Reisverhalen

Column Anna: Rommelen in de roaring forties

14:42

Column Anna
Fanatieke wedstrijdzeilers in Cygnet

De zomer is hier in Tasmanië in volle gang: stralend weer en volop mensen die van de grote schoolvakanties genieten. Op de wal puilen de tuinen uit van de bloeiende rozen en staan overal straatstalletjes met heerlijk zomerfruit. Tasmanië staat bekend om het lekkere eten dat overal geproduceerd wordt. Kazen, fruit, worsten, groente, brood: je kunt het zo gek niet verzinnen of er is een enorm overheerlijk assortiment beschikbaar. Vaak nog helemaal organisch ook. Als je dat combineert met het beschutte vaarwater van de oostkust van Tasmanië, dan heb je voor veel Australiërs een winnende combinatie te pakken. Lekkere dagtochten maken, bootje voor anker in een mooie baai, wandelen naar een dorpje en naar hartenlust eten en drinken. Terug naar je bootje, lekker slapen. En de volgende dag weer herhalen.

Column Anna

Wineglass Bay

Het vaargebied aan de oostkust van Tasmanië ten noorden van Hobart is de parel in de kroon, maar zeilen ten zuiden van Hobart is de grootste edelsteen in diezelfde kroon. Parallel aan de kust ligt immers Bruny Island. Dat vormt een natuurlijke barrière die wind en deining voor een deel wegneemt. Het tussenliggende vaarwater is het D’Entrecasteaux Channel dat zijn naam dankt aan de Franse ontdekkingsreizigers die hier na Abel Tasman kwamen. Tel daar nog een paar eilandengroepjes bij op en je hebt een vaarwater waar je een heel seizoen rond zou kunnen varen. Overal kleine ankerbaaitjes; sommigen perfect afgezonderd en stil, anderen wat drukker en bij kleine dorpjes. De zeilers die je tegenkomt, zijn voor de helft Tasmaniërs die lekker dicht bij huis aan het varen zijn. De andere helft zijn Australiërs die vanuit het vasteland overgestoken zijn en hier voor het seizoen blijven. Anderen laten gewoon hun boot in Tasmanië liggen en vliegen heen en weer.

Het optimale vakantiegevoel

Wij rommelen net zo lekker mee: beetje zeilen, ankeren, wandelingetje en weer een beetje zeilen. Het is schitterend weer en we genieten van de heldere lucht en de prachtige natuur om ons heen. Het water is glashelder; je ziet de oesters zo zitten. Het optimale vakantiegevoel maakt zich ook van ons meester. Onderweg horen we steeds opmerkingen over het weer: veel mensen kunnen maar niet geloven dat het zó warm en zo prettig is. Je vergeet makkelijk dat we hier wel in de roaring forties zitten en dat het er ook heel anders aan toe kan gaan. De nachten zijn koel; vaak zitten we in lange broek en met fleece vesten aan ’s avonds nog even in de kuip een kop thee te drinken in het late avondlicht. Overdag is in de schaduw een korte broek en shirt al meer dan genoeg.

Modderfeest

Column Anna

Schitterende ankerplekken

We scharrelen de Huon-rivier op waar nog steeds werfjes zitten die houten boten maken. Veel ervan hebben Nederlandse wortels: dit is immers de plek waar veel Nederlandse emigranten zich vestigden na de Tweede Wereldoorlog. En die brachten ook kennis van scheepsbouw met zich mee. In een andere diepe inham ligt een natuurgebied met weer een klein dorpje erbij. Als we aan komen varen, zien we dat het ook hier wit ziet van de zeilboten die op meerboeien liggen. Het water is hier zo beschut dat ze hier ook het hele jaar kunnen blijven liggen. We zoeken een mooi plekje uit en mikken het anker erin. De vette klei hier is een zegen en een vloek: het anker houdt als de beste, maar het er weer uithalen is een modderfeest.

 

Gastvrij

Column Anna

Port Cygnet Sailing Club

Het dorpje Cygnet ligt ongeveer een kilometer van de kleine zeilvereniging, dus we besluiten om daar morgen maar even te gaan kijken. Er wordt druk gezwaaid vanaf de steiger van het clubhuis van de zeilers, dus we pakken de bijboot en gaan er naar toe. Inmiddels zijn we wel gewend aan een hartelijke en gastvrije ontvangst, maar hier spannen ze de kroon. “Welkom! Leuk dat jullie op vrijdagavond hier zijn” zegt de voorzitter. Ze vragen ons de oren van het hoofd over onze boot (“Ah, Australisch ontwerp”), onze route (“da’s een eind”) en onze toekomstplannen (“kan ik mee?”). Op de lange gedekte tafels staan allerhande hapjes: heerlijke kazen en spannende soorten crackertjes, nootjes, pâtés’: Tasmanie ten voeten uit. We kopen een glaasje bij de bar (“moet je proeven: mousserende rode wijn van de Shiraz-druif hier van Tasmanië”) en storten ons in de gezelligheid. Na een uurtje gaat er een menukaart rond. Het blijkt dat de leden elke vrijdag bij elkaar komen om te borrelen, te kletsen en een pizzaatje te eten. Iedereen kiest een pizza uit, gooit geld in de pot en één van de leden gaat de stapel pizza’s halen. We hebben de grootste lol met deze groep zeilliefhebbers: vanaf het terras wijzen ze ons hun bootjes aan, die geduldig op meerboeien liggen te wachten op de volgende wedstrijd. Ze klagen steen en been over de hitte: in de felle zon is het lastig wedstrijdvaren. Omdat de ozonlaag hier erg dun is, verbrand je onmiddellijk als je niet volledig ingepakt bent. Met die hitte is dat niet erg comfortabel. De gein over goede schippers, slechte bemanningen en andersom kaatst heen en weer. Het is een leuke groep die steeds joliger wordt van de bruisende Shiraz. Dan komt de grote klap. De zeiler die tijdelijk pizza-koerier was, komt met een lang gezicht terug. Geen pizza’s vandaag. De pizza-bakker vond het veel te warm. Ik kijk Wietze lachend aan: de roaring forties?

Cygnet, Tasmanië. Australië, januari 2019

 

 

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten