Reisverhalen

Blog Black Moon – Spanje

10:00

De Golf van Biskaje is voor ons een serieuze next level. Het is namelijk een berucht stuk water dat je niet met te harde wind wilt trotseren. Dat gegeven gepaard met vier tot vijf dagen reizen maakt het extra spannend. Want als we na een etmaal eenmaal voorbij Brest zijn, is er geen uitvlucht meer. We moeten dan wel door, met wat voor mogelijke weersverandering of ander ongemak er later op ons staat te wachten.

Ze voorspellen Noordoostelijke – en Noordwestelijke winden met een snelheid van 15 – 25 knopen, waarbij na dag vier de wind flink kan aantrekken. Van Falmouth – La Coruña zouden we binnen vier dagen kunnen halen. Na een week lang dubben, rekenen, wikken en wegen, beslissen we deze kans niet aan ons voorbij te laten gaan. Engeland is duur, nat en we missen nog een beetje het cruisergevoel. We hopen dat dit vanaf Spanje meer gaat komen.

Wachtsysteem

Familie en vrienden stellen grappige vragen als “Gaan jullie ’s nachts voor anker om te slapen?”. Als we kunnen zeilen, zeilen we. Ook ’s nachts. En als het noodzakelijk is, varen we op de motor. Bijvoorbeeld bij windstilte, om voor een schip uit te wijken of bij het manoeuvreren in een haven. Overdag zijn we samen buiten in de kuip, lunchen, kletsen of lezen; afhankelijk van het weer en ons gemoedtoestand. Ons wachtsysteem loopt van 18.00 – 09.00, waarin ieder drie uur de een de wacht loopt (of zit eigenlijk) en de ander te kooi gaat (oftewel op de bank in het slingerbedje slaapt). Mocht het nodig zijn om op dek te gaan, dan moet degene zich aanlijnen en de ander moet in de kuip aanwezig zijn. Dus als er ’s nachts iets op dek moet gebeuren, dan moet de ander uit bed komen. Dit zijn harde afspraken. Safety first! Wachtlopen houdt in: navigeren, schepen registeren, bijsturen wanneer nodig, zeilen trimmen (strakker of losser zetten) en onjuistheden signaleren. Kortom, een oogje in het zeil houden. In het logboek noteren we elke drie uur de positie, de windkracht en -snelheid, de bootsnelheid, motoruren, etc. Daarnaast houden we nog een notitieboekje bij voor bijzonderheden, bijvoorbeeld de zeilvoering, schepen waar we op moeten letten, weersverwachting, etc. Oké, heel eerlijk, ook de dolfijnen komen in dit boekje te staan!

De aankomst in La Coruña

Op dag vier lijkt het erop dat we zullen arriveren. Wel midden in de nacht, dus haast heeft dan geen nut meer. Het liefst loop je een onbekende haven bij daglicht binnen. We sukkelen de laatste mijlen voor het lapje door. Ineens krioelt het van de schepen – ook die niet op het ais te zien zijn. We zetten de motor aan, halen de boom weg, rollen de genua in, zetten het tricolor toplicht (status zeilboot) om in in boeg-, hek- en stoomlichten (status motorboot) en krullen om de vissersboten heen die continu van koers wijzigen. Ze doen ‘t erom. Dit kost veel extra tijd, maar veiligheid voor alles. We houden rood op rood en groen op groen. Om 06:15 uur lopen we de haven van La Coruña binnen. We hebben er dus 95,5 uur op gedaan; nét binnen vier dagen!

Costa del Morte

Bij aankomst in La Coruña werden we door de havenmeester proactief geïnformeerd omtrent de huidige corona-situatie in deze Spaanse Old Town. “Momenteel zijn er 400 cases en iedereen moet in het openbaar een mondkapje dragen”, lichtten ze Niels in. Een paar dagen later vertelt onze Nederlandse buurvrouw – met een Spaanse schoonzoon – dat het inmiddels oploopt naar 700 en dat de stad mogelijk komende week weer in lock-down gaat met het beleid: niemand erin noch eruit. Niels en ik kijken elkaar aan; tijd om te gaan! Echter, juist komende week wordt er onweer voorspeld langs dé Costa del Morte…

Op de vlucht

Een paar dagen na aankomst komen we goed in het Spaanse ritme terecht. Een siësta hier, een fiësta daar. Na een toeristische wandeling, museumbezoek en borrelavondjes met andere vertrekkers krijgen we dus te horen dat de stad mogelijk terug in lock-down gaat. De tijd begint te dringen. We zijn nog een vies klusje aan het klaren: de vuilwatertank zit verstopt én zit tot de nok toe vol. We besluiten het onding te ontmantelen en “overboord” te zetten. Daar gaat onze ticket naar Amerika, waar een vuilwatertank verplicht is. Onze KISS-principe (Keep It Simple Sailor) waarschuwde ons al dat deze tank voor problemen kan zorgen. Ironisch is dat we niet veel luxe aan boord hebben. Geen boiler voor warm water, geen watermaker voor onbeperkt vocht, geen douchecabine volgens normale standaarden aan land en geen elektronische kraan of – toilet flusher omdat het kan. Juist deze ene tank is een ‘luxe iets’ wat juist in voordeel van de omgeving is, niet voor ons zelf. Maar na deze zoveelste verstopping zijn we er hélemaal klaar mee. Vermomd in een handdoek en ducked-tape deponeren we de tikkende tijdbom in de container van de haven en slaan op de vlucht.

De kust van de dood

Bepakt in zeilpakken verlaten we La Coruña op maandagochtend en zetten koers verder zuidwaarts. Costa del Morte maakt deel uit van Galicië en dankt zijn naam aan de verraderlijke rotskust met vele scheepswrakken… “Weet je hoe je ziet dat er slecht weer op komst is?,” Niels kijkt me bevragend aan. Ik opper allerlei slimme antwoorden die ik onlangs in het boekje Weer in kaart heb gelezen, maar in zijn ogen zie ik dat het een strikvraag is. En die laatste gedachte blijkt in ieder geval juist. “Er zijn geen vissers,” verklapt hij. Donderwolken boven ons en de wind pal van voren… Hebben wij weer. En dan ook nog langs deze beruchte kust. We spreken af om ter hoogte van de eerstvolgende Ria – na circa acht uur varen – te beslissen of we nog door naar de volgende Ria gaan. Daar is namelijk ook een vluchthaventje. “Laten we maar door motoren, het is toch al een verloren dag,” besluiten we. Nog niet wetende wat voor enorme beloning hiertegenover staat. Ik schrik op vanuit mijn boek. In mijn ooghoek zie ik een enorme zwarte vin langs de kuip sjokken. Niels schrikt van mijn schrik en moppert dat ik niet zo moet schrikken totdat we een paar tellen later twee zwarte kolossen met witte vlekken zo groot als onze grootste lieren naar ons zien turen: ORKA’S!

Killer Whale

Op armlengte afstand van ons zwemmen gewoon twee orka’s! Met open mond en wijd opengesperde ogen kijken we elkaar kortstondig aan. We hadden nooit verwacht dat we zo vroeg tijdens onze reis al orka’s zouden zien. En dan ook nog eens zo vlak langs de boot en langs de kust; de ‘Costa del Morte’ welteverstaan. Later vernemen we dat dit jaar een zeilboot ter hoogte van Gibraltar door orka’s ‘aangevallen’ is, waarbij het roer brak en de boot stuurloos werd. Het kan natuurlijk ook spel zijn, maar dat het roerblad niet orka-proof is. “Die grote duikt onder het schip door,” roep ik enthousiast. “Nou, volgens mij duwt ie het schip vanaf onderen,” zegt Niels met lichte verontrusting. Een beetje bezorgd kijken we om ons heen. “Daar achter ons nog twee. Die grote speelt in onze kielzog,” zegt Niels met zijn iPhone in de aanslag. Na deze laatste ‘Free Willy’-sprong lijken ze alle vijf Black Moon met rust te laten. Ik sta te stuiteren van geluk en leg het boek weg; ik heb geen concentratie meer. Dan steekt de wind ineens op en zetten we zeil. De afgeschreven dag werd een van de mooiste van deze reis tot nu toe en we zijn nog maar vier weken onderweg. We droppen het anker in Ria de Camariñas en proosten op dit hoogtepunt. Een ochtend erop schuilen we in de haven voor de aankomende storm.

Eind juli 2020 zijn Niels en Greetje uit Nederland vertrokken met hun Black Moon, een Taling 33, voor een wereldreis. Hun eerlijke columns gaan over dromen, avonturen en confrontaties. Reis je mee?

Volg het stel via Facebook of Instagram

Tekst: Greetje Tops | Foto’s: Persoonlijk archief

Alle andere blogs van het stel vind je hier!

Tags: , , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten