Het waait flink zodra we uit de luwte van Martinique komen. De wind tunnelt tussen de bergen achter ons en die van onze volgende bestemming: Dominica. Omdat we net elk zuchtje wind probeerden te vangen, varen we nog steeds onder vol tuig. De snelheid loopt op tot acht knopen en we hellen fors. Het buiswater suist met bakken over dek. “Eigenlijk zouden we moeten reven”, merkt Floris op. “Ach, dit kan onze stalen dame makkelijk hebben hoor,” oordeelt Ivar, “en het is nog maar een klein stukje.” Luci lijkt het allemaal prima te vinden en bruist stoer door de steile golven.
Maar als we dichter bij Dominica komen, trekt er een bui over. De wind trekt nóg meer aan. Ivar valt vliegensvlug af, tot bijna voordewind, om de druk wat uit de zeilen te halen. Dat werkt, maar we regenen wel zeiknat. “Dat doen we niet nog een keer zo”, zegt Floris, terwijl hij Ivar streng aankijkt. “Eh, nee. De accelaratiezones tussen deze grote, bergachtige Caribische eilanden zijn best heftig”, riposteert Ivar. Dat hadden we natuurlijk kunnen weten, net als dat het buiig weer is. Gelukkig is alles nog heel.
Voor ons worden de groene toppen van Dominica steeds groter. Na de bui maakt het zonlicht de diepgroen beboste bergen nóg spectaculairder. Mistflarden stijgen uit de massieve stammenpracht op en een schitterende regenboog verschijnt. We worden allebei stil van deze overweldigende kleurenshow. Het eiland staat bekend om z’n ongerepte natuur. In gedachten wandelen we al door het tropische regenwoud en zwemmen we in kristalheldere watervalpoeltjes.
Welkom in Roseau
De grote diepte vlak bij de kust brengt ons weer bij de les. “Ankeren wordt lastig hier”, oordeelt Floris. We besluiten een meerboei te pakken. Mike, een vriendelijke Dominicaan, is in een kleurrijk motorbootje gesprongen om ons te helpen aanleggen. Namens Seacat, die de ‘moorings’ voor jachten heeft neergelegd, heet hij ons welkom op zijn eiland.
De volgende ochtend peddelen we naar de houten steiger van Seacat en wandelen we naar het centrum van de hoofdstad Roseau. We kijken onze ogen uit: druk verkeer, overal marktkraampjes en veel mensen die ons lachend groeten. Inklaren is een makkie: de immigratie- en douanebeambte is vriendelijk en legt uit dat we niet uit hoeven te klaren als we kort blijven – dat scheelt iedereen gedoe. Fijn! In het nabijgelegen museum leren we meer over de topografie en geschiedenis van Dominica. Zoals veel buureilanden, werd het eiland door verschillende koloniale mogendheden overheerst; totdat het zich in 1978 definitief van het Verenigd Koninkrijk losmaakte. Sindsdien is het een onafhankelijke staat.
Koud en warm
“Zullen we naar de Trafalgar waterval gaan? Die schijnt heel bijzonder te zijn”, stelt Floris voor. “Is dat niet wat ver lopen?”, antwoordt Ivar. Na wat rondvragen, vinden we een halte waar een minibusje vertrekt. Terwijl we wachten, maken we praatjes met andere passagiers. Pas als het busje vol is, vertrekken we. Wel zo brandstof-efficiënt. Ivar krijgt een taak: de schuifdeur open- en dichtdoen voor passagiers die onderweg in-of uitstappen. De hele rit lang, want het eindpunt is vlak bij de waterval. Als we bij het uitzichtplatform aankomen, overtreft het natuurwonder al onze verwachtingen. Ademloos kijken we naar de witte watermassa die zich van duizelingwekkende hoogte in de diepte stort, en dat alles tegen een achtergrond van ontelbare heldergroene bomen en planten.
“Hier moet ergens een paadje beginnen”, zegt Floris terwijl hij naar het riviertje wijst. “Dat zou naar een poeltje moeten leiden waar koud water samenkomt met warm water uit een hot spring.” Maar hoe we ook zoeken: geen paadje. Wel zien we hoe het water in het riviertje met veel kracht langs grote en kleine rotsen stroomt. Net als we besluiten dat die route onverantwoord is en we ons om willen draaien, zien we hoe twee schaars geklede dames op slippers met een gids voorzichtig door de rivier beginnen te waden. “Als zij het kunnen…”, begint Floris. Op dat moment spreekt een andere gids ons aan. “Het is veilig hoor, ik neem jullie wel mee.” We laten ons overhalen en klimmen op zijn aanwijzingen voorzichtig achter hem aan. Dankzij zijn hulp bereiken we ongeschonden het poeltje, waar we – samen met de dames – geen genoeg krijgen van het heerlijke natuurzwembadje.
Laatst overgebleven
De minibusjes gaan het hele eiland over. Floris rekent uit dat het precies moet lukken om in één dag vanuit Roseau heen en weer te bussen naar de Kalinago Territory in het noordoosten van Dominica. Na een lange busrit met talloze haarspeldbochten langs steile, knalgroene bergen stoppen we in een dorpje. We wandelen naar het bezoekerscentrum van de laatst overgebleven gemeenschap van precolumbiaanse bewoners van het Caribisch gebied: de Kalinago.
We vallen met onze neus in de boter: eerst krijgen we een rondleiding, dan een lunch en tot slot mogen we een dans- en muziekuitvoering van schoolkinderen bijwonen. Ondanks de ellende van vroeger is het toch fijn om te zien dat de inheemse cultuur niet volledig is verdwenen. Ze lijkt zelfs opnieuw in de belangstelling te staan van de overige Dominicanen.
Na afloop wachten we uren bij de bushalte op een busje terug. Een Dominicaanse man geeft het op en gaat lopen. Komen we nog terug wel naar de boot? Dan stopt er een auto. Het blijken de dames van de waterval! Ze bieden ons een lift aan en zetten ons zelfs helemaal bij Seacat af. Wát een mazzel!
Oerkrachten
“Gaan jullie morgen met me mee naar het Boiling Lake?”, vraagt Octavius, oprichter en eigenaar van Seacat. Naar verluidt, is het de meest spectaculaire, maar ook meest uitdagende wandeling van het eiland. Een gids en vervoer lijken ons dus wel handig. Octavius blijkt een uitstekende gids. Hij weet precies de weg, die niet overal goed aangegeven is, en vertelt honderduit over de vogels en begroeiing. We luisteren aandachtig terwijl we door regenwoud wandelen, over steile paadjes klimmen en af en toe door dikke modder ploegen.
“Waarom is Dominica toch zo groen?”, vraagt Ivar. “Door de vulkanische oerkrachten die dit landschap ooit vormden. De zeven vulkanen, steile bergen en diepe kloven maken ons eiland lastig toegankelijk en minder geschikt voor landbouw. We zijn hierdoor verschoond gebleven van de massale plantages die de oorspronkelijke begroeiing op veel andere eilanden in de regio heeft verdrongen”, vertelt Octavius. Als we bij het Boiling Lake uit staan te hijgen, zien we dat de oerkrachten nog altijd actief zijn. Af en toe blaast de wind de mistflarden even opzij en zien we dat het flinke meer zó heet is, dat het inderdaad lijkt te koken.
Nieuwe balans
“Natuurtoerisme is belangrijk voor ons”, vervolgt Octavius. “Maar we moeten het niet overdrijven”, zegt hij, wijzend op een kabelbaan in aanbouw. We kunnen het haast niet geloven: een kabelbaan die straks massa’s mensen van de cruiseschepen naar dit natuurwonder moet brengen. Het blijkt best lastig om een balans te vinden tussen toerisme-inkomsten en natuurbehoud. Als we weer verder noordwaarts zeilen, hopen we van harte dat het de gastvrije Dominicanen gaat lukken hun prachtige natuureiland voor toekomstige generaties te behouden.
Meer informatie? Kijk hier voor duurzame oplossingen en de zeilavonturen van Sailors for Sustainability.
Tags: Weblog Sailors for sustainability Last modified: 21 juni 2024