“Oei, wat zijn de marina’s hier duur”, klaagt Floris als we Boston naderen. “Wel 350 dollar per nacht om onze boot aan te meren. Dat wordt ankeren.” We slalommen om wat eilanden heen, zodat we dichter bij de stad uitkomen. Uiteindelijk gooien we het anker uit voor de South Boston Yacht Club. Als we naar hun drijvende steiger peddelen, worden we gelukkig gastvrij ontvangen. Tevreden over de uitstekende prijs-kwaliteitverhouding van onze ligplaats wandelen we de stad in.
Groot, groter, grootst
Eenmaal daar huren we een Blue Bike en gaan we fietsend verder. Dat valt niet altijd mee. Er zijn nog niet overal fietspaden en brede pick-uptrucks duwen ons bijna van de weg. “Echt álles is groot in dit land”, zegt Floris, terwijl hij zo dicht mogelijk langs de kant van de weg fietst. Het viel ons al eerder op: grote boten in de havens, grote auto’s op grote parkeerterreinen bij grote shopping malls. Deze zijn dan weer op grote afstand van woonwijken met grote huizen. Die op hun beurt weer vol staan met grote hoeveelheden spullen. “De Amerikanen hebben consumeren zo’n beetje uitgevonden”, knipoogt Ivar. Maar de Verenigde Staten is een land van extremen, dus het tegenovergestelde zou ook te vinden moeten zijn.
The Minimalists
We vragen ons af of ‘consuminderen’ hier bestaat. Het antwoord is ja: dat zagen we in de documentaire The Minimalists: Less Is Now. Een verhaal over twee Amerikaanse vrienden die de voordelen laten zien van leven met een kleinere hoeveelheid spullen. Door bewust minder te bezitten, houden ze tijd en geld over – dat besteden ze dan weer aan dingen die ze écht de moeite waard vinden. Het duo werd bekend als ‘The Minimalists’ en heeft online miljoenen volgers. We hadden de twee graag ontmoet, alleen zeilen wij langs de oostkust en wonen zij in Californië. Gelukkig kent Amerika nog veel meer minimalisten – óók in Boston.
Mama Minimalist
We leerden Stephanie Seferian kennen. “Ze richtte de blog ‘Mama Minimalist’ op”, roept Floris enthousiast vanachter z’n computer. “Daarnaast heeft ze een succesvolle podcast, schreef ze een boek getiteld ‘Sustainable Minimalists’ en is ze ook nog eens reuzepopulair op Instagram.” Stephanie woont vlak buiten Boston. Als we haar een bericht sturen, is ze net zo enthousiast over ons als wij over haar. Ze schrijft: “Natuurlijk wil ik een interview doen, willen jullie dan ook een podcast met me opnemen?”
We spreken af bij haar thuis. Vanaf de seconde dat we de drempel over zijn, valt ons op hoe opgeruimd het daar is. “Waarom ben je minimalistisch gaan leven?”, vragen we. Stephanie: “Ik was een vrij typische consument: gedachteloos kocht ik dingen waarvan ik dacht dat ik ze nodig had – zolang ik ze maar kon betalen. Zo haalde ik ook allerlei spullen in huis toen ik voor het eerst moeder werd: denk aan babykleren en speelgoed.
We woonden destijds in een klein appartement in de stad en ik was veel tijd kwijt aan opruimen. Ineens dacht ik: dit slaat nergens op. Waar ben ik nu eigenlijk zo druk mee? Mijn dochtertje heeft dit allemaal ook totaal niet nodig. Al die spullen voegen niets toe, en ze kosten me ook nog eens veel tijd en geld. Ik begon met ontspullen: eerst de baby-benodigdheden, maar vervolgens ook andere dingen in huis.”
Begin bij ontspullen
“De meeste mensen verzamelen van alles en zijn het niet gewend om te ontspullen”, vertelt Stephanie. We vragen haar naar tips voor de beginnende minimalist. “Het kan best lastig zijn. Begin daarom ook niet bij een kelder vol spullen van je grootmoeder, dat is te emotioneel. Het is eigenlijk net als in de sportschool: daar begin je ook niet bij de zwaarste gewichten. Start simpel, bijvoorbeeld bij de linnenkast. Makkelijk werk en succes gegarandeerd – zo train je jezelf in ontspullen. Al is dat wel pas het begin van minimalisme. Het effect ervan is maar tijdelijk als je niet óók je relatie tot consumeren fundamenteel verandert”, vervolgt Stephanie.
Kopen als laatste optie
“In de Verenigde Staten worden we van jongs af aan verleid om veel te consumeren. Al die producten worden gemaakt, verpakt en getransporteerd. Dat kost veel materiaal en energie, en is vaak heel vervuilend. Minder kopen is dus een stuk duurzamer.” Daar zijn we het helemaal mee eens. Maar hoe ontsnap je aan de dominante consumptiecultuur?
“Wat voor mij goed werkt, is bewuste pauzes inlassen”, zegt Stephanie. “Als ik iets nodig denk te hebben, bestel ik het niet direct – ik wacht eerst vierentwintig uur. Dan stel ik mezelf de vraag of ik het écht nodig heb. Is het antwoord ‘ja’, dan heb ik ook nog tijd om een alternatief te bedenken. Kan ik een voetbal eerst lenen bijvoorbeeld? Misschien vindt mijn dochter er wel helemaal niks aan. En tweedehands kopen kan ook nog. Nieuw aanschaffen is in ieder geval de allerlaatste optie.”
Drielaags voordeel
Stephanie is het duidelijk gewend om over dit onderwerp te praten. Ze kiest haar woorden zorgvuldig, en geeft ons een interessant perspectief als we vragen naar de voordelen van een sustainable minimalist lifestyle. “Die categoriseer ik graag in drie verschillende lagen”, vertelt ze. “In de eerste vallen dagelijkse, directe voordelen: als je minder spullen hebt, ben je minder geld kwijt. Ook verlaagt het je stressniveau over opruimen en onderhoud ervan.”
“De tweede laag bestaat uit indirecte voordelen, zoals het geld dat we aan het eind van de maand overhouden. Daar kunnen we iets waardevols mee doen – een mooie reis naar een nationaal park, bijvoorbeeld. En er zijn natuurlijk voordelen voor de planeet: minder afval en vervuiling.”
“Tot slot de derde laag: innerlijke rust. Voorheen maakte ik me zorgen of ik wel representatief genoeg was in de kleding die ik droeg, of met het merk van mijn auto. Daar ben ik nu veel minder mee bezig. Ik merk dat ik meer handel vanuit mijn eigen waarden.”
Collectief inspannen
We vragen ons af tegen welke uitdagingen Stephanie aanloopt met deze levensstijl. “Verjaardagsfeestjes zijn lastig, omdat iedereen het zo normaal vindt om spullen te geven. In plaats daarvan geef ik liever ervaringen cadeau: een bezoekje aan de ijssalon bijvoorbeeld, of kaartjes voor een film of museum.”
“Het lastige is ook dat veel nieuwe spullen niet zijn gemaakt om lang mee te gaan, maar om goedkoop te zijn. Spullen die snel stuk gaan, zijn normaal geworden in ons kapitalistische consumptiesysteem. Ik denk dat er collectieve inspanning nodig is om dat te veranderen, en ook om bijvoorbeeld recht op reparatie te krijgen”, aldus Stephanie.
Vanzelfsprekend
Eenmaal terug op ons drijvende tiny house reflecteren we op de ontmoeting met Stephanie. We herkennen onszelf in haar verhaal. Door aan boord te gaan wonen, onze auto’s te verkopen en bewust voor minder spullen te kiezen, konden we geld sparen voor onze wereldreis. En tijdens die reis is minimalisme vanzelfsprekend geworden – zowel ons budget als de ruimte aan boord zijn immers beperkt. Mede dankzij deze minimalistische levensstijl houden we het financieel al acht jaar vol. Bezit inruilen voor ervaringen. Voor ons betekent minder echt meer.
Dankzij influencers als Stephanie komen hopelijk veel meer mensen tot hetzelfde inzicht. Want dat is hard nodig: 20 procent van de wereldbevolking gebruikt nu namelijk ruim 80 procent van onze natuurlijke hulpbronnen en vervuilen daarmee onze planeet. Het is overduidelijk dat niet alle acht miljard mensen op aarde kunnen leven zoals wij in het rijke Westen doen. We moeten dus nu het goede voorbeeld geven. Hoe anders kunnen we een leefbare toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen garanderen?
We kijken met heel veel plezier terug op onze inspirerende ontmoeting met Stephanie. De openhartige podcast die ze met ons maakte, hoor je hier.
Meer informatie? Kijk hier voor duurzame oplossingen en onze zeilavonturen.
Tags: Sailors for Susatinability Last modified: 11 september 2024
Hoever loopt dit verslag achter? De jongens zijn allang terug in Nederland.