De Volvo Ocean Race teams mogen zelf bepalen hoeveel extra gewicht aan eten, reserveonderdelen, diesel en persoonlijke spullen ze aan boord meenemen tijdens een etappe. Voorafgaand aan elke etappe bepalen boatcaptain en schipper wat er mee aan boord gaat en waar ze op bezuinigen.
Wat gaat mee?
Het Nederlandse Team Brunel vreesde voor te weinig diesel aan boord tijdens de derde etappe, uiteindelijk hadden ze door brandstofbesparing voldoende voor de etappe. Team Brunel’s boatcaptain Jens Dolmer legt uit hoe hij en schipper Bouwe Bekking bepalen hoeveel en wat er meegaat.
“In deze race varen we met zes identieke boten, die allemaal exact hetzelfde wegen. Tijdens de tweede etappe waren wij de lichtste boot van het veld. En dat is een groot succes gebleken. Een lichtere boot is met weinig wind makkelijker in beweging te houden. Nadeel is dat je op aan de windse koersen, met meer wind, in het nadeel bent ten opzichte van zwaardere boten. Je kunt de boot dan minder recht varen. En hoe schuiner, hoe minder hard je kan varen. We hadden minder “losse” kilo’s aan boord om als contra gewicht te gebruiken. Het eten mogen we hier overigens niet voor gebruiken, dat ligt op een vaste – door de Volvo Ocean Race-organisatie bepaalde – plek in de boot opgeslagen. Omdat de weersomstandigheden tijdens de afgelopen etappe enigszins overeenkwamen met het weerbeeld uit de leg naar Abu Dhabi, besloten we om weer zo licht mogelijk te starten.”
Vanaf dat moment gaat Jens samen met schipper Bouwe Bekking kijken welke persoonlijke spullen en reserve-onderdelen er echt nodig zijn. “Bouwe maakt een lijst waarop de persoonlijke spullen staan beschreven die de bemanning mee mag nemen. Als boatcaptain ben ik verantwoordelijk voor hoeveel en welke reserve-onderdelen we meenemen. Tevens bepaal ik aan de hand van de door Andrew Cape berekende verwachte aankomsttijd hoeveel diesel we inslaan.”
Zweten door dieselbesparing
“Het berekenen van de juiste hoeveel diesel blijft lastig. In een normale situatie laden we met de dieselmotor dagelijks de accu’s op. Op dat moment schakelen we ook de watermaker aan, die van zout water zoet water maakt. Dit duurt ongeveer een uur. Met licht weer verbruiken we rijkelijk meer stroom dan met zwaar weer, omdat we de kiel veel meer moeten gebruiken om de boot optimaal te trimmen. Het kantelsysteem van de kiel wordt aangedreven door een elektrisch aangedreven hydraulische pomp. Dus als je dan onverwacht nog minder wind krijgt dan verwacht – en je nog vaker de kiel moet kantelen – verbruik je aanzienlijk meer diesel dan je van te voren berekend hebt. Dit is ook tijdens de afgelopen etappe gebeurd. Door het extreem lichte weer verbruikten we veel meer diesel dan verwacht. Om diesel te sparen zijn we minder stroom gaan verbruiken door de ventilators in de kooien en de binnen-verlichting uit te schakelen.”
“Mocht je nou onverhoopt alle diesel verbruiken, dan heb je een groot probleem. De regels schrijven voor dat je de reserve diesel-voorraad enkel mag gebruiken voor een noodsituatie. Daarom besteed ik altijd veel tijd aan de brandstofberekeningen. Fouten zijn niet toegestaan.”
Bron: Team Brunel
Tags: Team Brunel Last modified: 5 mei 2021