Terwijl de regen horizontaal langs vliegt, kijken we met een schuin oog naar onze volgende bestemming: Groenland. We liggen in de haven van Catalina op Newfoundland, het is al eind juni, en het zomerseizoen is maar kort. Voor de herfststormen de Noord-Atlantische Oceaan gaan teisteren, willen we weer op de Noordzee zijn.
Er ligt nog ongebruikelijk veel ijs voor de Groenlandse zuidwestkust, waardoor de aanloophavens daar vooralsnog geblokkeerd zijn. De noordelijker gelegen hoofdstad Nuuk is wel ijsvrij. Dat voegt echter ruim 100 mijl toe aan een oversteek die vanwege zijn lengte toch al uitdagend is. Stormdepressies volgen elkaar in rap tempo op. Dan lezen we een verontrustend bericht. Het Noorse zeiljacht Nebu, dat we eerder in Halifax zagen liggen, is in het ijs vastgeraakt. Precies op de plek waar wij ook naartoe willen. Gelukkig is de bemanning door de Deense marine gered en het schip naar Nuuk gesleept. “Die ijskaarten moeten we echt serieus nemen. We zullen dus nog even geduld moeten hebben,” concludeert Ivar.
IJs en weder dienende?
De weervensters mogen dan te kort zijn voor een oversteek naar Groenland, ze zijn wel prima om rond Newfoundland te kusthoppen. Het heeft als bonus dat we veel van het eiland zien en talloze ontmoetingen met het lokale (zee)leven hebben. Onderweg naar Fogo Harbour zien we zoveel foeragerende walvissen en zeevogels dat we niet weten waar we moeten kijken.
Alle actie is gericht op het vangen van de lodde, een kleine zilverkleurige vis die hier in grote scholen voorkomt. Jan-van-genten en stormvogels vertonen hun duik- en zwemkunsten. Onze favoriet zijn de grappige papegaaiduikers, die opvallen vanwege hun feloranje snavels, gedrongen uiterlijk en snelle vleugelbewegingen.
St. Lewis
We besluiten naar Labrador over te steken en passeren ’s nachts het noordelijkste puntje van Newfoundland. “Hier hebben de Vikingen ooit een nederzetting gebouwd,” mijmert Floris tijdens zijn wacht, terwijl hij regelmatig op de radar kijkt of er al ijsbergen te zien zijn. Volgens de ijskaart drijven er namelijk een aantal in dit zeegebied. Wij komen een aan de grond gelopen exemplaar tegen als we op 12 juli het gehucht St. Lewis aanlopen. Vanaf hier is de oversteek naar zuidwest Groenland een kleine 600 mijl. Korter wordt het niet, dus kusthoppen heeft niet zoveel zin meer. De nieuwste ijskaarten brengen geleidelijk aan goed nieuws: de zuidelijke havens zijn toegankelijk. Nu het weer nog.
Na tien dagen wachten in St Lewis breekt in de vroege ochtend van 22 juli het moment van de waarheid aan. Al twee keer werd ons beoogde weervenster op de ochtend van het geplande vertrek ruw dichtgegooid door de verschijning van een plotselinge, snel uitdiepende depressie in het weerbericht. Het is nu of niet, hebben we besloten. Anders zetten we koers naar de Azoren. Gespannen bestuderen we de verschillende weermodellen. Ja! Vijf dagen stormvrij weer, het lijkt te kunnen! In het staartje van een wegtrekkende stormdepressie gooien we eindelijk de trossen los en zetten koers naar het noorden.
IJsbergen
De zee is eerst ruw, maar na een dag kalmeren de golven dankzij de afnemende wind. Plotseling zien we recht vooruit iets oogverblindend wits: een ijsberg! Het gevaarte is mijlenver weg en moet dus gigantisch zijn. We komen vlakbij. Ademloos kijken we naar de grillige vormen en de vele tinten wit en blauw. Ook zien we waarom de vaargids aanbeveelt om ijsbergen bovenwinds te passeren: aan de lijzijde drijven talloze kleine ijsbrokken. Deze zijn niet op radar te zien en kunnen toch groot genoeg zijn om een zeiljacht tot zinken te brengen.
Ondanks driedubbele lagen thermokleding, mutsen en handschoenen hebben we het koud, vooral tijdens de nachtwachten. Van een andere zeilboot vernemen we dat ze zo’n 30 mijl uit de Groenlandse kust een ijsberg spotten. Dat bevestigt wat de ijskaart ook laat zien. Onze timing is toevalligerwijze perfect: we bereiken precies in de vroege ochtend van de vijfde dag het begin van de Groenlandse ijszone. Maar net als we ons gelukkig prijzen, trekt het plotseling potdicht met mist. Wat nu? We besluiten scherp uitkijk te houden en te vertrouwen op de radar, die de ijsbergen gelukkig goed laat zien. We slalommen eromheen, tot de mist net zo snel wegtrekt als hij opkwam.
Plotseling zien we de vele ijsbergen in het diepblauwe water, tegen een achtergrond van bruingroene bergen met besneeuwde toppen. We worden stil van zoveel natuurschoon. In Nanortalik knopen we even later opgelucht vast aan een kade. We zijn in Groenland!
Storm en fjorden
Het cruiseschip Zuiderdam gaat ankerop als wij het dorpje verkennen, dus druk is het er niet meer. De lokale bevolking groet ons vriendelijk, de huizen en infrastructuur zien er redelijk modern uit. We vinden wifi in een hotel, doen boodschappen in een Deense supermarkt en checken in bij allervriendelijkste Deense politieagenten. Nanortalik betekent “plek van de ijsberen” in het Groenlands, dus is het wel veilig om zonder geweer te gaan wandelen? De politieman stelt ons gerust. Er zijn nu geen grote ijsschotsen meer, dus ook geen ijsberen. Wanneer we de omgeving samen met onze bootburen van de SY Madeleine verkennen, komen we ze gelukkig niet tegen. We beklimmen een nabijgelegen berg en vergapen ons aan de uitzichten.
De volgende ochtend trekt de wind flink aan: een storm is in aantocht. Bijna twee etmalen lang waait het tot wel 60 knopen. Wat zijn we blij dat we op tijd binnen zijn en hier goed vastliggen.
Zodra de wind gaat liggen, varen we via een stelsel van fjorden richting de oostkust. Langs steile bergen, en ijsbergen ontwijkend, banen we ons een weg naar de baai van Ikigait. Daar ankeren we en peddelen naar de wal om een ruïne van een Viking-gebouw te bewonderen.
Het idee dat hier ruim duizend jaar geleden een nederzetting was, fascineert ons. Via het minidorpje Aappilattoq komen we in de beroemde Prins Christian Sund, een weergaloos mooi fjord waar gletsjers en watervallen in uitkomen. Het eindigt aan de oostkust, ideaal voor onze volgende etappe. Daaraan beginnen we zodra het restant van de storm naar het oosten wegtrekt.
Land van vulkanen en ijs
Het kost ons moeite de wind bij te houden. De eerste dagen maken we daarom meer motoruren dan ons lief is. Dan komt er meer wind, maar precies tegen. Dagenlang kruisen we op. Nou heeft onze zware stalen kits veel sterke kanten, maar hoog aan de wind tegen forse golven zeilen hoort daar niet bij. Tergend langzaam maken we voortgang. Zelfs het laatste stuk naar Reykjavik krijgen we niet cadeau. Maar als we na zeven dagen op zee eindelijk onder de douche van de jachtclub kunnen staan, zijn we toch vooral opgelucht dat we geen storm hebben gehad. Het warme, licht naar zwavel ruikende geothermische water maakt de huid babyzacht. We zijn in het land van vulkanen!
Brief aan de toekomst
Na een wandeling door Reykjavik bezoeken we Perlan. Aan de hand van schitterende films en interactieve displays geeft het museum informatie over IJslandse vulkanen, landschappen, en natuur. We leren er over de Ok-gletsjer, die de twijfelachtige eer heeft de eerste IJslandse gletsjer te zijn die is gesmolten als gevolg van de klimaatcrisis. Een bronzen plaquette herdenkt deze gebeurtenis. De titel is “Brief aan de toekomst” en de tekst ervan leest als volgt:
Ok is de eerste IJslandse gletsjer die zijn status als gletsjer verliest.
In de komende 200 jaar zullen al onze belangrijkste gletsjers naar verwachting volgen.
Dit monument is een erkenning dat we weten hoe dat komt en wat er moet gebeuren.
Alleen jij weet of we het hebben gedaan.
Augustus 2019, 415 delen per miljoen (ppm) CO2
We besluiten zelf polshoogte te gaan nemen. Na een rit door buitenaardse landschappen en een pittige klim van bijna vijf kilometer over rotsig terrein zien we slechts nog wat resten ijs. Aangezien het ijs niet meer beweegt, is de Ok gletsjer officieel doodverklaard. Daarboven op die berg, midden in het weidse IJslandse oerlandschap, dringt de historische betekenis ervan tot ons door.
Door menselijk toedoen zou het ijs van IJsland wel eens helemaal kunnen verdwijnen. Zover is het nog niet, maar er moet wel veel gebeuren om het tij te keren. Uiteraard gaan onze gedachten naar de vele inspirerende duurzame oplossingen die een bijdrage leveren aan het beteugelen van de klimaatcrisis. De aanblik van het kommerlijke restantje ijs versterkt ons verlangen om die oplossingen met zoveel mogelijk mensen te delen. Dat wordt ons doel als we weer thuis zijn.
Naar huis
Maar hoe komen we daar? Inmiddels is het half augustus en de eerste herfststorm is al in aantocht. “Als we opschieten halen we de Faeröer voordat de storm losbarst,” berekent Ivar. We nemen ons voor nog eens terug te gaan naar fascinerend IJsland, maar nu hijsen we de zeilen weer. Op naar waypoint Faröer, bijna 500 mijl oostwaarts!
Meer informatie? Kijk op onze website voor duurzame oplossingen en onze zeilavonturen.
Tags: Weblog Sailors for sustainability Last modified: 9 oktober 2024
Dus mensen, ga allemaal lekker rond de wereld zeilen met een groot duur zeiljacht en laat uw gedachten vooal uitgaan naar “de vele inspirerende duurzame oplossingen die een bijdrage leveren aan het beteugelen van de klimaatcrisis .” en dan komt t allemaal wel goed.