Reisverhalen

Column Anna: dromen in stukken

08:54

Credit Silke Ernst

In het eerste jaar van onze reis overwinterden we in Sevilla. De Club Náutico in het midden van de stad bood een fantastische ligplek. Net na kerst tufte er een leuk stoer zeilbootje binnen. Zoveel passanten kwamen daar niet, dus we keken op en zagen een stel en een Duitse vlag. Van kennismaken kwam het niet meteen, omdat wij bezoek uit Nederland hadden. Op oudjaarsdag was bij ons de rust weergekeerd. Na alle feestelijkheden en champagne liepen we in de vroege ochtenduren nog even een rondje over het verlaten clubterrein. Frisse neus voor het naar bed gaan. Gegiechel bij de gesloten poort, die het vanavond zonder bewaker moest doen. “Kunnen jullie dit even aanpakken?” Tuurlijk. Door een gat in het hek pakten we een pan aan en een tas die rammelde van glazen, borden, flessen en zo meer. Met een hoop moeite wisten ze een weg te vinden om over het hek te klimmen. Toen ze zwetend en nalachend voor ons stonden, stak hij zijn hand uit: “Hoi, wij zijn Michael en Silke. Van Stromer, die motorzeiler.” Het bleek dat ze bij vrienden oud en nieuw gevierd hadden en zich niet gerealiseerd hadden dat het hek dicht zou zijn.

Al pratend lopen we terug naar de steiger. Er bleek nog wijn in de fles te zitten en extra glazen waren snel gevonden. We praatten tot het licht werd. Een hechte vriendschap was geboren. Vol bewondering luisterden we naar hun zeilverhaal. ’s Zomers werkten ze allebei. Hij dan als musicus, zij gedurende het hele jaar als webdesigner. Zodra ze konden, reden ze vanuit Duitsland in de herfst naar Stromer die in Zuid-Frankrijk op ze lag te wachten. In de wintermaanden maakten ze mooie zeiltochten. In het voorjaar weer terug naar Duitsland. De grote droom was om permanent te gaan zeilen, maar daar moesten ze nog meer voor sparen. In de afgelopen jaren volgden we intensief hun vorderingen en plannen. Op een minibudget wisten ze het toch klaar te spelen om een streep te kunnen zetten. In het najaar van 2016 zou het gaan gebeuren. De motorzeiler was verkocht en ze hadden een ruimere catamaran gekocht. Een proefseizoen met de catamaran was goed bevallen dus niets stond hun geluk meer in de weg. De hele zomer waren ze druk met het wegdoen van spullen, huis opzeggen en zo meer.

Mee op reis

(c) Silke Ernst

Een week voor vertrek voelde Michael iets geks in zijn buik. Lang verhaal kort: darmkanker. Niks vertrekken, niks dromen, niks vrijheid. Een ziekenhuisbed en een eindeloze reeks chemokuren. Verbijsterd en verslagen lazen we de e-mail waarin hij het nieuws vertelde. “Het leven is iets dat gebeurt terwijl je bezig bent plannen te maken” is zo’n bekende spreuk. Maar als zoiets in het echt gebeurt, kook je van frustratie. Al snel hadden we ons besluit genomen: ze gaan hoe dan ook op reis. Bij ons aan boord. Fysiek kan hij het niet, maar dan doen we het wel virtueel. We besloten om hen elke dag minstens één mailtje te sturen met onze avonturen van die dag. Geuren, kleuren, mensen, belevenissen: zo nauwkeurig mogelijk vertelden we het om ze het volop mee te laten beleven. Daarnaast hadden we natuurlijk een heel repertoire moppen met elkaar uit te wisselen. De honderden mails van het afgelopen jaar werden bakens van hoop, van lol en van afleiding. We waren zogenaamd in dienst als het Michael Entertainment Team. Met een lollig gebaar gaf hij ons soms vakantie als hij weer een paar dagen in de prak lag door een chemo en niet kon reageren. Een vakantie die we nooit opnamen. Hij volgde ons secuur via Yotreps en zocht allerlei informatie op over onze ankerplekken. Over zijn ziekte spraken we zo min mogelijk, we waren gewoon bootjesmensen-onder-elkaar die over bootjesdingen met elkaar praten.

Toen we op Samoa waren, kwam het gevreesde bericht. Hij schreef kort: “game over”. Alle ingrepen hadden niet geholpen. De toon van zijn mails veranderde van hoop naar berusting. We maakten een vlag voor hem met allerlei symboliek erop. Die hing aan de bemanningskant onder de bakboordzaling. Hij vond het helemaal geweldig. De weken erna gleed hij echter langzaam uit het leven weg. Vechtend, maar verliezend. Begin oktober schreef Silke: “Het was volle maan vannacht en er stond een goede wind. Hij heeft dit weervenster genomen.” We huilden om het overlijden van een vriend die nog maar net 51 geworden was.

Stukken

Toen we Silke vroegen wat we met de vlag moesten doen, zei ze: “breng hem naar een plaats die er toe doet.” We wilden Michael sowieso mee nemen naar Nieuw-Zeeland om daarmee de oversteek van de Stille Oceaan af te ronden. Eenmaal in Opua leggen we contact met de Maori-stam die Kaap Reinga beheert. Dat is de noordelijkste punt van Nieuw-Zeeland en de plek waar volgens de Maori de geesten van de overledenen vertrekken naar hun thuisland Hawaiki. We krijgen toestemming van de stamoudsten om daar de vlag te begraven. Op een zonnige, winderige dag kiezen we een prachtplek bij de vuurtoren en begraven de vlag daar. De foto’s ervan gaan naar Silke in Duitsland, om haar te laten zien dat hij ook hier niet vergeten is.

Al voor zijn overlijden heb ik hem gevraagd of ik een column over hem en onze bijzondere vriendschap mocht schrijven. Dat vond hij goed. “Wat wil je zeggen in die column?,” vroeg ik hem. “Vertel de mensen dat ze niet alleen moeten dromen, maar hun droom uit moeten voeren. Als je nu nog niet weg kunt voor een grote reis, haal dan de droom in stukken naar je toe,” schreef hij. “Ik ben zo blij dat wij al die mooie winterreizen hebben kunnen maken voordat we werkelijk aan fulltime zeilen toe waren. Hoe die kleine stukken er voor ieder afzonderlijk uit moeten zien, weet ik niet. Iedereen is creatief. Belangrijk is dat ze het doen.” Met tranen in mijn ogen typ ik dus deze laatste regel voor hem.

Opua, Nieuw-Zeeland, december 2017

 

 

 

 

 

 

 

 

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten