ook kwamen we verschillende mensen tegen die een gebruikt charterjacht kochten in de Caraïben, ermee naar Nieuw-Zeeland of Australië voeren om hem daar te verkopen. De gedachte was dat ze daarmee een gratis reis hadden. We vragen het aan Lindsay, een Australiër die we vorig jaar op vele ankerplekken in de Stille Zuidzee ontmoet hebben. Hij voer in een gloednieuwe catamaran. “Ja, ik heb mijn investering in de boot volledig teruggekregen bij de verkoop” grijnst hij. “De kosten van brandstof, verzekering en onderhoud heb ik natuurlijk wel gehad. Maar dat is dan ook alles”. Hij kocht de boot nieuw in Frankrijk en zeilde hem naar Australië. Als we hem vragen of hij meer weet van de andere verkopende wereldzeilers, antwoordt hij stellig: “al die boten zijn weg, op eentje na”. Bij nader inzien is die boot te groot voor de gemiddelde jachthaven hier. En nogal slecht onderhouden. “Als je er winst op wilt maken, is het lastig. Maar je kunt de kosten van de boot wel terugverdienen omdat boten hier veel meer hun waarde houden dan in Europa. Ik zou het zó weer doen” mompelt Lindsay. “Gouden handel” zit Wietze weer te geinen.

Column Anna

Robert Vrind

“Ja, de boot moet hier in erg goede staat zijn wil je er snel vanaf komen. En hij moet van de populaire merken zijn. Anders wordt het lastiger” zegt Robert. Een vrolijke Nederlandse wereldzeiler die al een paar jaar in Australië woont en in de bootjeshandel zit. “Het addertje onder het gras is de importbelasting die je moet betalen. Daar moet je wel rekening mee houden.” Hij lacht: “het is grappig dat jullie er nu naar vragen. Ik heb in de afgelopen maand twee keer een email gehad van mensen uit Nederland die van Nederland naar hier willen zeilen en hier willen verkopen. Voordat ze in Nederland een boot kopen, kijken ze wat hier kansrijk is in de verkoop. Dat noem ik nog eens plannen”. Ja, daar zijn we ook even stil van. “Watersport is hier zó populair, dat de goede boten niet aan te slepen zijn” gaat hij verder. “Catamarans zijn erg populair, omdat mensen er hier op willen wonen. En de vaargebieden langs de kust lenen zich erg voor boten die niet zo diep steken”.

Terug aan boord laten we alles nog eens op ons inwerken. Wietze zit wat tijdlijntjes te schetsen en sommetjes te maken op een papiertje. Daar word ik altijd wat zenuwachtig van. Met glinsterende ogen begint hij even later: “wat als we nou eens…”. Ik sta op en leg hem het zwijgen op met een kus. Als ik naar binnen ga om een wijntje in te schenken hoor ik hem nog mompelen: “Gouden handel”.

Pittwater, Australië, november 2018

Bekijk hier de vorige column

Credit hoofdfoto: Royal Prince Alfred Yachtclub

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten