Reisverhalen

Column Anna: Doolhof

08:21

 De voorman van de stratenmakers kijkt me fronsend aan. Dan neemt hij een besluit en pakt me bij mijn bovenarm. Naar Wietze gebaart hij ‘meekomen’. Ik ben stomverbaasd: gaan we dié bouwput in? Hij had er al de hele tijd naar staan wijzen, maar ik kon gewoon niet geloven dat hij het echt meende. Hij beent voor ons uit en nieuwsgierig volgen we hem tussen brokstukken van wat eens een weg was en onder een half afgebroken viaduct door. Halverwege pakt hij mijn arm weer en wijst. Eindelijk zie ik het piepkleine bordje: Capitania. Ah! Dit pad moeten we dus volgen. Met een sierlijk buiginkje bedank ik hem. Lachend en hoofdschuddend loopt hij terug. Maffe buitenlanders, zie je hem denken.

In- en uitklaren is en blijft een uitdaging, waar we ook komen. Tijdens ons Rondje Atlantic hadden we daar al veel mee te maken gehad. Ook tijdens deze reis doen we weer leuke ervaringen op. We hebben één regel: we laten ons niet op de kast jagen en we zorgen dat we op z’n minst een glimlach van de betreffende beambte hebben gekregen. We zien zeilers die al op voorhand op standje ‘ik ben geïrriteerd en ik vind dit belachelijk’ gaan. Kost bákken energie en je hebt er niet zoveel aan. Sneller gaat het er in elk geval niet door. En diep in ons hart denken we dat je ze ook maar beter te vriend kunt houden. Je hebt sneller moeilijkheden dan dat je er van af bent.

Maar eerst moet je bij de betreffende ambtenaar zien te komen. Dat is vaak nog de grootste uitdaging. Met een beetje geluk kun je in de haven een papiertje te pakken krijgen met de adressen en een routebeschrijving naar de kantoren die je moet bezoeken. Hier in Brazilië zijn dat er twee of drie per keer. Zo’n instructiepapiertje gaat vaak al jaren mee. Helaas verhuist een organisatie intussen wel of wordt de halve stad opgebroken en is de informatie niet meer actueel. Het zoekplaatje is dan compleet.

Gelukkig kunnen we hier steeds weer rekenen op de spreekwoordelijke gastvrijheid en hulpvaardigheid van de Brazilianen. We vragen met handen en voeten de weg. Vaak is het net als het oude zoekspelletje: “Warm, warm, koud, warm…”. Er zijn bijvoorbeeld wel vijf verschillende politieorganisaties die elk weer gespecialiseerde onderafdelingen hebben. Springen wij een gat in de lucht als we eindelijk de Policia Federal gevonden hebben, blijken we toch naar een ander kantoor te moeten voor de Policia Federal voor schepen. Blijmoedig lopen we weer verder.

Ook Capitania’s zijn lastig te vinden. Vaak moeten we ons over haveloze haventerreinen worstelen. In Rio vinden we uiteindelijk, als we een bouwput doorgesjouwd zijn, een prachtig oud gebouwtje midden in een marinemuseum. Als we daar eenmaal in een kantoortje staan waar een gemiddelde Nederlandse ARBO-inspecteur acuut een rolberoerte van zou krijgen, worden we allervriendelijkst ontvangen. “Helaas moet u ook weer terugkomen als u Rio uitgaat” meldt de beambte. Vriendelijk lachend maken we duidelijk dat het helemaal niet erg is. We weten nu immers de weg.

Rio de Janeiro, Brazilië, juli 2014

Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten