Reisverhalen

Column Anna: Een booteenheid

07:04

Eén van de grootste uitdagingen van deze winter is de reparatie van onze stuurautomaat. Op het traject van Hawaii naar Alaska begon het trouwe apparaat te lekken. Geen nood, we knutselden een soort emmertje van een leeg colaflesje en vingen de lekkende olie op. Als we de stuurautomaat gebruikten, konden we volstaan met een korte controle elke zes uur. De opgevangen olie ging met een fraai boogje weer terug in het tankje en alles liep gesmeerd. Letterlijk. Zo op het oog is er geen gillende noodzaak om het te repareren, maar met de duizenden mijlen die dit jaar op de planning staan, moeten we toch verstandig zijn.

Opgewekt begin ik te Googelen op het merk van de stuurautomaat. Ai. Die zijn al 16 jaar niet meer actief, het bedrijf is overgenomen door een branchegenoot. Onze stuurautomaat is waarschijnlijk al veel ouder dan twintig jaar. Nou, een telefoontje naar een dealer van het nieuwe merk van de stuurautomaat levert in eerste instantie toch wel goed nieuws op. “O, het repareren van afdichtingsringen van de ram is mogelijk”. “Fantastisch, wanneer kunnen we hem brengen?”. “Dat zei ik niet. De ram kan in theorie gerepareerd worden, maar de afdichtingsringen worden niet meer gemaakt. Dus u moet een nieuwe kopen”. Balen. Wietze slaat aan het Googelen en vindt een nieuwe ram. Nog in de aanbieding ook: net onder de 3000 dollar. Oei. Plus: de ram is gecombineerd met de hydrauliekpomp en het olievaatje. Bij ons zijn dat allemaal losse componenten. We voelen aan ons water dat het vervangen van de ram gaat leiden tot een achterwaarts bewegend probleem. Uiteindelijk zul je zien dat je de hele handel eruit kunt slopen en vervangen. Dat stopt niet bij 5000 dollar, vrezen we.

“Dat kan toch niet waar zijn?” vraag ik als ik de volgende dealer bel. “Ja hoor, veel beter zo” is het zonnige antwoord. “Het voelt een beetje alsof ik een lekke band heb en u me vertelt dat ik een nieuwe fiets moet kopen”. Hij grinnikt en wenst met nog een fijne dag. Oké, nu zullen we inventiever moeten worden. We gaan de profi’s inschakelen. In de prachtige winterzon wandelen we naar een naastgelegen haventje waar vissersbootjes liggen. “Weten jullie een mannetje dat een hydraulische ram kan repareren?” Tuurlijk. De mannen gaan er eens goed voor zitten. Het levert interessante instructies op als: “jaaaa, daar onder het viaduct zit een rijtje containers. In één daarvan zit Steve. Die doet eigenlijk alleen hydraulische krikken, maar hij kan die van jullie ook vast wel repareren. Zeg maar dat ik je gestuurd heb”. We blijven dus nog maar even doorzoeken en uiteindelijk vinden we iemand die een winkel heeft met allerlei bootapparatuur. Hij kent een hydrauliekbedrijf en we krijgen het nummer. Een kort telefoontje en: “ja hoor, kom maar brengen”. Enthousiast ruimt Wietze de achterhut uit en krijgt de stuurautomaat in onderdelen uit het achteronder. De hele zaak in een grote plastic bak en met de taxi op pad.

Op een industrieterrein zien we dat het zelfs een professioneel ogende hydrauliekwerkplaats is. Als onze ogen aan het donker gewend zijn, staan we voor een soort RVS aanrecht waar een kolossale man achter zit. Als een soort Boeddha zit hij daar maar een beetje voor zich uit te staren. Zijn medewerkers zijn met allerlei gigantische hydraulische pompen en andere onderdelen bezig. De gigant achter z’n aanrecht richt zijn blik op ons en onze spulletjes. “Ik kan het niet zien” zegt hij met een zucht. Een medewerker komt aangerend en tilt onze ram op. “Nee” zegt hij. Ik sta te stuiteren. “Hoe zo niet? Ik heb gisteren gebeld en toen zei u dat u het kon repareren”. Hij slaakt weer een borrelende zucht. “U had moeten zeggen dat u van een zeilboot bent. Mensen van zeilboten zijn het ergst” moppert hij. Wietze grist de bak voor zijn neus vandaan. “Ga maar naar dat jachtservicebedrijf daar verderop” borrelt de man nog na.

Stomend van kwaadheid staan we op de stoep. Wat nu? Het jachtservicebedrijf staat bekend om z’n kwaliteit en forse prijzen. We zijn er een korte taxirit vandaan. “No guts, no glory” moppert Wietze terwijl ik een taxi bestel. Als we twintig minuten later de glanzende receptie van de jachtservicemannen binnenlopen, worden we met het gebruikelijke “Good afternoon! How are you?” begroet. Je wordt niet verondersteld te melden hoe het werkelijk met je gaat, maar toch vertel ik de receptioniste dat het niet goed met ons gaat maar dat we er alle hoop op hebben dat het hier bij hen helemaal goed gaat komen. Ze lacht en belt projectmanager Bob. Bob komt en ziet ons met onze plastic bak staan. Bij al het glimmende geweld steken we wat armoedig af, realiseer ik me. We leggen ons probleem uit en worden meegenomen naar de werkplaats van tuiger Barrett. Bob heeft duidelijk geen zin in deze klus en troont ons mee naar het rek met nieuwe rammen. Ik leg geduldig uit dat we liever de ram laten repareren dan dat we een paar duizend dollar op tafel leggen om een systeem te vervangen dat maar op één punt kapot is. “Nee” zegt Bob en marcheert zonder verder iets te zeggen weg. Perplex over zoveel lompheid staren we hem na. Dan hoor ik ineens iets geks. Barrett ziet kennelijk onze wanhoop en hij staat binnensmonds mompelend met onze ram te frutten. De bak schuift heen en weer. Zijn schuifmaatje komt tevoorschijn. Zijn collega Dan komt erbij en samen maken ze geruststellende keelgeluidjes. “Ik heb nu geen tijd. Bel me maandag, dan weet ik meer” zegt Barrett met een knipoog. Ik kan de man wel zoenen.

Een nerveus weekend volgt. Onze buren aan de G-steiger volgen deze soap met grote belangstelling. “Leuk dat jullie iets laten repareren en niet gewoon vervangen” zegt Marty. “Eigenlijk heel modern”.  We praten verder en hij bekent dat hij bij bootkosten niet meer denkt in dollars. “Ik denk in booteenheden. Een nieuwe stuurautomaat begint dus bij drie booteenheden”. Een booteenheid blijkt dus 1000 dollar te zijn. Ook een manier om met tegenslag om te gaan.

Maandagmiddag belt Dan. Ik kan de grijns in zijn stem horen, nog voordat de verlossende woorden komen. “Barrett heeft het gefikst. Kom hem morgen maar halen”. We geloven onze oren niet. De volgende dag staat onze plastic bak naast een breed lachende Barrett. “Goed hè?” zegt hij. “Ik had nog een doos met oude afdichtingsringen staan en daar heb ik in gezocht. En ik vond er eentje die past. Kijk maar”. Hij tuigt een accu op, hangt ons hydrauliekolietankje aan een lat en met twinkelende ogen houdt hij de draadjes bij de motor. Hopla, de ram schuift uit. Draadjes omdraaien en hij schuift weer naar binnen. Het geheel maakt een wat erotisch gekreun. “Ja” grinnikt hij “dat zal wel minder worden in de loop der tijd”. We meppen hem op zijn schouder en laden de hele zaak weer in de bak. “Veel plezier nog” zegt hij als we richting de kassa lopen. De creditcard tikt iets meer dan zevenhonderd dollar af. “Minder dan één booteenheid” zeg ik opgelucht tegen Wietze. “Ja, zo klinkt het beter nietwaar?” lacht hij terug.

Emeryville, San Francisco Bay, VS, februari 2017

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten