Reisverhalen

Column Anna: Omgekeerde toverbal

07:55

“Weet je, ik voel me net een omgekeerde toverbal”, zeg ik peinzend. We zitten in de auto. Stromende regen. File. “Een omgekeerde toverbal” zegt Wietze terwijl hij me verwachtingsvol aankijkt. “Ja” lach ik terug. “We zijn nu bijna twee weken in Nederland en we rollen elke dag van het ene gezellige evenement naar het andere. Alle lieve etentjes, kopjes koffie, hulp die we krijgen. Elk daarvan legt een laagje om ons heen”.  Wietze snapt ‘m en vult aan. “Elk laagje heeft een andere kleur. Eentje die past bij de persoon die ons iets geeft”. Toverballen zoals wij hebben het heel druk, maar het is allemaal leuk. Nou ja, bijna allemaal. Die tandarts had dat gaatje wel over het hoofd kunnen zien. Maar net voor vertrek krijgen we dat vast ook wel gefikst.
Het is natuurlijk een klassiek probleem. Je komt na bijna twee jaar reizen voor maar drie weken naar Nederland en je wilt eigenlijk iedereen die je dierbaar is uitgebreid zien. En ondertussen moeten er nog allerlei dingen geregeld worden die makkelijker te regelen zijn in Nederland. Die tandarts is er zo eentje. Maar ook reserveonderdelen voor de motor en een waterfilter dat op ons systeem past. De boodschappenlijst is niet zo lang, maar wel ingewikkeld. We zoeken bijvoorbeeld ook leuke Nederlandse souvenirs. De ervaring heeft geleerd dat het enorm op prijs gesteld wordt als je die bij je hebt en bij gelegenheid in het buitenland als cadeautje kunt geven. We regelen dus ook klompjes en andere dingen die we normaal niet zo gauw zouden kopen.

Alle warme baden waarin we als toverballen een nieuw kleurlaagje opdoen, zijn enorm verschillend. Een vrijdagse lunch met twee zelfstandig ondernemers die hun agenda voor ons leeggeveegd hebben. Uitgebreid aan de koffie met Wietze’s zus waarbij we ons buigen over de tekeningen van hun te bouwen huis. Zal het er staan als we ze weer zien? Een verrukkelijk diner met vrienden wiens zoon ineens de knapste vent van Zuid-Holland geworden is. “Toen we hem voor het laatst zagen was het nog een jongetje” zeg ik verbijsterd tegen Wietze als we ’s avonds laat wegrijden. Uitgebreid bijkletsen met mijn moeder terwijl we onverantwoordelijke hoeveelheden zelfgebakken gevulde speculaas verorberen. Langs de lijn staan bij de voetbalwedstrijd van mijn neefje. Een flinke stapel pannenkoeken eten bij mijn zus en haar gezin. Haar twee zoontjes moeten een spreekbeurt houden. “Tante Janneke, hebben jullie foto’s voor ons?” Welke oom en tante kunnen op commando zelfgemaakte foto’s en filmpjes van orka’s en dolfijnen aanleveren? Dat vind ik toch wel stoer.

Alle gezelligheid en de autoritten er naar toe houden ons binnenshuis. En we merken dat dat knelt. Te veel gewend aan buiten-zijn en beweging. Dus in alle vroegte stappen we onze vakantiewoning uit en gaan lopen. Soms naar het strand, soms alleen maar even een rondje over de steigers in het haventje van het vakantiepark. Het is koud, mistig, herfstig: maakt niet uit. Lekker een stuk lopen en alles laten bezinken. De actielijstjes worden langzaam korter en we kunnen meer en meer genieten van alles wat ons hier overkomt. De telefoon piept steeds vaker. “Heee, zijn jullie in Nederland! Bakkie doen?” Het is zo verleidelijk om toe te geven en er nog maar een afspraak bij te proppen. Maar we beginnen al aardig bolle toverballen te worden, dus we proberen de verleiding te weerstaan.

Van groot belang zijn de afspraken met onze hulptroepen. Zonder hen zou ons leven op zee heel wat minder vrolijk zijn. De een regelt onze administratie, de ander helpt met motorlief en – leed. Gisteren waren we bij Nico, die ons geworstel met ICT minzaam aanziet en het vervolgens in een oogwenk oplost. “Ja, een maand geleden deed hij het nog” hoor ik Wietze zeggen. We ergeren er ons allebei kapot aan dat we een simpel computerprobleem niet zelf op kunnen lossen, dus ik zit er met een blocnote bij en schrijf razendsnel op welke stappen hij zet op weg naar een oplossing. Als een geduldige leermeester neemt hij de stappen nog eens met ons door.

De volgende dag waaien we weer even uit de op steiger. De gesprekken en belevenissen van de afgelopen dagen passeren de revue. Als we even later in de auto zitten op weg naar onze volgende afspraak, grijnst Wietze: “Op naar een nieuwe kleurlaag”. Als blije toverballen rijden we verder.

Biddinghuizen, Nederland, november 2016

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten