Er is niets mooiers dan rondzwerven op de Waddenzee. Vooral als je niet tegen de stroom in hoeft te ploeteren. Liesbeth Brederode gaat de uitdaging aan en hopt, met de stroom mee, van eiland naar eiland. Ze trotseert het gevreesde Molengat, buigt zich over getijdentabellen en stroomatlassen, en viert vakantie op Vlieland en Texel. Wanneer moet je eigenlijk vertrekken als je de stroom zo goed mogelijk mee wilt hebben?
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen 07/2022
Tekst: Liesbeth Brederode
Vanuit thuishaven Scheveningen vertrekken we eind juni met Resonate, onze Sweden 41. Het is vakantie dus we doen het rustig aan. De eerste hop is naar IJmuiden. Met noordwestenwind is de haven net niet bezeild. We maken een paar slagen en met stroom mee doen we er vijf uur over. Vlak bij de haven van IJmuiden hebben we een fantastisch sushirestaurant ontdekt. Daar laten we het ons goed smaken.
De volgende dag varen we net na het middaguur uit. Zo pakken we het tij mee langs de Noord-Hollandse kust, met Den Helder als eindbestemming. We zetten voor de zekerheid de midvaarwaterboei van het Schulpengat als waypoint in de gps. Maar ook Den Helder is net niet bezeild; we letten vooral op de wind en niet op de kompaskoers. We maken een paar slagen en tot onze verbazing komen we ruim vier uur later zó dicht langs de bewuste ton dat we nog bijna moeten uitwijken om hem niet te raken.
Rond de kentering van het tij komen we aan bij het Marsdiep. We zien de vreemdste stroomrafels en draaikolken. De wind besluit het voor gezien te houden en het laatste stukje naar de haven tuffen we op de motor verder.
Voorbereiden in Den Helder
Met de traditionele Blauwe Hap van het clubhuis van de Koninklijke Marine Jacht Club achter de kiezen installeren we ons in de kuip om de komende dagen op de Waddenzee voor te bereiden. De afstanden tussen de eilanden en de havens op het vasteland lenen zich uitstekend voor het aan elkaar rijgen van dagtochten.
Puntje van aandacht: in de geulen kan het hard stromen. Dat is iets om serieus rekening mee te houden – niet alleen omdat bij stroom tegen de grondsnelheid een stuk lager is, maar ook omdat je wordt weggezet en er niet tegenin komt. Zeker als de wind uit de verkeerde hoek komt en je dus moet opkruisen. Een tocht over de Waddenzee wil je echt niet tegen de stroom in doen. We pakken de stroomatlas erbij, een kaart en de actuele getijdentabellen. Ook zoeken we de aanbevolen vertrektijden van de getijdenhavens op. Met uitzicht op de marineschepen in de haven van Den Helder plannen we een rondje Waddenzee, stroom mee.
Voor komende dagen is zuidwestenwind voorspeld, dus we kiezen ervoor om eerst vanuit Den Helder buitenom naar Vlieland te varen. Daarna willen we binnendoor via Harlingen naar Oudeschild op Texel. Blijft de wind uit deze hoek komen, dan is in elk geval de tocht naar Harlingen bezeild. Daarna zien we wel weer. De tochten blijken respectievelijk zo’n 35 en 45 mijl. Inderdaad dagtochtwaardig.
Den Helder – Vlieland
Wil je buitenom naar Vlieland, dan luidt het advies om 4,5 uur na HW uit Den Helder te vertrekken. Onze HP33, de stroomatlas van de Nederlandse kust, geeft de informatie echter ten opzichte van HW Harlingen. We lezen het verschil af. In Den Helder is het iets minder dan 2 uur eerder hoog water. De aanbevolen vertrektijd is dus 2,5 uur na HW Harlingen.
In de stroomatlas zie je waarom: je hebt de eerste paar uur stroom mee in het Marsdiep en het Molengat. Daarna, op 5 uur na HW Harlingen, kentert het tij aan de Noordzeekant van Texel. Met opkomend water en meer dan zeven uur stroom mee tot en met de Vliesloot word je keurig voor de haveningang van Vlieland afgezet. Een blik op de getijdentabel leert ons dat we net na het middaguur moeten vertrekken. We kunnen dus weer lekker rustig aan doen. Omdat de tocht naar Vlieland zo’n 35 mijl gaat zijn, rekenen we aan de veilige kant met 5 knopen gemiddeld plus wat tijd voor haven in, haven uit. We trekken er in totaal zo’n acht uur voor uit. Perfect te doen met stroom mee.
Verdere overwegingen: hoe vroeger in het venster je vertrekt, hoe meer stroom tegen boven Texel en hoe harder de stroom nog mee in de Vliesloot. Met name dat laatste kan het lastiger maken om de haven van Vlieland binnen te lopen, aangezien de ingang dwars op de stroom ligt. We kiezen dus voor vertrek 4 uur na HW Harlingen, om rond de kentering bij Vlieland – 1 uur voor HW Harlingen – aan te komen.
Door het beruchte Molengat
De kortste route van Den Helder buitenom naar Vlieland voert door het Molengat. Op internet vinden we veel informatie over de verzanding van deze vaarweg: waarschuwingen voor gevaarlijke grondzeeën bij aanlandige wind en het advies om met opkomend tij door het Molengat te varen. Strak langs de gele betonning komt de kaartdiepte niet onder de 3 meter, dus met ons 2,20 meter stekend schip moet dat prima kunnen. Op papier in elk geval. Toch blijven de waarschuwingen door mijn hoofd spoken. De controlfreak in mij is al met een omweg door het Schulpengat aan het rekenen geslagen. Zeker ook omdat we, om de hele tocht stroom mee te hebben, niet kunnen voldoen aan het advies om met opkomend tij door het Molengat te gaan. Met een voorspelde windkracht 4 uit het zuidwesten is er weliswaar geen gevaar voor grondzeeën. Maar stroom en wind in de rug én afgaand tij vormen zo’n beetje de minst gunstige omstandigheden om vast te lopen. We spreken een ligplaatshouder in Den Helder en de havenmeester. Beiden verzekeren ons dat we door het Molengat kunnen varen. De volgende ochtend vertrekken we met samengeknepen billen richting Molengat. De wind blijkt 5 te zijn en we gieren met 9 knopen grondsnelheid door het diepe begin van het gevreesde gat. We rollen de fok in en zetten de motor bij in zijn achteruit. Zo kunnen we iets rustiger varen en snel handelen, mochten we toch vastlopen. Met moeite krijgen we de snelheid onder de 7 knopen.
Ik navigeer met één oog op de dieptemeter minutieus langs de betonning. Tim staat aan het roer. “Gaan we nog goed?”, vraagt hij elke 30 seconden. We zien de dieptemeter teruglopen, en dan weer oplopen. Minder dan 3,5 meter is het niet geweest. Opgelucht varen we de Noordzee op richting Vlieland.
Gelukkig is er nog plek in de haven, al komen we in een raar hoekje van de steiger aan lagerwal terecht. Als wij eenmaal liggen, krijgen we steeds schepen langszij. Blijkbaar moest er een de eerste zijn?
Verliggen naar een betere plek wordt een gedoe en zo erg is het nou ook weer niet. We besluiten een paar dagen te blijven.
Het is niet de eerste keer dat we op Vlieland zijn, maar het blijft een heerlijke plek. ’s Ochtends doe ik mijn dagelijkse portie yoga op het strand, met uitzicht op de Waddenzee en Terschelling. De rest van de dag wandelen we en genieten van de terrasjes en restaurantjes op het eiland.
Vlieland – Texel
Het is tijd om de volgende etappe voor te bereiden. Vlieland – Harlingen is zo’n 20 mijl, een beetje afhankelijk van hoe dicht je langs de ondieptes bij de Richel durft. Dat is dus vier uur varen tot het begin van de Boontjes. Het informatiebord bij de havenmeester geeft als vertrekadvies 2 uur voor HW Vlieland óf na de koffie. Wij kiezen de eerste optie en lezen in de stroomatlas af dat dat 3 uur voor HW Harlingen is.
De eerste 2 mijl in de Vliestroom heb je dan stroom tegen, maar eenmaal in de Stortemelk pak je het tij mee. Zo kom je rond HW bij het begin van de Boontjes aan. Daar staat dan voldoende water én de stroom begint richting Kornwerderzand mee te lopen. Die staat dan nog zeven uur mee. Dat is ruim voldoende voor de 30 mijl naar Oudeschild. De tabel met adviesvertrektijden naar Oudeschild is het hier overigens volledig mee eens.
Een blik op de getijdentabellen leert ons dat we rond het middaguur uit Vlieland moeten vertrekken. We hoeven dus niet voor dag en dauw op. Omdat het eind juni is en lang licht, verwachten we net voor zonsondergang in Oudeschild aan te komen. De zon schijnt, de wind is noord-noordwest 3. We maken ons op voor een ontspannen tocht. Alles lijkt bezeild, op een klein stukje opkruisen na in het eerste stuk van de Texelstroom.
Maar niets daarvan: we worden door de stroming in de geul meegevoerd en van opkruisen is geen sprake. De Waddenzee lijkt vastbesloten ons op de rede van Texel af te zetten. We hebben daar niets tegenin te brengen. Terwijl we als vanzelf tussen de tonnen van de Texelstroom door varen, speuren we met de verrekijker de zandplaten af naar zeehonden. We worden nog getrakteerd op een prachtig plaatje van tallship Eendracht die bij Oudeschild voor anker ligt, en net na zonsondergang varen we de haven van Oudeschild binnen. Honderd van dit soort dagen!
Vakantievieren op Texel
We wandelen aan de zuidwestkant van het eiland een flink stuk van de NS-wandeling die langs de Mokbaai en door het duinlandschap van Texel loopt. Wij stoppen bij een strandtent, fietsen terug door het pittoreske Den Hoorn en bezoeken Museum Kaap Skil in Oudeschild.
We leren dat De Reede van Texel tot het begin van de 19de eeuw een van de grootste ankerplaatsen ter wereld was. In het tijdperk van de VOC sloegen de schepen hier proviand en drinkwater in, terwijl ze lagen te wachten op gunstige wind. Het drinkwater van Texel was door het hoge ijzergehalte zo lang houdbaar dat het tot Kaap de Goede Hoop goed bleef. Nooit geweten dat Texel destijds zo belangrijk was voor de scheepvaart.
We kenden het eiland tot nu toe eigenlijk alleen van De Koog en de drukke campings. We zijn positief verrast door wat we nu gezien hebben. Zo ver is Oudeschild niet van Scheveningen, en het geeft een instant vakantiegevoel. Dit moeten we veel vaker doen!
HOE LAAT GAAN WE WEG?
Het is een vast onderdeel op het informatie- bord in getijdenhavens: een overzicht met aanbevolen vertrektijden ten opzichte van HW of LW. Deze informatie is ook online te vinden, bijvoorbeeld op websites van havens en op Watersportalmanak.nl. Handig, want dat scheelt een hoop gepuzzel met de stroomatlas, zeker voor zeilers die vanwege hun diepgang beperkt toegang hebben tot de Waddenzee. Wel altijd even verifiëren met diezelfde stroomatlas, want je wilt zeker weten dat het klopt en wat de impact is van een uurtje vertraging.
DOOR HET MOLENGAT
Het Molengat verzandt. Waar de vaargeul voorheen een officiële rood-groen betonde vaarroute was, is deze in 2013 vervangen door gele recreatiebetonning. De diepgang wordt dus niet langer gegarandeerd. Het advies is om altijd met opkomend tij door het Molengat te varen. Bij aanlandige wind kunnen er gevaarlijke grondzeeën ontstaan en dan kun je de vaarweg beter mijden. In verband met zandsuppletie is de betonning in 2021 verlegd. Die ligt nu verder uit de kust dan voorheen.
De havenmeester en verkeerscentrale van Den Helder (VHF 62) zijn behulpzaam met actuele informatie en waterstanden. Zie voor meer informatie Varendoejesamen.nl (verkeerscentrale Den Helder).
LAT OF NAP?
Tot een aantal jaren geleden werden Nederlandse kaartdieptes en waterstanden gerelateerd aan NAP. Inmiddels zijn bijna alle informatiebronnen over op LAT (lowest astronomical tide). Gebruik je een oudere stroomatlas, controleer dan altijd goed of de informatie wordt weergegeven ten opzichte van NAP of LAT. De verkeerscentrales Den Helder en Brandaris geven via de marifoon de waterstanden (ook) ten opzichte van NAP. Verwarrend, dus let op bij het uitluisteren. In de stroomatlas staat voor elke locatie (Hoek van Holland, Harlingen, West-Terschelling, enzovoort) in de getijdencurve aangegeven waar NAP zich bevindt ten opzichte van LAT. Dubbelcheck en doe er je voordeel mee.
Omslagfoto en foto: © Liesbeth Brederode
Tekst: Liesbeth Brederode