Reisverhalen

Column Anna: de zeilmoeder

08:21

Column Anna
De kleintjes in hun Opti's buffelen in de harde wind

Niets beters tegen jetlag dan een potje schuren en schilderen op het onderwaterschip. Een dikke week nadat we weer terug zijn uit Nederland, gaat onze Anna Caroline weer te water. Heerlijk om weer de normale boot-beweging te voelen. We liggen aan de gastensteiger van de Fremantle Sailing Club en koesteren ons met een kopje thee in het ochtendzonnetje. Vlakbij is het grote clubgebouw; dit soort clubs zijn in Australië enorme verenigingen met allerlei activiteiten, grote horeca etc. Er is een apart gebouw bij een strandje, waar het vandaag een gekrioel van jewelste is. Tientallen zeilbootjes in alle soorten en maten worden getuigd en het water in gelaten. Het gekwetter van kinderstemmen overstemt het gebrom van nog meer auto’s die boten aanvoeren. We kijken elkaar aan. “Even gaan kijken?” zegt Wietze met z’n camera al in zijn handen. Tuurlijk.

Nederlands talent

Column Anna

Zeilmoeder Esther en haar zoon Olin

We lopen het terras van het clubhuis voor jeugdzeilers op. “Olin, vergeet je horloge niet” horen we opeens. Verrast kijken we op, hier verwacht je niet dat je zo’n opmerking in het Nederlands hoort. Als we reageren, kijkt Esther Poiesz op haar beurt verbaasd op. Zodra Olin z’n wedstrijdklokje omheeft, heeft ze even tijd voor een praatje. Het blijkt dat vandaag de clubkampioenschappen zijn; die worden op de grens van zomer en winter gehouden. Een beetje zorgelijk kijken we naar de lucht: het waait dat het rookt. “Ja, er zal hard gewerkt moeten worden vandaag” is haar nuchtere reactie. “Maar gaan jullie dan echt het water op met alle boten? Ook de Optimisten met die kleine kinderen erin?” vraag ik verbaasd. “Ja, hoor” zegt ze “er wordt hier eigenlijk altijd gevaren. We zijn er met een grote groep coaches en vrijwilligers bij”. Dan wijst ze naar een paar forse RIBs die klaarliggen, volgehangen met wedstrijdboeien. “We kunnen met die harde wind alle hulp gebruiken. Zin om mee te gaan?” Dat laten we ons geen twee keer zeggen!

Even later varen we de haven uit. Er staat, zo vroeg op de ochtend, al een zee van jewelste. Het is een prachtig gezicht: de felle zon, het witte schuim en het helderblauwe water. Ik kan daar van blijven genieten. Maar er moet gewerkt worden. Het startschip ligt klaar en de baan moet uitgezet worden. Roger, Wietze en Esther mikken de boeien en ankers op de goede plek in het water. Met een brede grijns laat Esther haar geheime wapen zien: een stokje met een touwtje eraan om te controleren of de windhoek ten opzichte van het startschip goed is. Het gaat met een trefzekere vaart waar we allebei van onder de indruk zijn. “Het lijkt wel of je dit vaker gedaan hebt?” vraagt Wietze. “Ach ja” krijgen we zo’n heerlijk nuchter Fries antwoord. Na wat doorvragen blijkt dat ze namens de Koninklijke Watersportvereniging Sneek jarenlang in de organisatie van de Sneekweek zat en bákken organisatorische zeilervaring heeft. Na hun verhuizing naar Australië, pakte ze hier de draad gewoon weer op.

OBR

Column Anna

Allerlei klassen door elkaar

We willen graag wat foto’s hebben van deze mooie dag, maar dat gaat niet lukken in de RIB. Ik spring op het startschip en speel ‘on board reporter’. De bemanning van het startschip ziet me niet eens: de ene klasse na de andere start en de wind loeit alles in de rondte. Een klassenvlag waait zelfs weg van z’n lijntje. Ik val van de ene verbazing in de andere. Niet alleen zeilboten, maar ook foilende kitesurfers komen met razende vaart langs. Er sjezen vier grote RIBS van de vereniging rond om alles in goede banen te leiden. Na een klein uurtje zie ik Wietze, Roger en Esther weer voorbij komen met de RIB. Een Optimist ligt dwars over het dek en eentje sleept erachter aan. “We gaan ze even wegbrengen” gebaren ze. Later blijkt dat Olin z’n roerpen afgebroken is. Jammer, want hij lag hartstikke goed.

Column Anna

Wietze helpt mee om gestrande Opti’s te bergen

Zestien kampioenen

Column Anna

Hoofdcoach Thor Schoenhoff

Met fluitende oren stap ik een paar uur later van het startschip op de steiger. Wietze en Esther zitten bij het clubhuis op te drogen in de zon. Onderweg naar ze toe loop ik twee jonge kerels tegen het lijf en feliciteer ze met een prachtige dag. “Zijn jullie coaches hier?” vraag ik. Ja, dat zijn ze. Even later komt Thor Schoenhoff bij ons staan. Hij knikt naar de twee waar ik net mee gesproken heb. “Leuk dat je onze jonge wereldkampioenen al ontmoet hebt”. Huh? “Ja, Alistair Young en Romë Featherstone hebben in de Laser en 420 goede zaken gedaan. En in het clubgebouw heb je vast al de foto’s gezien van Luke en Tessa Parkinson. Ongelofelijke prestaties zetten die neer. Het totaal komt op 16 wereldkampioenen en Olympische medaillewinnaars”. “Alleen van deze club?” vraagt Wietze verbaasd. Thor blijkt de hoofdcoach te zijn en hij gaat er even voor zitten om het uit te leggen. Tien jaar geleden is Arthur Brett hier neergestreken als coach. Een steengoede Laser-zeiler met een goedgevulde prijzenkast. Hij begon een ambitieus coachingsprogramma en al gauw stroomden fanatieke zeilers toe. De club investeerde in de faciliteiten en de resultaten logen er niet om. Dus meer zeilers, meer succes en zo groeide het door. Thor lacht: “ik was één van die zeilers en ik was elk vrij moment op het water te vinden. Twee jaar geleden heb ik het stokje overgenomen”. De club wil zoveel mogelijk jongeren met het zeilen in aanraking brengen. Per maand mogen tien kinderen starten met wat spelevaren met rag-Optimistjes. Vinden ze het leuk, dan kunnen ze doorgroeien. “We bestrijken het hele spectrum van jongeren die gewoon lekker willen varen tot bloedfanatieke zeilers die voor goud gaan”. Het blijkt dat er zelfs mensen zijn die van twee clubs lid zijn: hier op zee trainen én bij een andere club op de rivier wedstrijden varen. Esther knikt: “mijn man Marcel vaart daar Laser”.

Alles klopt

Mijn blik glijdt weer over de rijen RIBs en de twee grote startschepen die klaarliggen. Thor ziet het en zegt: “dat gebruiken we niet elke dag hoor. Het Western Australian Institute of Sport traint hier ook met hun toptalenten”. “En Marit” zegt hij met een grijns. Marit Bouwmeester? Hij ziet onze verbazing en legt het uit: “teams uit Japan, Polen, Amerika, Denemarken en Nederland trainen hier ook en huren bij ons faciliteiten en materieel. Het is hier uitdagend varen, met verschillende windsnelheden en windrichtingen op één dag. Je kunt hier altijd varen, dus het is erg efficiënt. En door het rif dat een paar mijl verderop ligt, hebben we geen oceaandeining maar alleen windgolven”. Tjonge, prachtig hoe hier alles op z’n plek valt.

Ik zoek Esther. Verderop staat ze met Olin over het trailertje van de Optimist gebogen, met een popnageltang in de weer. Wietze gaat even kijken. “Ja, er is een popnagel uit gebroken en die moet even opnieuw” legt ze uit. Olin staat erbij met zo’n gezicht van ‘mijn moeder kan alles’. En dat blijkt: even later rijdt Olin de Opti de berging in. Ik kijk naar Esther en denk: een prachtige zeilmoeder op een kampioenenclub. Perfect.

Fremantle, West-Australië, juni 2019

Bekijk HIER de vorige columns

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten