Reisverhalen

Column Anna: burenhulp

07:00

De Tutukaka Coast Guard boat in de jachthaven

Nieuw Zeeland is een groot, dun bevolkt land met heel veel kustlijn. Ik las dat het 11% groter is dan het Verenigd Koninkrijk, maar 22% meer kustlijn heeft. Met grofweg 4,5 miljoen Nieuw-Zeelanders tegenover 66 miljoen Britten geeft het wel een beetje een idee over de hoeveelheid ruimte die iedereen hier ter beschikking heeft. Veel mensen gaan naar de kust, zeker nu in de zomer. Ongelofelijk veel bootjes liggen in jachthavens of dansen achter hun meerboeien. Mensen gaan graag varen, voor een dagje of voor meerdere dagen. Het weer is wisselvallig en kan, zeker in de zomer, tamelijk wild worden. We hebben in de afgelopen dagen een storm met orkaankracht meegemaakt en daar zijn we behoorlijk van onder de indruk. Ondanks het hoogseizoen werden er nauwelijks ongelukken met boten gemeld in de pers. Mensen waren op tijd binnen.

Go my dear, go!

Vandaag rijden we naar Ngunguru, net iets ten noorden van Whangarei. Een schitterende route die eindigt aan de kust bij een inham en een kleine delta. We gaan vandaag een nieuw hoofdstuk schrijven in een verhaal dat in 1998 begon. We lagen toen in de zomer in Zeeland aan een steigertje. Koud en bewolkt weer. Harde wind. We droomden van een lange zeilreis en ik zat het routeplanningsboek van Jimmy Cornell te lezen. Een Britse boot komt naast ons liggen en we helpen ze met de lijnen. We kletsen wat op de steiger en ineens ziet Angus het boek op de kuipbank liggen. Hij grijpt mijn arm en kijkt me recht in mijn ogen. “Oh my dear, if you listen to the wind rattling the halyards you will never go. But go, my dear, go!”. De rest van de middag giert de wind om de boot, maar warmen we ons aan dromen van verre reizen. In het jaar dat volgt krijgen onze plannen vastere vorm en helpt Angus ons aan allerlei goede informatie. In de zomer van 1999 gooien we los voor ons Rondje Atlantic. Een week voor vertrek trouwen we en vragen Angus en Eunice om te komen. Ze zijn verhinderd, want ze zijn bezig om te emigreren naar Nieuw-Zeeland. Angus is kunstschilder en stuurt ons een prachtige aquarel van Veere als huwelijksgeschenk. In de jaren die volgen, houden we contact. Ze vinden een mooi huis in de buurt van Whangarei en hebben het naar hun zin. Maar het contact dooft langzaam uit.

Zodra we hier in Whangarei aankwamen, zijn we naar hem op zoek gegaan. Beetje rekenen en gissen: hij moet inmiddels ruim 80 jaar zijn. Leeft hij nog? Zoekslagen op internet leveren op dat hij heel actief geweest is in de Coast Guard. We vragen rond bij jachthavens en dan hebben we beet: via een havenmeester krijgen we contact met ze. Inderdaad dik in de tachtig maar zo fit als een hoentje. Een paar dagen later drinken ze koffie bij ons aan boord. We hadden wat gegist hoe een kunstschilder bij de Coast Guard terecht komt en vragen hem naar het hoe en wat. Hij glimlacht. “Komen jullie gauw naar ons toe? Dan laat ik het wel zien”. Vandaag is het zo ver. Na het hartelijke weerzien gaan we naar de naastgelegen Tutukaka baai. De reddingsboot ligt pontificaal in de jachthaven.

Bankdirecteur en redder

reddingboot

Trotse schippers

Met brede grijnzen staan Robert, Keith en John ons op te wachten, heel chique in hun Coast Guard shirts. “Dus jullie willen wat meer over de Coast Guard weten? Vraag maar”. Wij laten ons niet kennen en vragen ze de oren van het hoofd. Al snel zijn we diep onder de indruk. Om maar wat te noemen: Nieuw-Zeeland heeft een marine, maar geen Kustwacht zoals wij die kennen. De Coast Guard is een soort KNRM, maar dan veel groter: 2500 vrijwilligers verdelen het werk. Ter vergelijking: de KNRM heeft 1300 vrijwilligers. Het is letterlijk een soort burenhulp: vanuit kleine kustgemeenschappen wordt een Coast Guard station ondersteund. Met vrijwilligers, met donaties en met sponsoring. De achtergrond van de vrijwilligers is heel breed. “Ik ben een bankdirecteur” lacht Keith. “Toen ik hier kwam wonen, wilde ik iets voor de gemeenschap doen. Nu ben ik voorzitter en schipper bij de Tutukaka Coast Guard”.

Vrijwilligersradio

Russel Radio

Vrijwilliger Alan van Russell Radio aan het werk

Terwijl we met ze staan te praten, denk ik terug aan een andere bijzondere ontmoeting die we een tijdje geleden hadden. We waren iets noordelijker in het toeristische plaatsje Russell en dronken koffie met Alan, een vrijwilliger bij Russell Radio. Dat is één van de vele radiostations langs de kust. In- en uitgaande jachten en vissers melden zich. Men houdt op die manier de vinger aan de pols. Is iedereen die vertrok ook weer teruggekomen? Die radiostations werken nauw samen met de Coast Guard, maar coördineren ook oplossingen voor simpele problemen als boten bijvoorbeeld door hun brandstof heen zijn. “Daar gaan we de Coast Guard niet mee lastig vallen, dat lossen we onder elkaar wel op” zei Alan met een grijns.

Kennis van overzee

“Oké, wat gebeurt er als ik op kanaal 16 een Mayday uitzend?” vraag ik aan John die voor de Tutukaka Coast Guard de trainingen voor zijn rekening neemt. De stoere oud-militair legt het heel precies uit. “Dat bericht komt binnen bij een Rescue Coordination Centre. Is het minder dan 12 mijl uit de kust, dan krijgen wij een oproep. Is het verder weg, dan gaat de Marine er op af”. “Hoe snel kunnen jullie op pad zijn?” vraagt Wietze. “Vanaf de eerste oproep tot wegvaren gemiddeld in 25 minuten”. Ik vind dat knap: bemanningsleden moeten van ver weg komen. Werkgevers blijken, net als in Nederland, bereid te zijn om hun mensen te laten gaan als de plicht roept. “We worden steeds beter” zegt John. “Wat dat betreft was het heel bijzonder toen Angus hier bijna twintig jaar geleden begon. Die nam kennis van de Engelse RNLI mee en dat was wel even andere koek. Wij zijn als Nieuw-Zeelanders wel een stuk relaxter over dit soort dingen dan de Engelsen. Heel leerzaam”.  Angus zit er tevreden glimlachend bij.

“Maar jongens, nu even praktisch. Waar rukken jullie nu het meest voor uit? Hebben jullie wel eens een buitenlands jacht geholpen?” vraag ik. Ze glimlachen. “Nee hoor, het zijn vooral lokale bootjes. Vaak motorpech, te weinig brandstof of aan de grond gelopen. We helpen elkaar in dit soort kustplaatsen. Dat doe je gewoon”.

Whangarei/ Tutukaka, Nieuw-Zeeland, februari 2018

 

 

 

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten