Reisverhalen

Column Anna: Zout Schokland

09:28

 “We hebben nog tijd. Als jullie willen, kunnen jullie even een rondje om het eiland lopen. Is leuk.” We staan op het strand in de stralende zon. Carlos, onze gids, gebaart vriendelijk naar de witte zee voor ons. We aarzelen. Gevoel en verstand strijden om voorrang. Wietze steekt als eerste een voet naar voren en grijnst. “Je weet dat het kan”, zegt hij en trekt me mee. We stappen op het knisperende wit en lopen weg van het strand. Het zonlicht weerkaatst verblindend wit op de zoute zee om ons heen. Hand in hand lopen we stilletjes door. Al gauw is het doodstil. We horen alleen het knerpen van het zout onder onze voeten. Bros als sneeuw. Als je stilstaat, valt al het geluid weg en hoor je het bloed ruisen in je oren.

Langzaam draaien we ons om en kijken naar het eiland dat achter ons ligt. Duizenden jaren geleden was dit een enorm meer dat op bijna 4000 meter hoogte tegen de omringende bergen klotste. Het zoutgehalte was erg hoog, dus toen het water verdampte bleef er een heel dikke laag zout over. Die zoutvlakte (salar) van Uyuni is 12.000 vierkante kilometer groot. In het midden is de zoutlaag maar liefst 13 meter dik. Toch zit er nog water onder. Tijdens de urenlange rit naar het eiland zijn we een paar keer gestopt bij gaten waardoor je op een onderliggende waterpoel kon kijken. Bremzout water met schitterende zoutkristallen erin. Het is allemaal van zo’n enorme schaal dat we ons hoofd er maar moeilijk omheen kunnen krijgen. GPS werkt hier niet goed, hoorden we van onze gids. Hij navigeert de terreinwagen op de vorm van de omliggende bergen en vulkanen. Geduldig vertelt hij over hun namen en de legendes die deze herkenningspunten al eeuwen omringen.

Langzaam beginnen we aan ons rondje eiland. Als je naar rechts kijkt, bestaat de wereld uit wit en blauw. Met één heldere scheiding ertussen. Links ligt het eiland. Manshoge cactussen prikken in de blauwe lucht. Het bruin en zwart van de vulkanische steen en het koraal vormt een enorm contrast met het wit en blauw. “Toch blijft het raar”, mompel ik. “Net alsof we in een zee lopen. Ik kan er maar niet bij dat dit allemaal hard zout is.” Wietze knikt. Ineens staat hij stil. “Kijk dan!” zegt hij enthousiast. “Dit hebben we eerder gezien”. Ineens valt ook bij mij het muntje. Schokland. Ook een langwerpig eiland op het droge. Plek van verhalen, mythen en legenden. We grijnzen allebei. Terwijl we het rondje eiland afmaken, kletsen we vrolijk over het mooie Flevoland. En zo blijkt de wereld weer klein te zijn.

Salar de Uyuni, Bolivia, juli 2015.

 

 

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten